Radboud Universiteit Nijmegen


Goede resultaten met behandeling in gesloten jeugdzorg

Datum bericht: 16 augustus 2010

Jongeren met zeer ernstige gedragsproblemen hebben baat bij behandeling in instellingen voor gesloten jeugdzorg. Dat blijkt uit onderzoek van prof. dr. Jan Willem Veerman en dr. Coleta van Dam van de Radboud Universiteit Nijmegen en onderzoeksbureau Praktikon bv, in opdracht van het programmaministerie voor Jeugd en Gezin.

Tot een paar jaar geleden konden jongeren met (zeer) ernstige gedragsproblemen voor wie gesloten plaatsing nodig was, alleen terecht in een justitiële jeugdinrichting. Sinds een wetswijziging per 1 januari 2008 is het mogelijk om deze jongeren in de gesloten jeugdzorg te behandelen. Voorafgaand aan de wetswijziging konden vanaf 2005 een aantal `gewone' instellingen voor jeugdzorg ervaringen opdoen met het aanbieden van gesloten jeugdzorg. Dit onderzoek gaat over deze eerste ervaringen met gesloten jeugdzorg, dat inmiddels ook wel bekend staat als `Jeugdzorg Plus'.

Na een half jaar behandelen gaat het goed met de jongeren Voor ruim 300 onderzochte jongeren geldt dat zij een half jaar na behandeling over het algemeen goed weten te functioneren in de maatschappij. De meeste van hen zijn niet meer opgenomen in een instelling voor jeugdzorg, hebben goed contact met hun ouders, een goed sociaal netwerk en een goede dagbesteding. Ook gebruiken zij weinig drugs en hebben ze weinig politiecontacten. Tachtig procent van de jongeren scoort positief op de meeste sociale indicatoren. Deze jongeren deden het bij aanvang de hulpverlening op deze punten ronduit slecht.

Warmte , ondersteuning en regels
De aanpak in gesloten jeugdzorg bestaat uit het bieden van een leef- woonklimaat waarin zowel stimuleren (het bieden van warmte en ondersteuning aan jongeren) als structureren (disciplineren en het stellen van regels) centraal staan. Jongeren voelen zich veilig in de leefgroep, de leefsfeer is voldoende, er is wekelijks een individueel gesprek tussen jongere en mentor en het contact met de begeleiders is positief. Bijna alle jongeren krijgen een aanvullende individuele behandeling en bij tweederde vindt een gezinsbehandeling plaats. Directe betrokkenheid van gezinsleden heeft een opvallend positief effect op de behandeling.

De gemiddelde behandelduur in de onderzochte periode was elf maanden. De gedragsproblemen verminderen door de behandeling fors, evenals het delictgedrag en het alcohol- en drugsgebruik van jongeren.

Gezinnen meer betrekken bij hulpverlening
Op dit moment zijn er zestien instellingen voor gesloten jeugdzorg. Op basis van de uitkomsten bevelen de onderzoekers aan om in de verdere ontwikkeling van deze vorm van hulpverlening meer de gezinnen van de jongeren bij de behandeling te betrekken. Ook wijzen zij op het belang van het ontwikkelen van passend onderwijs en continuering daarvan in het nazorgtraject. Daarnaast zou de inzet van nazorg vanuit de instellingen moeten lopen en moet het pedagogisch klimaat in de leefgroep verder worden versterkt.

Minister André Rouvoet voor Jeugd en Gezin is blij met de uitkomsten: 'Het bewijst dat we met het mogelijk maken van gesloten jeugdzorg een goede keus gemaakt hebben. Het voorziet in een behoefte en levert goede resultaten op.'