Wageningen Universiteit en Researchcentrum RIKILT, onderdeel van Wageningen UR

Gelijke beoordeling cisgene en transgene planten

Wageningen - De voedsel- en diervoederveiligheidsbeoordeling van plantvariëteiten die door middel van cisgenese tot stand zijn gekomen, zal gelijk moeten blijven aan die van transgene variëteiten. Onderzoekers zien geen reden de regelgeving op dit punt anders toe te passen. Wel zou het beter zijn om nieuwe plantvariëteiten te beoordelen op basis van hun specifieke nieuwe eigenschappen in plaats van op de toegepaste technologie. Dat zijn de belangrijkste conclusies van een onderzoek van RIKILT - Instituut voor Voedselveiligheid, onderdeel van Wageningen University & Research centre.

Het rapport 'Food and feed safety aspects of cisgenic crop varieties' waarin de bevindingen staan, is geschreven in opdracht van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Het ministerie wilde weten of cisgene gewassen risico's met zich meebrengen als het gaat om voedsel- en diervoederveiligheid. Cisgenese is een vorm van genetische verandering waarbij soorteigen genen worden ingebracht. Dit in tegenstelling tot transgenese waarbij genetisch materiaal van andere soorten wordt gebruikt. Voor genetische modificatie geldt Europese regelgeving onder andere om te toetsen of de producten die met behulp van genetische modificatie tot stand komen, veilig zijn voor mens, dier en milieu.

Cisgenese en transgenese komen op essentiële onderdelen met elkaar overheen. Zo kunnen door de inbouw van een nieuw genetisch element, ongeacht de afkomst ervan, ongewenste bijeffecten optreden. Om die reden vinden de onderzoekers van RIKILT dat de beoordeling van de cisgene en transgene plantvariëteiten op het gebied van voedsel- en diervoederveiligheid op een zelfde wijze moet plaatsvinden.

In het rapport staat ook dat het beter zou zijn om nieuwe plantvariëteiten te beoordelen op basis van hun specifieke nieuwe eigenschappen in plaats van de toegepaste technologie. Juist de nieuwe eigenschappen van de plant zijn bepalend voor de voedsel- en diervoederveiligheid van het gewas en niet de toegepaste technologie. Cisgene planten bevinden zich namelijk veelal in het midden van een geleidelijke schaal die loopt van eenvoudige traditionele kruisingen tot complexe transgene planten. Het beeld is niet zwart-wit (genetisch gemodificeerd vs niet-genetisch gemodificeerd), zoals nu door de indeling in de regelgeving gesuggereerd wordt.

RIKILT heeft in het rapport de voedsel- en diervoederveiligheidsaspecten van cisgenese gedetailleerd in kaart gebracht. Dit deed zij samen met nationale en internationale experts op het terrein van de moleculaire biologie, plantenveredeling, risicobeoordeling, immunologie en nationaal en Europese beleid. De Tweede Kamer heeft het rapport inmiddels ontvangen.



Wageningen Universiteit en Researchcentrum