Ingezonden persbericht
PERSBERICHT
Hooghalen, 6 augustus 2010
Die andere oorlog
Frits Siegel over zijn oorlogsjaren in Nederlands-Indië
Als kleine jongen maakte hij op indringende wijze de bezetting van Nederlands-Indië mee. Precies 65 jaar na de capitulatie van het Japanse keizerrijk vertelt Frits Siegel op zondag 15 augustus om 14.00 uur in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork over zijn ervaringen tijdens deze jaren. 'Mijn vader kon horen hoe in de cel naast de zijne mijn broer gemarteld werd.'
Frits Siegel (1937) wordt geboren in Padang, Nederlands-Indië. Als jongste zoon van een Indisch-Nederlandse vader en een Hollandse moeder groeit hij op in een gelukkig, welvarend gezin op West-Java. Tot zijn mobilisatie in 1941 bekleedt Frits vader een hoge functie bij de Telegraafdiensten van de PTT in Batavia (Jakarta). Als de Japanse expansiezucht ook Nederlands-Indië bereikt, vecht hij als sergeant in het KNIL. Na de capitulatie weigert vader zich bij de overgave neer te leggen en besluit tot verzet. Al snel wordt hij verraden en belandt in de gevangenis, waar hij op vreselijke wijze wordt mishandeld. Later valt ook Frits zijn oudste broer Jim dit lot ten deel.
Moeder Stiegel wacht kampinternering niet af. Met de kinderen vlucht ze de bergen in, waar Frits en zijn familie tot de capitulatie blijven. Vlak voor de Japanse capitulatie weet vader Siegel uit de gevangenis te ontsnappen. Ondervoed, zwaar vermagerd en verminkt bereikt hij zijn gezin. Lang duurt de hereniging niet, als na de bevrijding de Bersiap aanbreekt. Frits ziet hoe jonge Indonesische nationalisten zijn vader en broers meenemen naar de gevangenis. Opnieuw dreigt een lange martelgang, tot Brits-Indische soldaten bij toeval op de gevangenis stuiten en de gevangenen bevrijden. In 1946 zetten de Siegels koers naar Holland, waar het gezin zich drie jaar later definitief vestigt.
Op zondag 15 augustus vertelt Frits Siegel over zijn beleving van de oorlogsjaren in Nederlands-Indië. Om 14.00 uur begint zijn ooggetuigenlezing in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
Ingezonden persbericht