Universiteit Leiden

Onderzoek naar emotie en cognitie bij nemen van beslissingen

Verbindende theorie

Hoe bepalen mensen welke actie zij het best kunnen uitvoeren wanneer zij een bepaald doel willen bereiken? Psychologische theorieën gingen tot nu toe vooral uit van rationele óf van emotionele processen. Samen met prof.dr. Reinout Wiers en dr. Sanne de Wit van de Universiteit van Amsterdam gaat Hommel nu proberen om beide onderzoekslijnen te integreren. Eén verbindende theorie van intentioneel handelen is het ultieme doel.

Taalbarrières

Makkelijk zal dat niet worden, erkent Hommel direct. 'Om verbindingen te leggen tussen verschillende theoretische stromingen moeten we eerst taalbarrières overwinnen. In de cognitieve psychologie praten we vooral over doelen, percepties en acties. In de klinische psychologie gaat het veel over drives en emoties; begrippen waar in de cognitieve psychologie vaak geen plek voor is. Een van onze grootste uitdagingen is om een gemeenschappelijke taal te ontwikkelen.'

Tweestapsproces

Hommel en zijn collega's hebben al wel een vermoeden hoe rationele en emotionele beslissingsprocessen op elkaar aansluiten. 'Wij denken dat mensen tot doelgerichte acties besluiten via een tweestapsproces. Als je een bepaald doel hebt, moet je eerst weten welke acties het gewenste effect geven. Dat is een cognitief proces. Op basis van aangeleerde associaties tussen acties en hun gevolgen weet je uit welke acties je kunt kiezen als je een bepaald doel wilt bereiken. Maar om vervolgens een keuze te kunnen maken uit die acties, moet je gedreven worden door een bepaalde voorkeur. Dat is waar emoties om de hoek komen kijken. De ene handeling leidt tot een positief gevoel, de andere tot een negatief gevoel. Mensen kiezen de actie die eerder het meest positieve gevoel opriep.'

Neurale netwerken

Volgens Hommel sluiten traditionele cognitieve en motivationele theorieën elkaar dus niet uit, maar vullen ze elkaar aan. Cognitieve mechanismen zorgen ervoor dat mensen weten uit welke acties ze kunnen kiezen als ze een doel willen bereiken. Emotionele mechanismen bepalen vervolgens de keuze voor een van deze acties. Deze twee mechanismen lijken te verlopen via verschillende neurale netwerken in de hersenen. Bij de cognitieve processen speelt het voorste deel van de hersenen een belangrijke rol, terwijl emotionele keuzes dieper in de hersenen plaatsvinden.

fMRI

Het model van Hommel en zijn collega's maakt het mogelijk om individuele verschillen in gedrag, persoonlijkheid en genetische opmaak te relateren aan verschillen in patronen van hersenactiviteit. Dankzij de fMRI-faciliteiten van het Leiden Institute for Brain and Cognition (LIBC) kan Hommel de hersenactiviteit van verschillende groepen proefpersonen meten terwijl zij beslissingen nemen in het laboratorium.

Ongeremd gedrag

De onderzoekers willen onder meer impulsieve en spanningsbeluste mensen (sensation seekers) met elkaar vergelijken. Beide typen mensen vertonen ongeremd gedrag, maar de oorzaken daarvan zijn waarschijnlijk verschillend. Bij impulsieve mensen functioneert het voorste deel van de hersenen niet optimaal. Volgens het model van Hommel leidt dit vooral tot problemen in de cognitieve fase van het beslissingsproces: impulsieve mensen gaan al tot actie over voordat ze alle opties in kaart hebben gebracht. Bij sensation seekers is het probleem eerder motivationeel van aard: zij kiezen voor de meest riskante optie omdat ze uit zijn op de grootste kick. Aan de hand van diverse experimenten en fMRI-scans hoopt Hommel dergelijke individuele verschillen bloot te leggen. 'Idealiter kun je op basis van hersenactiviteit voorspellen wat voor type beslisser iemand is en kun je hersenactiviteit voorspellen als je weet wat voor type beslisser iemand is. Zo ver zijn we echter nog lang niet.'

Verslaafden

Ook mensen met een alcoholverslaving en mensen met een eetstoornis zullen plaatsnemen in de fMRI-scanner. Het onderzoek krijgt daarmee ook klinische relevantie. 'Als je bijvoorbeeld kunt vaststellen dat het probleem bij een verslaafde puur motivationeel is, weet je zeker dat je verslaving niet kunt oplossen door alleen in te spelen op cognities. Bovendien geeft inzicht in de onderliggende hersenmechanismen farmacologen mogelijk nieuwe aanknopingspunten voor het ontwikkelen van medicatie.'

Interdisciplinair

Het onderzoek van Hommel en zijn collega's is een van de eerste pogingen om inzichten uit de cognitieve psychologie, de klinische psychologie en de neurowetenschappen samen te brengen. 'De samenwerking tussen verschillende vakgebieden maakt het onderzoek leuk,' zegt Hommel. 'Als expert op een bepaald gebied heb je je eigen cognitieve grenzen. Door samen te werken met andere experts verleg je die grenzen. Het onderzoek heeft daarom ook veel potentieel binnen het LIBC. Zonder het LIBC hadden we zulk interdisciplinair onderzoek hier niet kunnen doen in Leiden.'

Grenzen verleggen

Ook door innovatieve experimenten te ontwikkelen wil Hommel grenzen verleggen. 'Van het huidige cognitief-psychologische onderzoek maakt 80% gebruik van computertaken waarin de onderzoeker voorschrijft hoe de proefpersoon moet reageren op een stimulus. Maar als onze theorie klopt, meet je daarmee absoluut niet het cognitieve aspect van menselijke beslissingen. In onze experimenten gaan we proefpersonen situaties voorleggen waarin zij hun doelen op meerdere manieren kunnen bereiken. Of we daarmee dichter in de buurt komen van het flexibele, creatieve aspect van menselijke cognitie, weet ik niet. Maar we gaan er in ieder geval hard ons best voor doen. Ik houd van uitdagingen. Als je met iets nieuws begint, wil je bewijzen dat het geen onzin is.'

(17 augustus 2010/Tristan Lavender)