Rijksoverheid


Datum 18 augustus 2010

antwoord op Kamervragen over het weigeren van toekomstige studenten door mbo#instellingen vanwege hun leeftijd

Hierbij zend ik u het antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Smits (SP) van de Tweede Kamer der Staten#Generaal over het weigeren van toekomstige studenten door mbo#instellingen vanwege hun leeftijd (ingezonden 29 juli 2010, kenmerk 2010Z11335).
de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt#Vliegenthart

Uw referentie
2010Z11335

Onze referentie
228505

2010Z11335
Vragen van het lid Smits (SP) aan staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het weigeren van toekomstige studenten door mbo-instellingen vanwege hun leeftijd. (Ingezonden 29 juli 2010)

1
Wat is uw oordeel over het feit dat mbo-instellingen toekomstige studenten weigeren vanwege het feit dat zij te oud zouden zijn? 1)
Antwoord
Als dat inderdaad het geval zou zijn, is het in strijd met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid. Die wet bepaalt in artikel 5 onder b: Onderscheid is verboden bij het verlenen van toegang tot, het aanbieden van, het afnemen van toetsen tijdens en het afsluiten van onderwijs dat gericht is op de toetreding tot en het functioneren op de arbeidsmarkt.

2
Kunt u verklaren waarom mbo-instellingen zeggen dat deze toekomstige studenten 'moeilijk aansluiting kunnen vinden' en 'minder kans maken op een diploma'? Is hier sprake van een perverse prikkel in de bekostiging aangezien studenten geweigerd worden op basis van hun slagingskans?
Antwoord
Het is denkbaar dat het voor scholen in tijden van tegenzittende economische omstandigheden, zoals thans het geval is, niet gemakkelijk is voor de moeilijker plaatsbare leerlingen praktijkplaatsen te vinden. Iedere ingeschreven student levert echter wel bekostiging op. Voor een student in de bol is dat nog meer dan voor een student in de bbl. Van het beschikbare budget wordt 80% toegedeeld aan de bekostiging van inschrijvingen; de resterende 20% aan de bekostiging van diploma's. De bekostiging van de inschrijving overtreft dus die van het diploma. De minder gemakkelijk te plaatsen leerlingen treffen we vooral aan in de niveaus 1 en 2. Voor de ingeschrevenen op die niveaus is er bovenop de ingeschrevenenbekostiging nog een aanvullende bekostiging vanuit het budget voor Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten (het zogenaamde VOA-budget). Naar mijn oordeel is hier juist sprake van een goede prikkelwerking, die instellingen stimuleert ook leerlingen met een lagere slagingskans op te leiden.
3
Hoe verhoudt deze handelswijze van mbo-instellingen zich tot het regeringsbeleid omtrent 'Leven Lang Leren'?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 1.

4
Is het u bekend dat de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) vreest dat het om grotere aantallen gaat dan bij haar bekend is? Heeft u inzicht in hoe vaak weigering van toekomstige studenten op grond van hun leeftijd door mboinstellingen voorkomt? 2) Zo nee, bent u bereid hier onderzoek naar te doen? Antwoord
Pagina 3 van 4
Datum
Onze referentie
228505
Ja, dat is mij bekend, maar ik heb geen inzicht in hoe vaak weigering zou voorkomen. Ik heb geen aanleiding om aan te nemen dat het om grotere aantallen gaat. Ik acht nader onderzoek niet nodig om de in de antwoorden op de vragen 5 en 6 aangegeven redenen. Overigens blijkt uit de aangehaalde berichtgeving van het JOB in het Nederlands Dagblad 1) dat de afwijzingen inmiddels allemaal zijn ingetrokken.

5
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat mbo-instellingen studenten op grond van hun leeftijd weigeren? Zo ja, bent u bereid alle mbo-instellingen te wijzen op hun wettelijke verplichting niemand op grond van zijn leeftijd te weigeren? Zo ja, op welke termijn?
Pagina 4 van 4
Datum
Onze referentie
228505
Antwoord
Zoals ik ook al in mijn antwoord op vraag 1 heb meegedeeld, is weigering op grond van leeftijd in strijd met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd en dus onacceptabel. Ik zal de instellingen nog eens uitdrukkelijk op deze verplichting wijzen in mijn eerstvolgende bestuurlijk overleg met de MBO Raad.
6
Bent u bereid sancties te treffen tegen instellingen die zich niet aan de wet houden? Antwoord
Het is niet aan mij om sancties te treffen in dit soort gevallen. Studenten die menen dat sprake is van verboden onderscheid kunnen de Commissie Gelijke Behandeling om een oordeel vragen. Mocht vervolgens een instelling het oordeel van de Commissie naast zich neerleggen, dan kan de student naar de rechter stappen.


1) Nederlands Dagblad, 27 juli 2010

2) de Volkskrant, 28 juli 2010