Universiteit Utrecht

Persbericht van de Universiteit Utrecht

26 augustus 2010

Invloed van klimaatverandering op biodiversiteit nauwkeuriger te bepalen Aantal plantensoorten prehistorisch Groenland daalde circa 80%

Tijdens de opwarming in het Trias-Jura-tijdperk is het aantal plantensoorten op Groenland met circa 80% gedaald. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht. Onderzoekers konden de invloed van klimaatverandering op biodiversiteit nauwkeuriger bepalen door studie van fossiele bladeren en die van prehistorisch stuifmeel te combineren. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS).

Klimaatveranderingen hebben grote gevolgen voor de biodiversiteit. Tijdens de snelle opwarming van de aarde in het Trias-Jura-tijdperk, meer dan 200 miljoen jaar geleden, was zelfs sprake van het massaal uitsterven van planten en dieren. De schattingen die wetenschappers maken voor de toenmalige afname in biodiversiteit hangen echter sterk af van de onderzoeksmethode, en lopen tientallen procenten uiteen. De nieuwe resultaten tonen aan dat het aantal plantensoorten op Groenland in die tijd met circa 80% daalde.

Bladeren en stuifmeel

Samen mat collega's aan het University College in Dublin onderzochten Utrechtse biologen prehistorisch stuifmeel op een plek in Groenland waar eerder alleen fossiele plantenresten waren bestudeerd. Ze ontdekten hierbij dat de beste methode om de diversiteit van de flora te bepalen afhankelijk is van de plantensoort. "Varens en mossen zijn in het algemeen beter te identificeren aan de hand van stuifmeel", zegt Wolfram Kürschner, palaeobioloog aan de Universiteit Utrecht. "Bepaalde groepen van zaadplanten, zoals palmvarens (cycassen), zijn echter het beste aan de hand van hun bladeren of zaden te herkennen. Door de twee technieken te combineren konden we de prehistorische veranderingen in de biodiversiteit met veel grotere precisie bepalen."

Biodiversiteit in de toekomst

Het onderzoek maakt het mogelijk om beter te voorspellen hoe flora en fauna reageren op de verwachte temperatuurstijging in de toekomst. "Die kennis is nodig om de biodiversiteit in de toekomst zoveel mogelijk op peil te houden. Door het op tijd beschermen en ondersteunen van klimaatgevoelige dieren of planten is een gedeelte van de schade wellicht op te vangen", aldus Kürschner.