Rechtbank Amsterdam


Twaalf maanden gevangenisstraf voor toedienen middel dat zwangerschap kan afbreken

Amsterdam, 19 augustus 2010 - De rechtbank in Amsterdam heeft een man veroordeeld voor het geven van een middel aan een vrouw terwijl hij wist dat daardoor de zwangerschap van het slachtoffer kon worden afgebroken.

Verdachte wordt veroordeeld voor het geven van een middel aan het slachtoffer zonder dat zij daarvan wist en zonder haar toestemming, terwijl hij wist dat daardoor de zwangerschap van het slachtoffer kon worden afgebroken (feit 1). Verdachte wordt tevens veroordeeld voor een poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade van het slachtoffer (feit 2). De rechtbank legt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op voor de duur van 12 maanden.

Verdachte heeft in het eten van het slachtoffer, terwijl hij wist dat zij van hem zwanger was, het middel misoprostol gemengd. Die avond verloor het slachtoffer haar vrucht. Het middel misoprostol wordt gebruikt bij de afbreking van zwangerschappen en kan dus de zwangerschap afbreken (feit 1).

Voor de beoordeling van feit 2 (zware mishandeling dan wel poging tot zware mishandeling) dient de rechtbank eerst vast te stellen of het handelen van verdachte, te weten het toedienen van de misoprostol, tot gevolg heeft gehad dat de zwangerschap is afgebroken.

Bekend is dat de verdachte een hoeveelheid misoprostol door het eten heeft gemengd, maar het is niet mogelijk vast te stellen of de door verdachte toegediende hoeveelheid de abortus heeft bewerkstelligd. Het gegeven daarbij dat de voor een abortus minimaal benodigde hoeveelheid misoprostol per persoon verschilt, maakt dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de door verdachte toegediende dosis de miskraam heeft veroorzaakt. Dat leidt er toe dat een alternatieve oorzaak van de miskraam niet valt uit te sluiten en aldus bestaat er een reële mogelijkheid dat de miskraam ook zou hebben plaatsgevonden als de verdachte de stof niet in het eten had gedaan.

Verdachte kan wel voor de poging tot zware mishandeling (met voorbedachten rade) worden veroordeeld. Beide feiten zijn ernstig, mede omdat verdachte aan het slachtoffer het zelfbeschikkingsrecht om haar kind te behouden heeft ontnomen. Ook heeft verdachte niet alleen het slachtoffer een middel gegeven waardoor er een kans op afbreking van de zwangerschap bestond, maar tevens haar gezondheid in gevaar gebracht. De rechtbank weegt mee dat de samenleving eist dat een daad als deze wordt gestraft, ook met het oog op afschrikking van anderen.

LJ Nummer

BN4447

Bron: Rechtbank Amsterdam Datum actualiteit: 19 augustus 2010 Naar boven