Rijksmuseum


Rijksmuseum verwerft topstukken 20ste eeuw

Witte stoel van Rietveld en schotelreliëf van Schoonhoven

Het Rijksmuseum heeft twee topstukken verworven voor de collectie kunst en geschiedenis van de 20ste eeuw. Het gaat om de beroemde leunstoel die Gerrit Th. Rietveld omstreeks 1918 ontwierp en een `schotelreliëf' van Jan J. Schoonhoven uit 1963. Beide kunstwerken krijgen vanaf 2013 een vaste plaats in het nieuwe Rijksmuseum. In de `rood-blauwe' kleurstelling die Rietvelds ontwerp omstreeks 1924 kreeg, werd de leunstoel niet alleen een visueel manifest van De Stijl, waartoe Rietveld (1888-1964) behoorde, maar ook een internationaal design-icoon van de 20ste eeuw. De stoel kon destijds echter in verschilende houtsoorten en kleuren besteld worden. Deze zeldzame witte uitvoering is een uniek exemplaar van grote cultuurhistorische waarde. De stoel is gemaakt in Rietvelds eigen meubelmakerij, vóór de overname door zijn assistent Gerard van de Groenekan, en is als een van de weinige vroege leunstoelen precies te dateren. De stoel werd in het voorjaar van 1923 besteld door de de schrijfste r Til Brugman (1888-1958) voor de muziekkamer van haar vriendin Sienna Masthoff. Zij gaf de Hongaarse kunstenaar Vilmos Huszár, mede-oprichter van De Stijl, opdracht om de muziekkamer van hun woning aan de Ligusterstraat 20 in Den Haag opnieuw in te

richten. Rietvelds stoel maakte deel uit van de `ruimte-kleurcompositie' in grijs, zwart en wit die Huszár voor de kamer ontwierp. Kort voor haar overlijden verkocht Brugman de stoel. De verblijfplaats van de stoel was onbekend tot de veiling bij Christie's Amsterdam in 2007. De stoel kwam in bezit van Leigh Keno American Antiques, van wie het Rijksmuseum na bemiddeling door Marcel Brouwer, expert van (het nieuw opgerichte) veilinghuis Gavelers, de stoel verwierf. Eén van de belangrijkste kunstenaars van zijn generatie was Jan J. Schoonhoven (19141994). Met Armando, Henk Peeters en Jan Henderikse vormde hij begin jaren '60 de NUL-groep. In hun werk werd de schoonheid van alledaagse verschijnselen, voorwerpen en materialen zichtbaar gemaakt. Schoonhoven begon in 1960 zijn beroemde witte reliëfs van aaneengeschakelde vierkanten en rechthoeken te maken. Van de uitzonderlijke `schotelreliëfs' zijn er slechts zeer weinig bekend. Het werk dat nu door het Rijksmuseum is verworven, werd in 1964 door de Nederlandse staat van de kunstenaar gekocht. Het monumentale reliëf hing vervolgens van 1974 tot 2003 in de Nederlandse ambassade in het (West)Duitse Bonn. Bij de verhuizing van de ambassade naar Berlijn keerde het reliëf terug naar Nederland. Het schotelreliëf uit 1963 werd door het Instituut Collectie Nederland (ICN), dat de mobiele rijkscollectie beheert, overgedragen aan het Rijksmuseum ten behoeve van de collectie 20ste eeuwse kunst. Onder supervisie van het ICN, dat er naar streeft topstukken uit zijn collectie naar musea over te brengen, werd het reliëf schitterend gerestaureerd door Lydia Beerkens. `Nieuw in Rijksmuseum: Gerrit Th. Rietveld · Jan J. Schoonhoven', te zien in de Aanwinstenzaal van 30 augustus t/m 4 oktober 2010. De aankoop van de Rietveld-stoel werd mede mogelijk gemaakt door de BankGiro Loterij. Van 20 oktober 2010 t/m 30 januari 2011 is de Rietveld-stoel te zien op de tentoonstelling `Rietvelds Universum' in het Centraal Museum Utrecht.


Noot voor redacties