Rijksoverheid
Ons kenmerk
5659974/10/DJJ
Datum 17 augustus 2010
Beëindiging programma Beter Beschermd
Geachte voorzitter,
In mijn brief van 15 februari 2010 heb ik u geïnformeerd over de brede
ontwikkelingen binnen de jeugdbescherming, waaronder de voortgang van het
programma Beter Beschermd1. Met deze brief wil ik u informeren over de
beëindiging van het programma Beter Beschermd. Deze beëindiging van het
programma in formele zin betekent overigens niet dat daarmee een eind is
gekomen aan de verdere verbetering van de kwaliteit in de jeugdbescherming. De
verbetering van de kwaliteit van de jeugdbescherming zal ook in de komende
jaren nadrukkelijk op de agenda staan, zoals b.v. het actieplan professionalisering
jeugdzorg, de toetsende taak van de Raad voor de Kinderbescherming en het
risicomanagement binnen de jeugdbescherming. Met de beëindiging van het
programma in formele zin, wordt wel het moment gemarkeerd dat de
doelstellingen in het kader van Beter Beschermd nagenoeg gerealiseerd zijn en
dat de resterende activiteiten binnen de reguliere verbanden afgerond kunnen
worden.
De doelen van Beter Beschermd
De uitvoering van het programma Beter Beschermd is na een gedegen
voorbereiding2 in januari 2005 gestart. Het doel van het programma was om de
kwaliteit van de jeugdbescherming te vergroten. 'Kwaliteit' betekent in dit verband
dat jeugdigen snel en effectief beschermd worden, indien zij in hun ontwikkeling
worden bedreigd.
Om deze kwaliteit te realiseren is in het programma Beter Beschermd gewerkt aan
een verbetering van de jeugdbescherming op drie terreinen:
* De verbetering van de samenwerking tussen de partners binnen de
jeugdbeschermingsketen, zodat de besluitvorming over de veiligheid van het
kind snel maar zorgvuldig plaatsvindt (parallel werken); resulterend in een
aanzienlijke verkorting van de doorlooptijd van de keten. Deze korte
doorlooptijd was vóór 2005 nog geen vanzelfsprekendheid.
* De verbetering van het methodisch handelen van de
(gezins)voogdijmedewerkers, door middel van speciaal toegesneden effectieve
1 Algemene brief over jeugdbescherming: Kamerstuk 31 001, nr.85.
2 Kamerstuk 28 606, nr. 19.
Ons kenmerk
5659974/10/DJJ
Pagina 2 van 4
methodische handels wijzen voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling en
de voogdij.
* De aanpassing van de kinderbeschermingswetgeving aan de gewijzigde
maatschappelijke opvattingen over, onder andere, het belang van het kind dat
moet prevaleren boven het belang van de ouder.
Het verloop van Beter Beschermd
In januari 2005 is het programma Beter Beschermd formeel gestart en sindsdien
is vanuit de stuurgroep Beter Beschermd door het ministerie in samenwerking met
de ketenpartners (Raad voor de Kinderbescherming, Raad voor de Rechtspraak,
het IPO (provincies) en de MOgroep (bureaus jeugdzorg)) intensief en nauwgezet
gewerkt aan de realisatie van de drie genoemde doelstellingen. In 2008 is een
groot deel van de ontwikkeltaken in het kader van Beter Beschermd afgerond en
zijn met de ketenpartners afspraken gemaakt over de te behalen resultaten en
over de invoering daarvan. De verantwoordelijkheid voor het doorvertalen van de
gewenste verbeteringen naar de dagelijkse uitvoeringspraktijk ligt immers primair
bij het management van de uitvoeringsorganisaties. Met deze afronding van het
merendeel van de ontwikkeltaken veranderde ook de rol van de stuurgroep en het
programmaministerie, waarbij de nadruk meer kwam te liggen op het volgen van
de invoering van de afspraken door de ketenpartners en waar nodig het voorzien
in impulsen om de voortgang van de invoering te bespoedigen. De
uitvoeringsorganisaties zijn voortvarend met de uitwerking van de afspraken aan
de slag gegaan.
In het kader van het programma Beter Beschermd is de afgelopen periode
gewerkt aan het afronden van de laatste ontwikkeltaken. In navolging van de
methode voor de uitvoering van de ondertoezichtstelling (de deltamethode), is
eind 2009 de methode voor de uitvoering van de voogdij vastgesteld. Eind 2009
heb ik u ook mijn voorstel voor de wijziging van de kinderbeschermingswetgeving
toegezonden. Ik heb u onlangs de Nota naar aanleiding van het verslag
toegezonden.
De resultaten van Beter Beschermd
De verbetering van de samenwerking in de jeugdbeschermingsketen is in 2005 al
ingezet door middel van pilotprojecten in enkele regio's met uitvoerders van de
bureaus jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming. In deze pilots is een
werkwijze (best*practice) ontwikkeld die snel en zorgvuldig is. Kern van deze
werkwijze is het casusoverleg bescherming (COB). Deze werkwijze is beschreven
in het referentiewerkmodel voor de samenwerking rond het casusoverleg
bescherming. De invoering van deze werkwijze is een belangrijke randvoorwaarde
voor het realiseren van de gewenste versnelling van de doorlooptijd in de
jeugdbeschermingsketen. In 2009 is deze werkwijze in alle regio's doorgevoerd en
zijn er in totaal 61 casusoverleggen bescherming actief in het land. Met deze
casusoverleggen wordt winst behaald in de doorlooptijd door een efficiënte
samenwerking en door parallelle werkzaamheden; dubbel werk wordt hiermee
voorkomen.
De snelle werkwijze wordt verder ondersteund door een verbeterde
informatievoorziening in de jeugdbeschermingsketen. Voor snelle en zorgvuldige
besluitvorming is het van belang dat de daarvoor benodigde informatie tijdig en
uniform voor handen is. In alle regio's wordt het casusoverleg ondersteund door
het ondersteunende systeem COBOS. Daarnaast kan de snelheid van werken
aanzienlijk worden vergroot door het invoeren van elektronisch berichtenverkeer.
Ons kenmerk
5659974/10/DJJ
Pagina 3 van 4
Bij de Raad voor de Kinderbescherming en de Bureaus Jeugdzorg is dit al in
gebruik.
In de afgelopen periode is het belang van keteninformatisering groter geworden.
Op dit gebied kunnen nog grote voordelen gerealiseerd worden. Op dit moment
wordt onderzocht hoe de doorontwikkeling en het beheer van keteninformatisering
een structurele plaats gegeven kan worden. Hierbij zal tevens onderzocht worden
hoe daarbij aansluiting gezocht kan worden met de jeugdstrafrechtketen en de
jeugdzorgketen.
Begin 2005 was sprake van een gemiddelde doorlooptijd van circa 300 dagen. In
de brief van 15 februari 2010 heb ik beschreven dat er medio 2009 sprake was
van een doorlooptijd van 120 á 130 dagen; een daling van circa 60%. Eind 2009
is sprake van een gemiddelde doorlooptijd van 99 dagen; een daling van circa
67%. Daarmee is het beoogde doel - in 75% van de gevallen wordt binnen 70
dagen na constatering van een ernstige bedreiging van het kind, een maatregel
voor jeugdbescherming opgelegd - nog niet volledig gerealiseerd. Eind 2009
hebben de ketenpartners dan ook een vervolg plan van aanpak voor 2010
opgesteld om de verdere daling van de doorlooptijd te realiseren. Dit plan van
aanpak is medio 2010 afgerond. Eind 2010 zullen de effecten van deze activiteiten
volledig ingebed zijn in de organisaties, waarna de verdere daling van de
doorlooptijd in de cijfers zichtbaar zal worden.
In 2009 is de invoering van de deltamethode voor de ondertoezichtstelling volledig
afgerond. Stapsgewijs zijn alle gezinsvoogdijwerkers opgeleid en is binnen de
organisatie gewerkt naar de verlaging van de caseload conform gemiddeld 1 op
15. De invoering van de deltamethode is door het WODC geëvalueerd. Hieruit
blijkt dat de deltamethode sterk positieve effecten heeft op de duur van de
ondertoezichtstelling en de kans op en de duur van een uithuisplaatsing. De
evaluatie levert veel waardevolle aanknopingspunten op voor de doorontwikkeling
van de methodiek. Ik zal u hierover separaat informeren.
Zoals ik hierboven al beschreven heb, is eind 2009 de methodiekbeschrijving voor
de methode voogdij afgerond. Deze nieuwe methode is gericht op het versterken
van het toekomstperspectief van de jeugdige. Bij voorkeur wordt gewerkt aan de
overdracht van de voogdij aan 'natuurlijk persoon' zoals pleegouders of
burgervoogden. In 2010 is gestart met de implementatie van deze methodiek,
waaronder de vaststelling van de urennorm voor de nieuwe voogdijmethode, de
scholing van de (gezins)voogden, het aanpassen van de werkprocessen en
werksystemen en het wegnemen van allerlei juridische en financiële obstakels
voor het realiseren van voogdijoverdracht aan pleegouders en burgervoogden. In
2011 zal daadwerkelijk met de invoering van de nieuwe voogdijmethode in de
praktijk gestart worden. Uiteraard zal ook de invoering van de voogdijmethode
geëvalueerd worden. Ik zal u hier te zijner tijd nader over berichten.
Met de invoering van de methode voogdij is de doelstelling gerealiseerd om te
komen tot een verbeterd methodisch handelen van de voogdijwerkers door middel
van effectieve methodische handelswijzen. Hiermee is een belangrijk fundament
gerealiseerd voor de professionalisering van de voogdijwerkers. Het actieplan
professionalisering, dat medio 2010 zal worden afgerond, zal een impuls geven
aan de verdere professionalisering van de voogdijwerkers.
In het kader van de wijziging van de kinderbeschermingswetgeving heb ik u
onlangs de nota toegezonden naar aanleiding van het verslag dat de vaste
commissie voor Justitie heeft uitgebracht over mijn wijzigingsvoorstellen. Hiermee
Ons kenmerk
5659974/10/DJJ
Pagina 4 van 4
is een belangrijke stap gezet in het proces tot aanpassing van de
kinderbeschermingswetgeving. Vooruitlopend op de behandeling van de wet door
beide Kamers, zijn de Raad voor de Kinderbescherming, de Raad voor de
Rechtspraak en de MOgroep (bureaus jeugdzorg) al begonnen met het opstellen
van plannen voor de implementatie van de gewijzigde wetgeving. Uiteraard
worden deze plannen in nauwe samenwerking met IPO/provincies en het
programmaministerie opgesteld.
Tot slot
Zoals ik in de inleiding van deze brief al beschreven heb betekent de beëindiging
van het programma Beter Beschermd in formele zin niet dat een einde is gekomen
aan de ontwikkeling van de kwaliteit binnen de jeugdbescherming. Een aantal
nieuwe ontwikkelingen is al ingezet. Ik heb u hierover al geïnformeerd in mijn
brief van 15 februari. Uiteraard zal ik deze ontwikkelingen binnen de bestaande
structuren en verbanden blijven volgen.
Rest mij om in deze brief mijn grote waardering uit te spreken voor de inzet en de
volharding van al die medewerkers uit het management en uitvoering van de
ketenpartners, die betrokken zijn geweest bij de realisatie van de doelstellingen
van Beter Beschermd. Binnen de keten zijn grote stappen gezet ter verbetering
van de kwaliteit van de jeugdbescherming. Het management en de uitvoering
hebben daarbij kritisch gekeken naar hun eigen werkprocessen en die van de
ketenpartners. Daarbij is in alle openheid gekeken naar de manier waarop
gezamenlijk de zorg voor cliënten verbeterd kan worden en er snel, deskundig en
zorgvuldig wordt opgetreden in situaties waarbij de veiligheid van het kind in het
geding is. Dat is niet altijd eenvoudig geweest, ook omdat het reguliere werk
'gewoon doorging' en er ook nog tal van andere belangrijke ontwikkelingen zijn
geweest. Toch is er een aantal grote en belangrijke slagen gemaakt door de
ketenpartners. Ik ben hen daarvoor zeer erkentelijk.
Hoogachtend,
de Minister voor Jeugd en Gezin,
mr. A. Rouvoet