Gemeente Aalsmeer

leert alles over paling bij bedrijfsbezoek

Aalsmeers college leert alles over paling bij bedrijfsbezoek

Stromende regen en doorweekte kleding, het hoorde er allemaal bij vorige week vrijdag toen het college van B&W een bedrijfsbezoek bracht aan vis- en palingrokerij Rekelhof aan de Herenweg in Kudelstaart.

De familiezaak bestaat als sinds jaar en dag en ging op Theo Rekelhof (52) over via vader, opa en overgrootvader. Zaten de fuiken in vroeger dagen vol vette paling, tegenwoordig is het allemaal wat minder, hoewel het vrijdag 27 augustus niet tegenviel met een vangst van 15 palingen. In de bak op de boot waarmee hij de netten leegt, bewaarde Rekelhof een meerval van ruim één meter lang. `Speciaal voor jullie bewaard', zo vertelde hij burgemeester Litjens en de wethouders Eurich, Verburg en Van der Hoeven. `Veelvraten zijn het', aldus Rekelhof. `Ze vreten echt alles op wat ze tegenkomen'. Desalniettemin laat hij de glimmende vis ruimhartig van zijn vlonder de Westeinder in verdwijnen.

Sargassozee
Het college wordt in korte tijd bijgepraat over de visvergunning, de stropers en de samenwerking met visvereniging Vislust. De vele vragen leiden tot even zovele verhalen. Rekelhof is er bedreven in. De palingstand loopt terug in Nederland, zo luidt de algemene opinie. Dus zet beroepsvisser Rekelhof zelf nieuwe paling uit. In april dit jaar ging het - in samenwerking met gemeente en visvereniging - om zo'n 20.000 glasaaltjes die over tien plekken werden verdeeld. De kleine glimmende wormpjes moeten na zeven, acht jaar geslachtsrijp zijn, waarna hun grote reis begint om zich voort te planten in het paringsgebied in de Sargassozee. Dit is een uniek broedgebied van de Europese en Noord-Amerikaanse paling nabij het eiland Bermuda. De uitgekomen eitjes trekken onder andere richting Europa, waar ze vele waterkeringen en roofvissen moeten trotseren om eindelijk in de Westeinder terecht te komen.

Waarom bedrijfsbezoeken?
Begin 2009 is het college van B&W begonnen met het maandelijks bezoeken van een Aalsmeerse ondernemer of bedrijf. Het college van B&W vindt het belangrijk om te weten wat er speelt bij de bedrijven om zo een vinger aan de pols te houden. Waar liggen bedreigingen of juist kansen, eventuele zwakke en sterke punten. Dit kan belangrijke informatie opleveren om mee te nemen bij het maken van beleid.