Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Wsw-statistiek 2009

Jaarrapport
Een onderzoek in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Piet van Santen Marcia van Oploo, MSc MA Drs. Mirjam Engelen Projectnummer: B3647 Zoetermeer, 3 augustus 2010



De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Research voor Beleid. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Research voor Beleid. Research voor Beleid aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.

2



Voorwoord
In opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voert Research voor Beleid de Wsw-statistiek uit bij gemeenten en het UWV WERKbedrijf. In deze statistiek worden elk halfjaar gegevens verzameld over alle personen die een beroep doen op de Wet sociale werkvoorziening. Het gaat hierbij zowel om mensen met een Wsw-dienstbetrekking of een arbeidsovereenkomst voor begeleid werken als om mensen op de wachtlijst en alle genomen indicatiebesluiten. De benodigde gegevens voor de Wsw-statistiek worden halfjaarlijks aangeleverd door alle sw-bedrijven in Nederland namens de gemeenten en door het UWV WERKbedrijf. Na controle, eventueel noodzakelijke correcties en statistische verwerking van de gegevensbestanden wordt een landelijke jaarrapportage opgesteld die inzicht geeft in de omvang en kenmerken van de doelgroep en de ontwikkelingen daarin. De eindstanden in de verschillende tabellen komen niet altijd overeen met de eindstanden in voorgaande rapportages. Dit wordt veroorzaakt door nagekomen informatie over de vorige meetperiode die alsnog is verwerkt en opgenomen in de huidige rapportage. Tot nu toe zijn twintig halfjaarlijkse metingen uitgevoerd van het eerste halfjaar 2000 tot en met het tweede halfjaar van 2009. In 2008 is op verzoek van het Ministerie van SZW overgegaan op een jaarrapportage. Voor de VBTB rapportage wordt de halfjaarlijkse uitvraag gehandhaafd. Voor deze meting zijn van het UWV WERKbedrijf gegevens ontvangen over de indicaties en zijn van sw-bedrijven en/of gemeenten gegevens ontvangen over wachtlijstplaatsingen, Wsw-dienstbetrekkingen en begeleid werkenplaatsen. Het projectteam van Research voor Beleid dat de Wsw-statistiek uitvoert, heeft regelmatig overleg met een klankbordgroep bestaande uit vertegenwoordigers van: Ministerie van SZW; Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG); Brancheorganisatie Cedris. Het Wsw-projectteam van Research voor Beleid bestaat uit Piet van Santen en Marcia van Oploo. Het projectteam is in haar activiteiten ondersteund door Rob Altona en Inge Harteveld.

Mirjam Engelen Clustermanager Werk & Inkomen

3



4



Inhoudsopgave


1

Inleiding

7


2

Omvang van de Wsw 2.1 2.2 Volumegegevens Wsw in het jaar 2009 Recente volumeontwikkelingen

9 9 10 11 12 15 19 19 21 22 27 28 30 33 37 43


3

Indicaties 3.1 3.2 Eerste indicaties Herindicaties


4

Wachtlijst 2009 4.1 4.2 4.3 Profiel personen op de wachtlijst Wachtduur op de wachtlijst Uitstroom wachtlijst


5

Werknemersbestand 5.1 5.2 5.3 5.4 Kenmerken werknemers met een Wsw-dienstbetrekking Kenmerken werknemers met een arbeidsovereenkomst begeleid werken Duur, omvang en salariëring van Wsw-dienstbetrekkingen en arbeidsovereenkomsten begeleid werken Uitstroom uit het werknemersbestand Responsverantwoording 19 e en 20 e meting

Bijlage 1

Bijlage 2

Aanvullende tabellen

47

Bijlage 3

Te registreren kenmerken Wsw-statistiek

51

Bijlage 4

Volledigheid van de gegevens

55

5



6



1

Inleiding

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wordt op de hoogte gehouden van de omvang van de Wsw-populatie en de realisatiecijfers door de jaarlijkse volume opgaven. Voor meer uitgebreide beleidsinformatie heeft het ministerie de halfjaarlijkse Wswstatistiek op persoonsniveau ingevoerd. De Wsw-statistiek omvat statistische informatie over indicatiebesluiten, de wachtlijst, Wswdienstbetrekkingen en arbeidsovereenkomsten voor begeleid werken. Bijlage 3 geeft een overzicht van de kenmerken die deel uitmaken van de Wsw-statistiek. Het UWV WERKbedrijf heeft de indicatiegegevens aangeleverd aan Research voor Beleid. UWV WERKbedrijf levert deze indicatiegegevens ook aan gemeenten (c.q. sw-bedrijven) met uitzondering van gegevens over die personen die bij een eerste indicatie boven- of onderzijde zijn geïndiceerd. Alle 89 sw-bedrijven en 13 gemeenten hebben een bestand rondom de deadline op 16 februari 2010 aangeleverd. Een meer uitgebreide beschrijving van de gerealiseerde respons is opgenomen in bijlage 1 van dit rapport. Een overzicht van de kwaliteit van de aangeleverde bestanden is opgenomen in bijlage 4. De betrouwbaarheid van de in dit rapport opgenomen gegevens is zeer hoog.

Inhoud en opzet van het rapport
In dit rapport wordt een beeld gegeven van de omvang en karakteristieken van de Wsw in 2009. Daarnaast komen ontwikkelingen in de voorafgaande (half)jaren aan de orde. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de aantallen personen in de Wsw. In hoofdstuk 3 worden resultaten gepresenteerd over indicaties. De ontwikkelingen van de wachtlijst en het werknemersbestand komen respectievelijk aan de orde in de hoofdstukken 4 en 5. Voor de vergelijkbaarheid van gegevens zijn alle missende waarden (cases waarbij een bepaald kenmerk niet of niet juist is aangeleverd) apart opgenomen. In de tabellen worden dus alleen de valide percentages weergegeven. De in de tabellen vermelde absolute aantallen zijn wel inclusief de missende waarden (tenzij anders aangegeven).

7



8



2

Omvang van de Wsw

2.1

Volumegegevens Wsw in het jaar 2009

Tabel 2.1 geeft een overzicht van de volumeontwikkelingen binnen de Wsw in 2009.

Tabel 2.1 Volumeontwikkeling Wsw in 2009, in aantal personen
Begin Instroom 2009 Wachtlijst Werknemersbestand Dienstbetrekkingen Begeleid werkenplaatsen 1 e Indicaties Herindicaties Totaal indicaties 17.762 102.188 97.457 4.759 11.933 7.574 6.004 1.633 11.180 6.671 6.531 1.105 Uitstroom Eindstand 2009 18.710 102.173 96.931 5.295 Instroom % 67% 7% 6% 34% Uitstroom % 63% 7% 7% 23% Toename/ afname % 5% 0% -1% 11%

12.005 (totaal 2009) 16.244 (totaal 2009) 28.249 (totaal 2009)

I nstroompercentage = instroom / beginstand; Uitstroompercentage = uitstroom / beginstand; Toename-/afnamepercentage = (verschil eindstand ­ beginstand) / beginstand

De begin- en eindstanden kunnen zeer betrouwbaar worden geacht, maar de in- en uitstroomgegevens bevatten enige onnauwkeurigheid. Dit wordt veroorzaakt doordat sommige mensen met meerdere records in de statistiek voorkomen (bijv. bij terugkeer naar de wachtlijst of door overname door een andere gemeente), waardoor iemand zowel in de inof de uitstroom kan voorkomen als op de eindstand. Bij de wachtlijst bedraagt het verschil tussen de som (beginstand + instroom ­ uitstroom) en de eindstand 195 personen. Dit heeft te maken met overnames van mensen op de wachtlijst door andere gemeenten (oneigenlijke uitstroom wachtlijst). Bij de dienstbetrekkingen en de begeleid werkenplaatsen gaat het om kleine verschillen veroorzaakt door (soms veelvuldige) wisselingen tussen dienstbetrekkingen en begeleid werkenplaatsen en/of naadloze overnames van dienstbetrekkingen tussen gemeenten door verhuizing van de Wsw-werknemers. Het werknemersbestand tenslotte is niet geheel gelijk aan dienstbetrekkingen + begeleid werkenplaatsen1. Door de overgang van bijvoorbeeld dienstbetrekking naar een begeleid werkenplaats, stroomt de persoon uit de dienstbetrekking, stroomt in op een begeleid werkenplaats, maar blijft in het werknemersbestand (geen in- of uitstroom).


1

Voor de leesbaarheid van het rapport wordt er van uitgegaan dat de omvang van het werknemersbestand gelijk is aan het aantal dienstbetrekkingen + het aantal arbeidsovereenkomsten begeleid werken (102.226).

9



2.2

Recente volumeontwikkelingen

Indicaties In 2009 zijn 12.005 eerste indicaties uitgevoerd en 16.244 herindicaties. In totaal zijn er 28.249 (her)indicaties verricht, een toename van 1,2% ten opzichte van 2008. Wachtlijst De omvang van de wachtlijst is in 2009 toegenomen met 948 personen (5,3%). Door de toename van het aantal 1e indicaties in 2009 van 6,2% ten opzichte van 2008 is de instroom op de wachtlijst hoger dan in 2008. Werknemersbestand De omvang van het aantal dienstbetrekkingen is met 526 personen afgenomen (0,5%). De omvang van het aantal arbeidsovereenkomsten voor begeleid werken is toegenomen met 536 personen (11%). De mutaties in het aantal personen met een begeleid werkenplaats zijn relatief hoog, te weten 34% instroom en 23% uitstroom in 2009. De omvang van het totale werknemersbestand is nagenoeg gelijk gebleven. Instroom in begeleid werkenplaatsen Het absoluut aantal nieuwe plaatsingen is ten opzichte van 2008 met 6% gedaald. Het aandeel ten opzichte van de totale uitstroom van de wachtlijst is met 1,2% gestegen (zie tabel 2.2).' Tabel 2.2 Bestemming na uitstroom wachtlijst 2008 Dienstbetrekking Begeleid werkenplaats Overig Totaal 50,4% 8,4% 41,1% 100% (n=13.505 2009 46,7% 9,6% 43,7% 100% (n=11.180)

10



3

Indicaties

De indicatiegegevens waarop dit hoofdstuk is gebaseerd, zijn afkomstig van het UWV WERKbedrijf. In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens eerste indicaties, herindicaties en ontslagadviezen besproken. In 2009 zijn in totaal 28.249 (27.910 in 2008) (her)indicatiebesluiten genomen en 326 (204 in 2008) ontslagadviezen afgegeven. Tabel 3.1 geeft een overzicht van de soorten indicatiebesluiten. Tabel 3.1
1 indicaties Herindicaties Totaal
e

Indicatiebesluiten in 2009 naar soort indicatie
Aantal 12.005 16.244 28.249

In tabel 3.2 is de geldigheidsduur weergegeven van alle indicatiebesluiten van de mensen die tot de doelgroep behoren. Tabel 3.2
1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer Gemiddelde geldigheidsduur (in maanden) Totaal ( missing 0,1%)

Geldigheidsduur (her)indicatiebesluit van doelgroep geïndiceerden in 2009 Eerste indicaties 86% 14% 0% 0% 39 100% (n=9.354) Herindicaties 50% 42% 8% 0% 53 100% (n=15.377) Totaal 63% 32% 5% 0% 48 100% (n=24.731)

De eerste indicatiebesluiten hebben een gemiddelde geldigheidsduur van drie en een kwart jaar. De gemiddelde geldigheidsduur van de herindicatiebesluiten ligt op ruim een jaar langer (53 maanden).

11



3.1

Eerste indicaties

In 2009 is ruim driekwart van de personen met een eerste indicatiebesluit toegelaten tot de doelgroep van de Wsw (78%). Dit percentage ligt 4% lager dan in 2008. Degenen die niet toegelaten zijn, behoren vooral tot de bovenzijde (19%). Twee procent behoort tot de onderzijde (zie figuur 3.1). Figuur 3.1 Eerste indicatiebesluiten naar doelgroepbesluit (2009, n=12.005)

onderzijde 2%

bovenzijde 19% doelgroep 78%

In tabel 3.3 is het doelgroepbesluit uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en beperking.

Tabel 3.3

Eerste indicatiebesluiten in 2009, persoonskenmerken naar doelgroepbesluit (horizontaal gepercenteerd) Doelgroep Onderzijde 2% 3% 2% 2% 3% 0% 2% 2% 3% 2% Bovenzijde 20% 19% 12% 19% 24% 100% 36% 4% 6% 19% Totaal (%) 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% Totaal (n) 7.402 4.581 2.500 4.431 5.052 678 3.429 2.664 5.164 12.005

Geslacht man vrouw Leeftijd Jonger dan 27 jaar 27-45 jaar 45-65 jaar Soort beperking (missing 0,6%) Geen (bij bovenzijde) Lichamelijk Verstandelijk Psychisch Totaal 0% 62% 94% 91% 78% 86% 79% 73% 78% 78%

In de tabel is onderstaande te zien: Geslacht: mannen en vrouwen worden in gelijke mate Wsw­doelgroep geïndiceerd. Leeftijd: Volwassenen boven de 27 jaar worden minder vaak Wsw-doelgroep geïndiceerd (en naarmate de leeftijd oploopt wat meer bovenzijde geïndiceerd) dan degenen onder de 27 jaar.

12



Soort beperking: a. b. Personen met een verstandelijke beperking en/of met psychische beperking worden bijna allemaal doelgroep geïndiceerd. Personen met een lichamelijke beperking vormen een duidelijke uitzondering: ruim eenderde van de aanmeldingen wordt bovenzijde geïndiceerd, terwijl dat in 2008 nog een vijfde was. De gemiddelde leeftijd van de groep die voor het eerst in 2009 is geïndiceerd is met 39,5 jaar iets gestegen ten opzichte van 2008 (38,7 jaar). Doorlooptijd van aanvraag eerste indicatie tot een indicatiebesluit In onderstaande tabel is de tijdsduur van het totale indicatieproces tussen de datum van aanvraag van de 1e indicatie en de datum van het indicatiebesluit weergegeven. Tabel 3.4 Doorlooptijd indicatieprocedure van 1e indicaties in 2009 naar doelgroepbesluit Doelgroep Minder dan 16 weken 16 tot 20 weken 20 tot 24 weken 24 weken of meer Gemiddelde duur in weken Totaal (missing 0,2%) 88% 3% 4% 5% 14,3 100% (n=9.358) Onderzijde 80% 7% 5% 9% 15,5 100% (n=293) Bovenzijde 88% 4% 4% 4% 14 100% (n=2.331) Totaal (%) 88% 3% 4% 5% 14,3 100% (n=11.982)

Voor 88% van de personen die in 2009 een eerste indicatie hebben ontvangen, is het besluit binnen de 16 wekentermijn genomen. In 2008 was dit percentage 96%. Nadere gegevens 1 e indicaties doelgroep van de Wsw De helft van de mensen met een matige arbeidshandicap heeft een psychische beperking (51%). Eenderde van de mensen met een ernstige arbeidshandicap heeft een verstandelijke beperking (34%) en bijna de helft (48%) heeft een psychische beperking (zie tabel 3.5). Tabel 3.5 Eerste indicaties (doelgroep), soort beperking naar arbeidshandicap 2009 Matig Soort beperking Lichamelijk Verstandelijk Psychisch Totaal (missing 0,1%) 24% 25% 51% 100% (n=7.224) 18% 34% 48% 100% (n=2.126) 23% 27% 50% 100% (n=9.350) Ernstig Totaal

In tabel 3.6 is de geldigheidsduur weergegeven van de 1e indicatiebesluiten van de mensen die tot de doelgroep behoren, uitgesplitst naar soort beperking.

13



Tabel 3.6

Geldigheidsduur 1e indicatiebesluiten van doelgroep geïndiceerden naar soort beperking in 2009 Lichamelijk 88% 12% 0% 0% 38 100% (n=2.133) Verstandelijk 84% 16% 0% 0% 40 100% (n=2.508) Psychisch 86% 14% 0% 0% 39 100% (n=4.706) Totaal 86% 14% 0% 0% 39 100% (n=9.349)


1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer Gemiddelde geldigheidsduur (in maanden) Totaal (missing 0,1%)

In de tabel is te zien dat de gemiddelde geldigheidsduur van het 1e indicatiebesluit voor verschillende soorten beperking nauwelijks verschilt. Tabel 3.7 Geldigheidsduur 1e indicatiebesluiten van doelgroep geïndiceerden naar arbeidshandicap in 2009 Matig 1 jaar tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer Gemiddelde geldigheidsduur (in maanden) Totaal (missing 0,1%) 85% 14% 0% 0% 39 100% (n=7.225) Ernstig 87% 13% 0% 0% 39 100% (n=2.128) Totaal 86% 14% 0% 0% 39 100% (n=9.353)

In tabel 3.8 is het besluit over arbeidshandicap en het advies over begeleid werken opgenomen van degenen die na een eerste indicatie tot de doelgroep zijn gaan behoren. Ter vergelijking zijn de jaarcijfers vanaf 2006 opgenomen. Tabel 3.8 Besluit arbeidshandicap en advies werkvorm bij doelgroep geïndiceerden van 1e indicaties 2005-20092 2005* Besluit arbeidshandicap Matig Ernstig Advies werkvorm Begeleid werken Niet begeleid werken Totaal 47% 53% 100% (n=9.786) 52% 48% 100% (n=10.845) 47% 53% 100% (n=9.684) 49% 51% 100% (n=9.248) 46% 54% 100% (n=9.360) 69% 26% 81% 19% 77% 23% 77% 23% 77% 23% 2006 2007 2008 2009


* In deze tabel is de categorie `licht' geïndiceerden (4%) in 2005 niet opgenomen.

Van de 1 e indicaties in 2009 met een advies voor begeleid werken heeft 6,9% de arbeidshandicap `ernstig' meegekregen. Bij de herindicaties in 2009 was dit percentage 11,5%.


2

14



Van de personen die in 2009 voor het eerst zijn geïndiceerd en tot de doelgroep behoren, heeft het merendeel matige arbeidshandicap (77%). Bijna een kwart (23%) heeft een ernstige arbeidshandicap. Deze verhouding is ten opzichte van 2008 ongewijzigd gebleven. Van de doelgroep geïndiceerden heeft minder dan de helft (46%) bij de eerste indicatie een advies voor een begeleid werkenplaats gekregen. Dit is een lichte afname ten opzichte van het voorafgaande jaar.


3.2

Herindicaties

In 2009 zijn er 16.244 personen periodiek (of op eigen verzoek) geherindiceerd. Volgens deze herindicatiebesluiten behoort 94,8% nog steeds tot de doelgroep van de Wsw, 2,7% tot de onderzijde en 2,5% tot de bovenzijde (zie figuur 3.2). Figuur 3.2 Herindicaties periodiek naar doelgroepbesluit 2009 (n=16.244) bovenzijde 3%

onderzijde 3%

doelgroep 95%

In tabel 3.9 zijn persoonskenmerken weergegeven van geherindiceerden, uitgesplitst naar doelgroepbesluit. Tabel 3.9 Herindicatiebesluiten in 2009, persoonskenmerken naar doelgroepbesluit (horizontaal gepercenteerd) Doelgroep Geslacht man vrouw Leeftijd Jonger dan 27 jaar 27-45 jaar 45-65 jaar Soort beperking (missing 0,3%) Geen Lichamelijk Verstandelijk Psychisch Totaal 1% 96% 97% 96% 95% 3% 3% 2% 3% 3% 96% 1% 1% 1% 2% 100% 100% 100% 100% 100% 271 3.843 4.410 7.678 16.244 94% 95% 95% 2% 3% 3% 4% 3% 2% 100% 100% 100% 3.088 6.467 6.680 95% 95% 3% 3% 3% 2% 100% 100% 9.995 6.240 Onderzijde Bovenzijde Totaal (%) Totaal (n)

15



De gemiddelde leeftijd van alle geherindiceerden in 2009 is met 40 jaar iets gestegen ten opzichte van 2008 (38,8 jaar). Doorlooptijd van aanvraag herindicatie tot een indicatiebesluit In onderstaande tabel is de tijdsduur van het totale indicatieproces tussen de datum van aanvraag van de herindicatie en de datum van het indicatiebesluit weergegeven. Tabel 3.10 Doorlooptijd indicatieprocedure van herindicaties in 2009 naar doelgroepbesluit Minder dan 16 weken 16 tot 20 weken 20 tot 24 weken 24 weken of meer Gemiddelde duur in weken Totaal (missing 0%) Doelgroep 94% 2% 2% 3% 13,3 100% (n=15.397) Onderzijde 85% 4% 4% 7% 13,8 100% (n=441) Bovenzijde 88% 4% 3% 4% 12,6 100% (n=401) Totaal (%) 94% 2% 2% 3% 13,3 100% (n=16.239)

Voor 94% van de personen die in 2009 een herindicatie hebben ontvangen, is het besluit binnen de 16 wekentermijn genomen. In 2008 was dit percentage 98%. Nadere gegevens herindicaties doelgroep van de Wsw De helft van de mensen met een matige arbeidshandicap heeft een psychische beperking (49%). Ruim eenderde van de mensen met een ernstige arbeidshandicap heeft een verstandelijke beperking (36%) en bijna de helft (46%) heeft een psychische beperking (zie tabel 3.11). Tabel 3.11 Herindicaties (doelgroep), soort beperking naar arbeidshandicap 2009 Matig Soort beperking Lichamelijk Verstandelijk Psychisch Totaal (missing 0,2%) 26% 25% 49% 100% (n=11.198) 18% 36% 46% 100% (n=4.172) 24% 28% 48% 100% (n=15.370) Ernstig Totaal

In tabel 3.12 is de geldigheidsduur weergegeven van de herindicatiebesluiten van de mensen die tot de doelgroep behoren, uitgesplitst naar soort beperking.

16



Tabel 3.12 Geldigheidsduur herindicatiebesluiten van doelgroep geïndiceerden naar soort beperking in 2009
1 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer Gemiddelde geldigheidsduur (in maanden) Totaal (missing 0,2%) Lichamelijk 51% 43% 6% 0% 51 100% (n=3.687) Verstandelijk 43% 45% 12% 0% 58 100% (n=4.287) Psychisch 53% 40% 7% 0% 50 100% (n=7.388) Totaal 50% 42% 8% 0% 53 100% (n=15.364)

In de tabel is te zien dat de gemiddelde geldigheidsduur van het herindicatiebesluit voor verschillende soorten beperking enigszins verschilt: de geldigheidsduur van het herindicatiebesluit van mensen met een verstandelijke beperking is gemiddeld zeven maanden langer en die van mensen met een psychische beperking gemiddeld een maand korter dan die van mensen met een lichamelijke beperking. In tabel 3.13 is de geldigheidsduur weergegeven van de herindicatiebesluiten van de mensen die tot de doelgroep behoren uitgesplitst naar arbeidshandicap. Tabel 3.13 Geldigheidsduur herindicatiebesluiten van doelgroep geïndiceerden naar arbeidshandicap in 2009
1 jaar tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 20 jaar 20 jaar of meer Gemiddelde geldigheidsduur (in maanden) Totaal (missing 0,1%) Matig 51% 42% 7% 0% 51 100% (n=11.200) Ernstig 47% 41% 11% 0% 56 100% (n=4.176) Totaal 50% 42% 8% 0% 53 100% (n=15.376)

Voor personen met een matige arbeidshandicap is de geldigheidsduur van het herindicatiebesluit gemiddeld vijf maanden korter dan die voor personen met een ernstige arbeidshandicap. Ontslagaanvragen In totaal zijn in 2009 359 ontslagaanvragen ingediend en afgehandeld. In tabel 3.14 staat de afhandeling van deze aanvragen weergegeven. Tabel 3.14 Afhandeling ontslagaanvragen (2009) Aantal Instemmend advies Afwijzend advies Niet ontvankelijk verklaard /ingetrokken Totaal 303 17 39 359 Percentage advies 85% 5% 11% 100%


17



Van de 359 ontslagaanvragen waarop in 2009 een advies is gegeven, is in 85% van deze aanvragen een instemmend advies gegeven; dit percentage is 7% hoger dan het overeenkomstige percentage over 2008. 11% van de aanvragen is niet in behandeling genomen of ingetrokken tijdens behandeling.


18



4

Wachtlijst 2009

In dit hoofdstuk wordt het wachtlijstbestand nader beschouwd. In § 4.1 beschrijven we het profiel van de wachtlijstpopulatie in 2009 en komen eventuele ontwikkelingen in dat profiel in de afgelopen jaren aan de orde. Paragraaf 4.2 beschrijft de wachtduur van de mensen die eind 2009 op de wachtlijst staan. In paragraaf 4.3 is informatie opgenomen over de mensen die in 2009 uitstromen van de wachtlijst.


4.1

Profiel personen op de wachtlijst

Onderstaande tabel geeft het profiel weer van de personen die in 2009 (enige tijd) op de wachtlijst hebben gestaan, of eind 2009 nog staan, aan de hand van een aantal persoonskenmerken. Tabel 4.1 Profiel personen op de wachtlijst (eind 2009) Begin 2009 Geslacht Man Vrouw Leeftijd Jonger dan 27 jaar 27-44 jaar 45 -65 jaar Gemiddelde leeftijd (in jaren) Soort beperking Geen (bij bovenzijde) Lichamelijk Verstandelijk Psychisch Arbeidshandicap Matig Ernstig Totaal 0% 24% 27% 49% missing 1% 76% 24% 100% (n=17.762) 0% 23% 27% 50% missing 1% 77% 23% 100% (n=11.933) 0% 23% 27% 49% missing 2,7% 77% 23% 100% (n=11.180) 0% 24% 27% 49% missing 0,5% 76% 24% 100% (n=18.710) 24% 38% 39% 38,5 24% 37% 39% 38,2 26% 39% 35% 38,8 22% 38% 40% 39,1 62% 38% 62% 38% 62% 38% 62% 38% Instroom Uitstroom Eind 2009

Profiel 2009 Eind 2009 is het profiel van de personen op de wachtlijst als volgt: Er staan beduidend meer mannen (62%) dan vrouwen (38%) op de wachtlijst. Er is een grote spreiding over de verschillende leeftijdscategorieën. Tweevijfde (40%) is 45 jaar of ouder. De gemiddelde leeftijd is ruim 39 jaar. De helft heeft een psychische beperking, een kwart (24%) heeft een lichamelijke beperking en ruim een kwart heeft een verstandelijke beperking (27%). Driekwart (76%) heeft een matige arbeidshandicap, bijna een kwart (24%) heeft een ernstige arbeidshandicap.


19



Eind 2008 had 53% een advies voor een begeleid werkenplaats, eind 2009 is dat percentage 54%. Vergelijking beginstand ­ eindstand Ondanks een toename van de wachtlijst met bijna 1.000 personen zijn de profielen van de beginstand en de eindstand van de wachtlijst in 2009 vrijwel identiek. De gemiddelde leeftijd is met een halfjaar toegenomen. Vergelijking instroom ­ beginstand Het profiel van de mensen die nieuw instromen op de wachtlijst komt in grote mate overeen met dat van het zittende bestand begin 2009. De gemiddelde leeftijd van de mensen die instromen op de wachtlijst ligt iets lager dan die van de mensen die begin 2009 al op de wachtlijst stonden. Het aandeel mensen met een verstandelijke beperking dat instroomt is gelijk aan het aandeel mensen met deze beperking dat begin 2009 deel uitmaakte van de wachtlijst. Vergelijking uitstroom ­ beginstand Ook het profiel van personen die uitstromen van de wachtlijst komt in grote mate overeen met het profiel van het zittende bestand begin 2009. In tabel 4.2 is de soort beperking van de mensen die eind 2009 op de wachtlijst staan, uitgesplitst naar de arbeidshandicap. Tabel 4.2 Soort beperking naar arbeidshandicap (wachtlijst eind 2009) Matig Lichamelijk Verstandelijk Psychisch Totaal missing totaal 0,5% 25% 24% 50% 100% (n=14.181) Ernstig 18% 34% 47% 100% (n=4.442) Totaal 24% 24% 49% 100% (n=18.624)

In de tabel is te zien dat: de groep mensen met een lichamelijke beperking vaker een matige arbeidshandicap heeft; de groep mensen met een verstandelijke beperking vaker een ernstige arbeidshandicap heeft. de groep mensen met een psychische beperking evenredig verdeeld is over de personen met een matige en ernstige arbeidshandicap. Ontwikkeling wachtlijst in de afgelopen jaren Er zijn de laatste jaren weinig ontwikkelingen te zien in het profiel van de mensen op de wachtlijst. Dat is ook in deze meting het geval. De gegevens van de afgelopen vijf jaar laten zien dat sinds eind 2005 het wachtlijstbestand voor ongeveer de helft bestaat uit mensen met een psychische beperking. Het verschil tussen het aandeel mensen met een lichamelijke beperking en dat van mensen met een verstandelijke beperking is in de loop van de tijd nauwelijks toegenomen. In 2009 heeft bijna een kwart van de mensen op de wachtlijst een lichamelijke beperking en iets meer dan een kwart een verstandelijke beperking.


20



In tabel 4.3 Is het profiel op de kenmerken geslacht en arbeidshandicap weergegeven gedurende de afgelopen vijf jaar. Omdat met ingang van de vorige rapportage de leeftijdscategorieën zijn gewijzigd, is volstaan met de weergave van de gemiddelde leeftijd. Tabel 4.3 jaren Geslacht Man Vrouw Leeftijd Gem. leeftijd (jaar) Soort beperking Lichamelijk Verstandelijk Psychisch Arbeidshandicap Licht Matig Ernstig Totaal 7% 64% 29% 100% (n=15.429) 2% 74% 24% 100% (n=19.610) 0% 76% 23% 100% (n=20.573) 0% 77% 23% 100% (n=17.753) 0% 76% 24% 100% (n=18.710) 26% 24% 50% 25% 26% 51% 25% 26% 49% 24% 27% 49% 24% 27% 49% 36,7 37 37,7 38,5 39,1 63% 37% 62% 38% 61% 39% 62% 38% 62% 38%

Profiel wachtlijst van eind 2005 tot eind 2009

2005 2006 2007 2008 2009

In tabel 4.3 valt op dat sinds 2005 het aandeel vrouwen nauwelijks toeneemt. Vergelijken we eind 2009 met eind 2005 dan valt verder op dat het aandeel personen met een arbeidshandicap `ernstig' met 5% is afgenomen. De gemiddelde leeftijd is in de afgelopen jaren met 2,5 jaar toegenomen.


4.2

Wachtduur op de wachtlijst

Personen die eind 2009 op de wachtlijst staan, kennen een gemiddelde wachttijd van iets minder dan 15 maanden. Ruim een kwart (29%) staat korter dan 6 maanden op de wachtlijst en de helft (49%) staat een jaar of langer op de wachtlijst. Tabel 4.4 Wachtduur op wachtlijst eind 2009 naar arbeidshandicap Matig Minder dan 0,5 jaar 0,5 tot 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 3 jaar 3 tot 5 jaar 5 jaar of meer Gemiddelde wachtduur (in maanden) Totaal missing 0,5% 29% 22% 28% 12% 7% 1% 14,7 100% (n=14.181) Ernstig 29% 20% 29% 13% 8% 1% 15,1 100% (n=4.442) Totaal 29% 22% 28% 13% 7% 1% 14,8 100% (n=18.624)

De wachtduur is niet voor iedereen gelijk. Eind 2009 is de gemiddelde wachtduur voor mensen met een matige arbeidshandicap korter (wachtduur bedraagt 14,7 maanden) dan voor mensen met een ernstige arbeidshandicap (wachtduur bedraagt 15,1 maanden).


21



Uit verdere analyse blijkt dat jongeren (tot 27 jaar) gemiddeld korter op de wachtlijst staan (14,3 maanden) en de groep 45+ wat langer dan het gemiddelde (15,3 maanden). Het verschil in gemiddelde wachtduur tussen mannen en vrouwen is verwaarloosbaar klein. Verder is de gemiddelde wachtduur, wanneer we kijken naar de soort beperking, het kortst voor mensen met een verstandelijke beperking (14,4 maanden).


4.3

Uitstroom wachtlijst

Op grond van de instroom in het werknemersbestand, is een overzicht gemaakt van de bestemming van de mensen die uitstromen van de wachtlijst (zie tabel 4.5). Bijna de helft van de mensen die in 2009 uitstromen van de wachtlijst gaat aan de slag in een dienstbetrekking (47%). Een klein deel (10%) start op een begeleid werkenplaats; dit aandeel ligt lager ten opzichte van 2007, maar neemt toe ten opzichte van 2008. Tabel 4.5 Bestemming na uitstroom wachtlijst vanaf 2006 tot en met eind 2009
2006 Naar dienstbetrekking Naar begeleid werken Overig Totaal 52% 12% 36% 100% (n=8.374) 2007 47% 12% 41% 100% (n=11.157) 2008 50% 8% 41% 100% (n=13.505) 2009 47% 10% 44% 100% (n=11.180)


22



Figuur 4.1 geeft een overzicht van de groep `overig' uit tabel 4.53. Figuur 4.1 Bestemming van de uitstroom in 2009 (n=11.180)

In wsw dienst ;

Overige redenen ;


56,3%
Overig; 43,7%


29,2%

Verhuizing; 4,5%

Intrekking; 6,8% Regulier; 1,7% Overlijden; 0,8%


39% verdwijnt uit de Wsw met voor het merendeel de reden uitstroom `overig' (29%), een intrekking indicatie door de gemeente (7%) en reguliere arbeid (2%). 5% verhuist naar een andere gemeente en komt daar op de wachtlijst te staan. In 2009 stromen 11.180 mensen uit de wachtlijst, waarvan 46,7% (n=5.225) naar een plaatsing in een dienstbetrekking in het kader van de Wsw en 9,6% (n= 1.068) naar een begeleid werkenplaats. Van de totale uitstroom uit de wachtlijst heeft 48% (n=5.165) een advies voor een begeleid werkenplaats. Daarvan stroomt vervolgens 17% (n=876) daadwerkelijk door naar een begeleid werkenplaats en 45% (n=2.329) naar een dienstbetrekking. De overige 38% (n =1.960) met een advies voor een begeleid werkenplaats stroomt uit naar de bestemming `overig'.

In tabel 4.6 is de uitstroombestemming van de wachtlijst in 2009 uitgesplitst naar een aantal persoonskenmerken.

De categorie `overige redenen' in figuur 4.1 is als volgt samengesteld: `missing' 0,1%, `WWB' 0,0%, `Rea' 0,1%, `AWBZ' 0,4%, `pensioen' 0,0%, `overlijden' 0,8% en `overig' 27,8% (totaal 29,2%). De laatstgenoemde categorie `overig' bevat ook een groep personen die verhuist naar een andere gemeente, maar waarvan de oude woongemeente niet weet of de persoon daar aansluitend op de wachtlijst is geplaatst. De categorie `Verhuizing naar andere gemeente/WGR' bevat 503 cases. Feitelijk gaat het daarbij niet om uitstroom van de wachtlijst omdat deze personen in de nieuwe gemeente/WGR direct op de wachtlijst worden geplaatst (overname wachtlijst).


3


23



Tabel 4.6

Persoonskenmerken naar bestemming na uitstroom wachtlijst (2009)
Dienstbetrekking Begeleid werken 63% 37% 21% 34% 45% 40,2 23% 28% 49% 84% 16% 100% (n=1.068) 61% 39% 24% 37% 39% 38,7 24% 23% 51% 74% 26% 100% (n=4.885) 62% 38% 24% 37% 39% 38,8 23% 27% 49% 77% 23% 100% (n=11.180) Overig Totaal

Geslacht Man Vrouw Leeftijd Jonger dan 27 jaar 27-44 jaar 45 -65 jaar

missing 0% 62% 38% missing 0% 23% 38% 39% 38,7 22% 30% 48% missing 2,7% 78% 22% 100% (n=5.225) missing 1%

Gemiddelde leeftijd (in jaren) Soort beperking Lichamelijk Verstandelijk Psychisch Arbeidshandicap 4 Matig Ernstig Totaal

Uitstroom naar een dienstbetrekking versus uitstroom naar een begeleid werkenplaats De profielen van de uitstroom naar een dienstbetrekking en naar een begeleid werkenplaats verschillen op een aantal punten: de gemiddelde leeftijd van de mensen die uitstromen naar een begeleid werkenplaats is ruim een jaar hoger dan die bij de mensen die uitstromen naar een dienstbetrekking; de groep die uitstroomt naar een begeleid werkenplaats kent een relatief groter aandeel mensen met een matige arbeidshandicap en een kleiner aandeel mensen met een ernstige arbeidshandicap. Uitstroom werknemersbestand versus uitstroom overig De groep die niet doorstroomt naar het werknemersbestand wordt gekenmerkt door een geringer aandeel mensen met een verstandelijke beperking en een groter aandeel mensen met een psychische beperking. In tabel 4.7 is het plaatsingspercentage weergegeven naar soort beperking. Hierin is te zien dat van de mensen die begin 2009 op de wachtlijst stonden of in 2009 op de wachtlijst zijn ingestroomd, 21% uitstroomt naar het werknemersbestand. De plaatsingspercentages per beperking verschillen slechts gering. Van de mensen op de wachtlijst worden die met een verstandelijke beperking relatief het meest geplaatst in het werknemersbestand.


4

De 2,7% missing wordt veroorzaakt door de groep uitstroom van de wachtlijst met bestemming `overig', waaronder ook de mensen die een herindicatie boven- of onderzijde hebben gekregen.


24



Tabel 4.7

Aandeel plaatsingen per beperking in 2009
Wachtlijst begin + instroom 2009 Uitstroom naar wn-bestand 9 1384 1864 3033 6.293 Plaatsingspercentage 12% 20% 23% 21% 21%

Geen/overig/onbekend Lichamelijke beperking Verstandelijke beperking Psychische beperking Totaal missing 0,2%


78 6.996 7.946 14.617 29.695

Wachtduur bij uitstroom wachtlijst De gemiddelde tijd op de wachtlijst voorafgaand aan de uitstroom in 2009 is 18,7 maanden, een toename ten opzichte van 2008. Dit wordt vooral veroorzaakt door een relatieve toename van de groep die langer dan twee jaar op de wachtlijst staat (zie tabel 4.8). Tabel 4.8 jaren Minder dan 0,5 jaar 0,5 tot 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 3 jaar 3 tot 5 jaar 5 jaar of meer Gemiddelde wachtduur (in maanden) Totaal

Wachtduur op wachtlijst bij uitstroom wachtlijst van 2005 tot eind 200
2005 23% 26% 35% 11% 3% 1% 13,5 100% (n=8.785) 2006 19% 17% 42% 18% 4% 1% 16,5 100% (n=8.371) 2007 15% 16% 36% 27% 5% 0% 18,4 100% (n=11.119) 2008 20% 16% 36% 20% 8% 1% 17,8 100% 2009 22% 15% 30% 21% 12% 1% 18,7 100%

(n=13.454) (n=11.164)

Verschillen in wachtduur De gemiddelde wachtduur van de groep met een matige arbeidshandicap (18 maanden) verschilt een halve maand met de groep met een ernstige handicap. Ruim een derde (37%) van de mensen met zowel een matige als een ernstige arbeidshandicap stroomt binnen een jaar uit (zie tabel 4.9). Tabel 4.9 Wachtduur bij uitstroom wachtlijst naar arbeidshandicap (2009) Matig Minder dan 0,5 jaar 0,5 tot 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 3 jaar 3 tot 5 jaar 5 jaar of meer Gemiddelde wachtduur (in maanden) Totaal missing 2,8% 22% 15% 29% 22% 11% 1% 18 100% (n=8.385) Ernstig 21% 16% 30% 19% 13% 1% 19 100% (n=2.478) Totaal 22% 15% 29% 21% 12% 1% 18,5 100% (n=10.865)

Nadere analyse laat zien dat de gemiddelde wachtduur van de verschillende onderscheiden groepen die uitstromen van de wachtlijst, niet gelijk is. Mannen staan gemiddeld iets korter op de wachtlijst dan vrouwen.


25



Jongeren (tot 27 jaar) stromen het snelst uit (gemiddeld na 17,6 maanden) en de groep vanaf 45 jaar het minst snel (na ruim 19 maanden). Verder is de wachtduur voor mensen met een lichamelijke beperking (18 maanden) nagenoeg gelijk zowel aan de groep met een verstandelijke beperking als aan de groep met een psychische beperking. Wachtduur naar uitstroombestemming Wanneer de gemiddelde wachtduur wordt afgezet tegen de bestemming na uitstroom van de wachtlijst, is de gemiddelde wachtduur op de wachtlijst het kortst voor personen die uitstromen naar een begeleid werkenplaats (gemiddeld 15 maanden). Personen die uitstromen naar een bestemming buiten de Wsw staan even lang op de wachtlijst als de personen die in een dienstbetrekking instromen (gemiddeld 19 maanden). Tabel 4.10 Wachtduur bij uitstroom wachtlijst naar bestemming (2009) Dienstbetrekking Minder dan 0,5 jaar 0,5 tot 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 3 jaar 3 tot 5 jaar 5 jaar of meer Gemiddelde wachtduur (in maanden) Totaal missing totaal 0% 20% 13% 29% 25% 11% 1% 19 100% (n=5.212) Begeleid werken 34% 16% 21% 20% 8% 0% 15 100% (n=1.065) Overig 21% 17% 31% 17% 13% 1% 19 100% (n=4.885) Totaal 22% 15% 29% 21% 12% 1% 19 100% (n=11.164)


26



5

Werknemersbestand

Het werknemersbestand bestaat uit personen met een Wsw-dienstbetrekking of met een arbeidsovereenkomst voor begeleid werken. Paragraaf 5.1 gaat in op de kenmerken van de personen met een dienstbetrekking. Paragraaf 5.2 gaat in op de kenmerken van de mensen met een arbeidsovereenkomst begeleid werken. In paragraaf 5.3 vergelijken we de duur en omvang van dienstbetrekkingen met die van arbeidsovereenkomsten begeleid werken en gaan we in op de salariëring van medewerkers met een dienstbetrekking. Paragraaf 5.4 tenslotte beschrijft de duur van het dienstverband bij uitstroom uit het werknemersbestand, reden van ontslag en de bestemming van mensen die uitstromen. Eind 2009 bevinden zich 102.173 personen in het werknemersbestand. Het werknemersbestand bestaat eind 2009 uit: 52,7% dienstbetrekkingen van vóór 1998; 42,1% dienstbetrekkingen vanaf 1998; 5,2% arbeidsovereenkomsten begeleid werken. Onderstaande figuur geeft de verdeling weer van de verschillende plaatsingen. Figuur 5.1 Samenstelling werknemersbestand eind 2009 (n=102.173)5

Groepsdetachering 8,4%

Begeleid werken 5,2%

Dienstbetrekkingen 94,8%

Individuele detachering 15,1%

Beschutte plaatsing 71,4%

Het totale aandeel detacheringen van personen in een dienstbetrekking komt op 24,7%, en is daarmee nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2008 (24,5%). In onderstaande tabel 5.1 staat de verhouding oude en nieuwe populatie over een langere periode weergegeven.


5 Onder `beschutte' plaatsing valt ook `werken op locatie' (WOL). Het onderscheid tussen detachering en beschutte plaatsing wordt gemaakt op basis van waaruit de begeleiding van de medewerkers plaatsvindt (beschut= begeleiding vanuit het sw-bedrijf).


27



Tabel 5.1

Verhouding oude en nieuwe populatie van eind 2005 tot eind 2009
Eind 2005 65% 33% 2% 100% Eind 2006 62% 35% 3% 100% Eind 2007 58% 37% 4% 100% Eind 2008 55% 41% 5% 100% Eind 2009 53% 42% 5% 100%

Oude populatie Nieuwe populatie Begeleid werkenplaatsen Totaal

Gezien de ontwikkeling in de afgelopen jaren in de verhouding tussen de oude en nieuwe populatie zal eind 2010 de helft van het werknemersbestand bestaan uit werknemers die vóór 1-1-98 in dienst zijn getreden.


5.1

Kenmerken werknemers met een Wsw-dienstbetrekking

In tabel 5.2 wordt het profiel van de werknemers met een dienstbetrekking weergegeven, uitgesplitst naar beginstand, instroom, uitstroom en eindstand 2009. Tabel 5.2 Geslacht Man Vrouw Leeftijd Jonger dan 27 jaar 27-44 jaar 45-65 jaar Gemiddelde leeftijd (jr) Soort beperking Lichamelijk Verstandelijk Psychisch Overig Arbeidshandicap 6 Matig Ernstig Totaal 35% 34% 27% 4% missing 0,3% 88% 11% 100% (n=97.457) 23% 31% 47% 0% missing 0,1% 79% 21% 100% (n=6.004) 37% 27% 34% 3% missing 2,0% 83% 15% 100% (n=6.531) 34% 35% 28% 4% missing 0,2% 88% 12% 100% (n=96.931) 7% 34% 59% 45,6 23% 39% 38% 38,6 11% 27% 62% 47,5 7% 33% 60% 46,0

Profiel werknemers met een dienstbetrekking (2009)
Begin 2009 72% 28% Instroom 62% 38% Uitstroom 71% 29% Eind 2009 71% 29%

Profiel eind 2009 Eind 2009 ziet het profiel van de personen met een dienstbetrekking er als volgt uit: Bijna driekwart is man (71%); Ruim de helft is ouder dan 45 jaar (60%); de gemiddelde leeftijd is 46 jaar; Een derde (34%) heeft een lichamelijke beperking, een derde heeft een verstandelijke beperking (35%) en iets meer dan een kwart een psychische beperking (28%); Ongeveer één op de acht mensen (12%) heeft een ernstige arbeidshandicap.
6

Het relatief hoge percentage missings wordt voor het grootste deel veroorzaakt door naadloze overnames van mensen van de oude populatie. Een kleiner deel betreft de groep die met een herindicatie boven- of onderzijde aan het eind van de meetperiode nog in dienst is.


28



Vergelijking beginpopulatie - eindpopulatie Er vindt nauwelijks een verschuiving plaats in het profiel van de deelnemers. Alleen de gemiddelde leeftijd is iets toegenomen. Hoewel de bestaande populatie een jaar ouder is geworden, komt de stijging uit op 5 maanden. Dit komt doordat de mensen die instromen relatief jonger zijn (gemiddelde leeftijd instroom 38,6 tegen uitstroom 47,5 jaar). Vergelijking instroom ­ beginpopulatie Geslacht: er stromen relatief meer vrouwen in. Leeftijd: de gemiddeld leeftijd van de instroom (38,3 jaar) is 7 jaar lager dan van de beginpopulatie. De grootste verschillen tussen de instroom en de beginpopulatie zijn te zien bij de jongste en de oudste leeftijdsgroepen: er stromen relatief veel personen onder de 27 jaar in en relatief weinig personen die ouder dan 45 jaar zijn. Soort beperking: het aandeel mensen met een psychische beperking (47%) dat instroomt is aanzienlijk hoger dan in de beginpopulatie (27%); het aandeel mensen met een lichamelijke beperking dat instroomt (23%) is relatief laag in vergelijking met de beginpopulatie (35%). Arbeidshandicap: de instroom kent een kleiner aandeel mensen met een matige arbeidshandicap (79%) dan de beginpopulatie (88%); de instroom kent daarentegen een groter aandeel mensen met een ernstige arbeidshandicap (21%) dan de beginpopulatie (11%). Het grote aandeel mensen met een matige arbeidshandicap in de beginpopulatie wordt mede veroorzaakt doordat deze populatie veel dienstbetrekkingen bevat die voor 1998 zijn aangegaan. Deze personen zijn vrijwel allemaal ingedeeld in de categorie matige arbeidshandicap. Vergelijking uitstroom ­ beginpopulatie Leeftijd: de beginpopulatie bestaat voor 59% uit mensen van 45 jaar of ouder. Ten opzichte van de beginpopulatie stromen relatief meer personen van 45 jaar of ouder uit (62%). Per saldo is de gemiddelde leeftijd van de mensen die uitstromen ruim twee jaar hoger dan die van de beginpopulatie. Soort beperking: de beginpopulatie bestaat voor 34% uit mensen met een verstandelijke beperking en voor 27% uit mensen met een psychische beperking. In vergelijking met de beginpopulatie stromen er relatief minder mensen met een verstandelijke beperking uit (27%) en stromen er relatief wat meer mensen met een psychische beperking uit (34%). Arbeidshandicap: de beginpopulatie bestaat voor 88% uit mensen met een matige arbeidshandicap en voor 11% uit mensen met een ernstige arbeidshandicap. Ten opzichte van die beginpopulatie stromen er relatief minder mensen met een matige arbeidshandicap uit (83%) en stromen er relatief meer mensen met een ernstige arbeidshandicap uit (15%). Ontwikkelingen in het profiel van de mensen met een dienstbetrekking Als de profielgegevens op verschillende peildata in de afgelopen vijf jaar naast elkaar worden gezet, zijn de volgende trends herkenbaar bij de mensen met een dienstbetrekking (zie tabel 5.3) Het aandeel vrouwen neemt toe (met 3 procent); De gemiddelde leeftijd neemt met bijna 2 jaar toe; Het aandeel mensen met een lichamelijke beperking neemt af (met 3 procent); Het aandeel mensen met een psychische beperking neemt toe (met 3 procent);


29



Het aandeel mensen met een matige arbeidshandicap blijft gelijk; Het aandeel mensen met een ernstige arbeidshandicap neemt toe (met 2 procent). Tabel 5.3 Profiel werknemers met een dienstbetrekking van eind 2005 tot eind 2009 Eind 2005 Geslacht Man Vrouw Leeftijd

7

Eind 2006 73% 27%

Eind 2007 73% 27%

Eind 2008

Eind 2009 71% 29%


74% 26%


72% 28% 45,6

Gemiddelde leeftijd (jr) Soort beperking Lichamelijk Licht verstandelijk Psychisch Overig Arbeidshandicap Licht Matig Ernstig Totaal


44,3


44,8


45,2


46,0


37% 34% 25% 4%


36% 34% 26% 4%


36% 35% 25% 4%


35% 34% 27% 4% 0% 88% 12% 100% (n=97.419)


34% 35% 28% 4%


2% 88% 10% 100% (n=97.105)


1% 88% 11% 100% (n=96.024)


1% 88% 11% 100% (n=96.530)

0% 88% 12% 100% (n=96.931)


5.2

Kenmerken werknemers met een arbeidsovereenkomst begeleid werken

Profiel eind 2009 Eind 2009 ziet het profiel van de personen met een arbeidsovereenkomst begeleid werken er als volgt uit: Geslacht: het zijn meer mannen (70%) dan vrouwen (30%). Leeftijd: van de personen met een arbeidsovereenkomst begeleid werken is bijna tweederde jonger dan 45 jaar; de gemiddelde leeftijd bedraagt 40 jaar. Soort beperking: 43% heeft een psychische beperking, 30% heeft een verstandelijke beperking en ruim een kwart (27%) heeft een lichamelijke beperking. Arbeidshandicap: bijna viervijfde (78%) heeft een matige arbeidshandicap en bijna een vijfde (17%) heeft een ernstige arbeidshandicap. In tabel 5.4 wordt het profiel van de werknemers met een begeleid werkenplaats weergegeven, uitgesplitst naar beginstand, instroom, uitstroom en eindstand 2009.


7

Omdat de indeling in leeftijdscategorieën in de rapportage 2008 ten opzichte van de voorgaande jaren is gewijzigd, worden hier alleen de gemiddelden weergegeven.


30



Tabel 5.4

Profiel werknemers met een arbeidsovereenkomst begeleid werken (2009)
Begin 2009 Instroom Uitstroom Eind 2009

Geslacht Man Vrouw Leeftijd Jonger dan 27 jaar 27-44 jaar 45-65 jaar Gemiddelde leeftijd (jr) Soort beperking Lichamelijk Verstandelijk Psychisch Overig Arbeidshandicap Matig Ernstig Totaal 27% 31% 42% 1% missing 0,2% 83% 16% 100% (n=4.759) 26% 28% 46% 0% missing 0,1% 84% 16% 100% (n=1.633) 26% 29% 45% 1% missing 0,3% 85 % 14% 100% (n=1.105) 27% 30% 43% 1% missing 0,1% 83% 17% 100% (n=5.295) 22% 45% 33% 38,1 21% 37% 42% 39,7 25% 45% 30% 37,3 19% 42% 39% 39,7 71% 29% 65% 35% 69% 31% 70% 30%

Vergelijking beginpopulatie ­ eindpopulatie Anders dan bij de dienstbetrekkingen is het in- en uitstroompercentage van begeleid werkenden relatief hoog (circa 34% in- en 23% uitstroom). Deze in- en uitstroom leiden alleen in leeftijd tot een verschuiving in het profiel. Naar verhouding is de leeftijd van de groep die instroomt hoger (42% ouder dan 45) dan de leeftijd van de groep die uitstroomt (30% ouder dan 44 jaar). Vergelijking instroom ­ beginpopulatie Leeftijd: De leeftijdsopbouw van de instroom verschilt van die van de beginpopulatie. Er stromen in verhouding meer personen ouder dan 45 jaar in dan bij de groep 27 tot 44 jaar. Soort beperking: Het aandeel mensen met een psychische beperking in de beginpopulatie bedraagt 42% en het aandeel mensen met een psychische beperking dat instroomt in een arbeidsovereenkomst begeleid werken is in verhouding iets hoger. Vergelijking uitstroom ­ beginpopulatie Leeftijd: Er stromen in verhouding meer personen onder de 27 uit (+3%) in vergelijking met de verhouding in de beginpopulatie en minder personen ouder dan 45 jaar (-3%). Soort beperking: Er stromen relatief iets meer mensen met een psychische beperking uit (+3%); relatief wat minder met een verstandelijke beperking (-2%) en relatief iets minder met een lichamelijke beperking (-1%) in vergelijking met het aandeel van deze groepen in de beginpopulatie.


31



Arbeidshandicap: Er stromen relatief wat meer mensen met een matige arbeidshandicap uit (+6%) en relatief wat minder mensen met een ernstige arbeidshandicap uit (-2%) ten opzichte van het aandeel van deze groepen in de beginpopulatie. Ontwikkelingen in het profiel van mensen met een arbeidsovereenkomst begeleid werken Wanneer het profiel van mensen met een arbeidsovereenkomst begeleid werken over een langere periode bekeken wordt, zijn een aantal trends zichtbaar (zie tabel 5.5). Gedurende de laatste 5 jaar valt het volgende te constateren: De gemiddelde leeftijd neemt toe met bijna 5 jaar; Het aandeel van mensen met een psychische beperking en verstandelijke beperking neemt af (1 procent); Het aandeel van mensen met een lichamelijke beperking neemt toe (met 2 procent); Het aandeel mensen met een ernstige arbeidshandicap neemt af (met 6 procent). Tabel 5.5 Profiel werknemers met een arbeidsovereenkomst begeleid werken van eind 2005 tot eind 2009
2005 Geslacht Man Vrouw Leeftijd

8


2006 71% 29%


2007 71% 29%


2008 71% 29%


2009 70% 30%


70% 30%

Gemiddelde leeftijd (jr) Soort beperking Lichamelijk Verstandelijk Psychisch Overig Arbeidshandicap Licht Matig Ernstig Totaal


35


36


37,2


38,2


39,7


25% 31% 44% 0%


25% 31% 43% 0%


26% 31% 42% 0%


27% 31% 42% 0%


27% 30% 43% 1% 0% 78% 17% 100% (n=5.295)


7% 70% 23% 100% (n=2.114)


4% 76% 21% 100% (n=2.889)


1% 81% 18% 100% (n=3.963)

0% 82% 17% 100% (n=4.749)


8

Omdat de indeling in leeftijdscategorieën in de rapportage 2008 ten opzichte van de voorgaande jaren is gewijzigd, worden hier alleen de gemiddelden weergegeven.


32



5.3

Duur, omvang en salariëring van Wsw-dienstbetrekkingen en arbeidsovereenkomsten begeleid werken

Duur van dienstbetrekking en arbeidsovereenkomst begeleid werken
Tabel 5.6 Duur dienstbetrekkingen en begeleid werkenplaatsen eind 2009 Dienstbetrekking Vóór 1998 Tot 1 jaar 1 tot 5 jaar

9

Begeleid werken Totaal 6% 18% 20% 38% 19% 13,8 100% (n=96.931) (vanaf 1998) 29% 57% 13% 1% 2,1 100% (n=5.295)

Totaal Werknemersbestand 7% 20% 19% 36% 18% 14,2 100% (n=102.173)

Vanaf 1998 13% 37% 40% 9% 4,6 100% (n=43.012)


1% 2% 3% 60% 34% 21,1 100% (n=53.919)


5 tot 10 jaar 10 tot 25 jaar 25 jaar of meer Gemiddelde duur (jr) Totaal

De gemiddelde duur van `nieuwe' dienstbetrekkingen (na 1998) is langer dan die van de begeleid werkenplaatsen: 4,6 jaar tegenover 2,1 jaar. Bij de dienstbetrekkingen is er geen verschil in de gemiddelde duur van het dienstverband tussen mannen en vrouwen. Bij de begeleid werkenplaatsen is er een klein verschil, mannen werken gemiddeld een kwart jaar langer. Omvang van dienstbetrekking en arbeidsovereenkomst begeleid werken Tabel 5.7 Omvang dienstbetrekkingen en begeleid werkenplaatsen eind 2009 Dienstbetrekking Vóór 1998 Tot 10 uur 10 tot 20 uur 20 tot 32 uur 32 tot 36 uur 36 uur /40 uur (=voltijd) Gemiddelde omvang Totaal 0% 9% 11% 5% 75% 33,01 100% (n=53.919) Vanaf 1998 1% 15% 23% 19% 43% 29,6 100% (n=43.002) Totaal 0% 11% 16% 12% 61% 31,5 100% (n=96.921) Begeleid werken (vanaf 1998) 1% 10% 24% 15% 49% 30,8 100% (n=5.293) Totaal Werknemersbestand 1% 11% 17% 12% 60% 31,5 100% (n=102.162)

Gemiddeld werkt men 32 uur per week. Werknemers met een `nieuwe' dienstbetrekking of met een arbeidsovereenkomst begeleid werken, werken gemiddeld wat korter: namelijk ongeveer 30 uur per week.


9

De 6% dienstbetrekkingen met een duur van 0 tot 10 jaar in de groep die voor 1-1-1998 is gestart, zijn dienstbetrekkingen aangegaan op grond van een terugkeergarantie voor Wsw-ers dan wel na een langere tijd of tussentijdse periode op de wachtlijst. Deze mensen blijven vallen onder het `regime' van de oude doelgroep Wsw.


33



Omvang dienstverband bij instroom Nadere analyse laat zien dat de omvang van het dienstverband van degenen die in 2009 beginnen in een dienstbetrekking niet afwijkt van degenen die begin 2009 een dienstbetrekking hebben. Bij arbeidsovereenkomsten begeleid werken is er ook geen verschil tussen het zittend bestand en de nieuwe instroom. Vergelijking van werknemers in voltijd10 en deeltijd In meer dan driekwart van de dienstbetrekkingen van vóór 1998 (76%) wordt in voltijd gewerkt. In dienstbetrekkingen vanaf 1998 werkt men in minder dan de helft van de gevallen (43%) in voltijd. Van de groep werkzaam op een begeleid werkenplaats werkt de helft in voltijd. In tabel 5.8 zijn profielen van voltijd- en deeltijdwerkenden met een dienstbetrekking respectievelijk een arbeidsovereenkomst voor begeleid werken naast elkaar gezet. Tabel 5.8 Omvang dienstbetrekkingen en begeleid werkenplaatsen naar persoonskenmerken (2009) Dienstbetrekking Deeltijd Geslacht Man Vrouw Leeftijd Jonger dan 27 jaar 27-44 jaar 45-65 jaar Gem.leeftijd (jr) Soort beperking Lichamelijk Verstandelijk Psychisch Overig Arbeidshandicap Matig Ernstig Totaal 80% 19% 100% (n=38.276)

Begeleid werken Totaal 71% 29% Deeltijd 52% 48% Voltijd 88% 12% Totaal 70% 30%

Totaal werknemersbestand Deeltijd 53% 47% Voltijd 83% 17% Totaal 71% 29%

Voltijd 83% 17%


53% 47%


10% 35% 56% 44,7


5% 32% 63% 46,9


7% 33% 60% 46,0


17% 43% 41% 40,3


21% 42% 37% 39,0


19% 42% 39% 39,7


10% 35% 55% 44,4


6% 32% 62% 46,5


7% 33% 59% 45,7


32% 30% 36% 2%


35% 38% 22% 5%


34% 35% 28% 4%


28% 24% 48% 0%


26% 36% 38% 1%


27% 30% 43% 1%


32% 30% 37% 2%


35% 38% 23% 5%


33% 35% 28% 4%


93% 7% 100%
(n=58.645)


88% 12% 100%
(n=96.921)


79% 19% 100%
(n=2.688)


77% 14% 100%
(n=2.605)


78% 17% 100%
(n=5.293)


80% 19% 100%
(n=40.920)


92% 7% 100%
(n=61.241)


87% 12% 100%
(n=102.161)

Bij een vergelijking van mensen die in voltijd werken met degenen die in deeltijd werken, zijn de volgende verschillen te zien: Geslacht: het aandeel vrouwen onder deeltijdwerkers is aanmerkelijk hoger dan dat onder voltijdwerkers. Bij de dienstbetrekkingen is 47% van de mensen die in deeltijd wer10

Onder voltijd werk wordt hier verstaan 36 uur per week of meer. Voor een bedrijfstak waar volgens de CAO voltijd werk gelijk staat aan 38 of 40 uur per week betekent dit dat ook een (deeltijd) arbeidsovereenkomst van 36 uur per week het predikaat voltijd krijgt. De Wsw-statistiek bevat geen informatie over de bedrijfstak van de begeleid werkenplaats.


34



ken vrouw, van degenen die in voltijd werken is het aandeel vrouwen 17%. Bij de arbeidsovereenkomsten begeleid werken is 48% van de mensen die in deeltijd werken vrouw, van degenen die in voltijd werken is het aandeel vrouwen 12%. Leeftijd: mensen die een voltijd begeleid werkenplaats hebben, zijn gemiddeld iets jonger (gemiddelde leeftijd bedraagt 39 jaar) dan degenen die in deeltijd werken (gemiddelde leeftijd bedraagt 40,3 jaar). Bij de dienstbetrekkingen zijn de mensen die in voltijd werken gemiddeld 2 jaar ouder (gemiddelde leeftijd bedraagt 46,9 jaar) dan degenen die in deeltijd werken (gemiddelde leeftijd bedraagt 44,7 jaar). Soort beperking: de groep die een deeltijd dienstbetrekking heeft, kent een groter aandeel mensen met een psychische beperking (36%) dan de groep die een voltijd dienstbetrekking heeft (22%). Bij personen op een begeleid werkenplaats is dat verschil er ook, zij het in mindere mate (48% tegenover 38%). Voor zowel dienstbetrekkingen als begeleid werkenplaatsen geldt dat het aandeel mensen met een verstandelijke beperking groter is onder de groep met een voltijd dienstverband (38% resp. 36%) dan onder de groep met een deeltijddienstverband (30% resp. 24%). Arbeidshandicap: de in voltijd werkenden in een dienstbetrekking hebben nagenoeg allemaal een matige arbeidshandicap (93%), terwijl dit bij de deeltijdwerkenden een kleinere groep is (80%). Mensen met een ernstige arbeidshandicap werken vaker in deeltijd (19%) dan in voltijd (7%). Bij voltijd en deeltijdbanen bij begeleid werkenplaatsen verschilt het aandeel mensen met een matige arbeidshandicap nauwelijks (79% en 77%). Salariëring van de medewerkers Sw-bedrijven betalen niet altijd het volledige loon volgens de loonschaal uit. Wanneer iemand minder is gaan werken dan contractueel overeengekomen of helemaal niet meer werkt, wordt een deel van het loon of het hele loon niet uitbetaald. 3,3% van de mensen met een dienstbetrekking ontvangt niet het volledige loon (zie tabel 5.9). Tabel 5.9
100% 75% - 99% 50% - 74% 25% - 49% 1% - 24% 0% Totaal missing 0%

Percentage uitbetaald loon dienstbetrekkingen, 2009 (n=97.419)
percentage 96,7% 0,5% 0,6% 0,1% 0,0% 2,0% 100%

Inkomen voorafgaand aan instroom in het werknemersbestand Het inkomen dat in tabel 5.10 weergegeven wordt, is het inkomen dat iemand genoot toen die op de wachtlijst stond, uitgezonderd de terugkeergaranties en de naadloze overnames.


35



Tabel 5.10 (Inkomens)situatie bij instroom in het werknemersbestand (2009) Dienstbetrekking Uitkering ziekte of arbeidsongeschiktheid Uitkering WWB, Ioaw, Ioaz Uitkering werkloosheid Inkomen uit gesubsidieerde arbeid ihkv WWB Ander inkomen (alimentatie, studiefinanciering) Geen inkomen Overdracht van andere gemeente Instroom via terugkeergarantie Onbekend Totaal 34% 20% 8% 12% 8% 10% 6% 1% 2% 100% (n=5.883) Begeleid Werken 26% 11% 8% 24% 19% 9% 1% 2% 1% 100% (n=1.512) Totaal Werknemers 32% 18% 8% 14% 10% 10% 5% 1% 2% 100% (n=7.398)

Missing: Dienstbetrekkingen 2,0%, Begeleid werkenplaatsen 7,4%, Totaal Werknemersbestand 2,3%

Bij zowel dienstbetrekkingen als begeleid werkenplaatsen komt instroom vanuit een uitkering voor ziekte of arbeidsongeschiktheid het meeste voor. Degenen met een begeleid werkenplaats stromen, vaker dan personen met een dienstbetrekking, in vanuit een WWB uitkering. Bij de begeleid werkenplaatsen valt vervolgens op de hogere instroom vanuit een `ander inkomen' in vergelijking met de dienstbetrekkingen. Het aantal personen waarvan het inkomensgegeven ontbreekt is, vooral bij personen op een begeleid werkenplaats, erg groot (7,2%). Tabel 5.11 geeft de (inkomens)situatie bij instroom in het werknemersbestand weer in de afgelopen jaren. Gezien het groot aantal `missings' (personen over wie geen inkomensgegevens ingevuld zijn) én het groot aantal personen bij wie inkomen = onbekend is ingevuld in de afgelopen jaren, moet voorzichtig worden omgesprongen met het signaleren van ontwikkelingen in de herkomst van Wsw-ers. Tabel 5.11 (Inkomens)situatie bij instroom in het werknemersbestand van 2005 tot 2009
2005 Uitkering ziekte of arbeidsongeschiktheid Uitkering WWB, Ioaw, Ioaz Uitkering werkloosheid Inkomen uit gesubsidieerde arbeid ihkv WWB Ander inkomen (alimentatie, studiefinanciering) Geen inkomen Overdracht van andere gemeente Instroom via terugkeergarantie Onbekend Totaal missing 2009 2,3%11 38% 17% 11% 10% 8% 8% 1% 1% 6% 100% (n=6.254) 2006 34% 17% 10% 9% 11% 9% 6% 1% 3% 100% (n=5.752) 2007 34% 19% 10% 8% 9% 9% 6% 1% 3% 100% (n=7.657) 2008 34% 18% 8% 10% 10% 9% 5% 1% 3% 100% (n=8.465) 2009 32% 18% 8% 14% 10% 10% 5% 1% 2% 100% (n=7.398)


11

In 2009 is dit percentage afgenomen met 5% ten opzichte van voorgaande jaren.


36



5.4

Uitstroom uit het werknemersbestand

Van degenen die in 2009 uit het werknemersbestand zijn uitgestroomd, is gekeken hoe lang zij werkzaam zijn geweest, wat de reden van uitstroom is geweest en waarheen zij zijn uitgestroomd. Duur en omvang van het dienstverband bij uitstroom De medewerkers met een arbeidsovereenkomst begeleid werken die in 2009 uitstromen, hebben gemiddeld bijna 1,3 jaar als zodanig gewerkt en degenen met een `nieuwe' Wswdienstbetrekking (vanaf 1-1-1998) 3,1 jaar. Degenen die al vóór 1 januari 1998 in een Wsw-dienstbetrekking werkzaam waren, hebben bij uitstroom gemiddeld ruim 21 jaar in de sociale werkvoorziening doorgebracht (zie tabel 5.12). Tabel 5.12 Duur beëindigde Wsw-dienstbetrekkingen en arbeidsovereenkomsten begeleid werken (2009) Dienstbetrekking Gestart vóór 1-1-98 Tot 1 jaar 1 tot 5 jaar12 5 tot 10 jaar 10 tot 25 jaar 25 jaar of meer Gemiddelde duur (jr) Totaal 2% 3% 4% 54% 38% 21,5 100% (n=2.983) Gestart vanaf 1-1-98 33% 34% 30% 3% 3,1 100% (n=3.004) 17% 18% 17% 28% 19% 12,3 100% (n=5.987) 44% 49% 6% 1,3 100% (n=690) Totaal Begeleid werken

Bijna de helft van de jongeren tot 27 jaar met een dienstbetrekking die uitstromen uit het werknemersbestand, is binnen een jaar na aanvang van hun Wsw-dienstbetrekking uitgestroomd. Naarmate de leeftijd toeneemt, neemt het aandeel mensen dat binnen een jaar uitstroomt af (zie tabel 5.13). Tabel 5.13 Duur van de beëindigde dienstbetrekkingen naar leeftijd (2009)13
De 3% Wsw-dienstbetrekkingen met een duur van 1 tot 5 jaar en de 3% met de duur van 5 tot 10 jaar in de groep die voor 1-1-1998 is gestart, zijn Wsw-dienstbetrekkingen aangegaan op grond van een terugkeergarantie voor Wsw-ers dan wel na een langere tijd of tussentijdse periode op de wachtlijst. Deze mensen blijven vallen onder het `regime' van de oude doelgroep Wsw. 13 De uitstroom vanuit een dienstbetrekking naar een begeleid werkenplaats is hier niet meegenomen.
12


37



In onderstaande tabel staat de omvang van de beëindigde dienstverbanden, uitgesplitst naar soort dienstverband. Tabel 5.14 Omvang beëindigde dienstbetrekkingen en begeleid werkenplaats (2009)14 Dienstbetrekking Gestart vóór 1-1-`98 Tot 10 uur 10 tot 20 uur 20 tot 32 uur 32 tot 36 uur 36 uur / 40 uur (= voltijd) Gemiddelde omvang (uren) Totaal 1% 16% 14% 5% 64% 31 100% (n=2.983) Gestart vanaf 1-1-`98 2% 24% 28% 17% 28% 26,4 100% (n=3.004) 1% 20% 21% 11% 46% 28,7 100% (n=5.987) 2% 12% 28% 15% 44% 29,7 100% (n=689) Totaal Begeleid werken

Mensen die uitstromen uit een dienstbetrekking werken gemiddeld bijna 3 uren per week minder (gemiddeld 28,7 uur) dan de mensen die eind 2009 nog deel uitmaakten van het werknemersbestand (gemiddeld 31,5 uur). Bij de personen op een begeleid werkenplaats is dat verschil 1 uur. Reden van ontslag en bestemming Bij dienstbetrekkingen van voor 1998 komt ontslag in verband met `overlijden, (vervroegd) pensioen, 2 jaar ziek' het meest frequent voor (75%). Bij de uitstroom uit dienstbetrekkingen vanaf 1998 en uit begeleid werkenplaatsen is het beëindigen van het contract na bepaalde tijd of geen verlenging proeftijd de belangrijke reden voor uitstroom (tezamen 39% resp. 52%) (zie tabel 5.15). Tabel 5.15 Reden van ontslag bij uitstroom uit werknemersbestand (2009) Dienstbetrekking Gestart vóór 1-1-1998 Onvoldoende medewerking Onvoldoende medewerking herindicatie Betrokkene behoort niet langer tot doelgroep Ontslag op eigen verzoek Overige redenen Geen verlenging contract na proeftijd Geen verlenging na aflopen contract bep. tijd Overlijden, (vervroegd) pensioen, 2 jaar ziek Onbekend Totaal 1% 0% 2% 13% 8% 0% 2% 75% 0% 100% (n=2.983) Gestart vanaf 1-1-1998 1% 0% 3% 20% 14% 4% 35% 23% 0% 100% (n=3.004) 8% 0% 1% 10% 23% 2% 50% 4% 1% 100% (n=690) 2% 0% 2% 16% 12% 2% 22% 44% 0% 100% (n=6.671) Begeleid werken Totaal


14

De uitstroom vanuit een dienstbetrekking naar een begeleid werkenplaats vice versa is hierin niet meegenomen.


38



Ontslag op eigen verzoek is ook een veel voorkomende reden van ontslag bij dienstbetrekkingen van na 1998. Bij begeleid werkenplaatsen geldt dit voor `overige redenen'. Tabel 5.16 Bestemming na uitstroom uit werknemersbestand in 2009 Dienstbetrekking Gestart vóór 1-1-1998 Reguliere arbeid buiten Wsw (doorstroom) Wsw-plaatsing andere gemeente Wachtlijst Wsw Uitkering ziekte of arbeidsongeschiktheid (vervroegd) pensioen Voorziening ihkv AWBZ Overige bestemmingen Overlijden werknemer Uitkering WWB, IOAW, IOAZ, werkloosheid Onbekend Totaal 1% 6% 3% 19% 50% 3% 6% 10% 0% 2% 100% (n=2.982) Gestart vanaf 1-1-1998 2% 7% 31% 21% 7% 2% 15% 5% 2% 7% 100% (n=3.002) 4% 2% 78% 4% 1% 0% 8% 1% 1% 2% 100% (n=690) 2% 6% 23% 19% 25% 2% 10% 7% 1% 4% 100% (n=6.668) Begeleid werken Totaal

Personen die uitstromen uit een begeleid werkenplaats keren in 78% van de gevallen terug naar de wachtlijst. Ook bij de dienstbetrekkingen vanaf 1998 is terugkeer naar de wachtlijst de meest voorkomende uitstroombestemming (31%). De mensen die uitstromen uit een dienstbetrekking van vóór 1 januari 1998 gaan vooral met pensioen (50%) of komen in een uitkering wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid (19%).


39



40



Bijlage 1 Responsverantwoording 19e en 20e meting


41



42



Responsverantwoording 19 e en 20 e meting
Uitvoering van de Wsw-statistiek Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft Research voor Beleid aangewezen als bewerker en beheerder van de Wsw-statistiek. Research voor Beleid heeft ervoor gezorgd, dat van alle gemeenten en sociale werkvoorziening(sw)-bedrijven bekend is welke partijen op welke wijze betrokken zijn bij de uitvoering van de Wsw en wie de gegevens voor de Wsw-statistiek aanlevert. Door overleg te voeren met de softwareleveranciers van veel gebruikte pakketten in de sociale werkvoorziening is bereikt dat de meeste van deze softwareleveranciers exportmodules aan hun programma hebben toegevoegd speciaal bedoeld voor de Wsw-statistiek. Hierdoor is Research voor Beleid in staat tot het verwerken van de gegevens van de Wsw-statistiek en het rapporteren hierover. Respondenten Gemeenten zijn bestuurlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wsw. Vanaf 1 januari 2008 zijn individuele gemeenten ook verantwoordelijk voor het indienen van de beleidsinformatie over alle Wsw-geïndiceerde inwoners die in de sociale werkvoorziening werkzaam zijn of op de wachtlijst staan, inclusief Wsw-geïndiceerde inwoners die bij een andere gemeente werken. Als een gemeente er voor kiest om de beleidsinformatie over haar inwoners niet zelf te verstrekken maar dit over te laten aan de betreffende wgr's/sw-bedrijven waar de inwoners op de wachtlijst staan dan wel werken, dan dient de gemeente de betreffende wgr's/swbedrijven te machtigen gegevens aan te leveren. Zij kunnen die verantwoordelijkheid dus geheel overdragen aan een samenwerkingsverband van gemeenten conform de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR). De feitelijke uitvoering van de Wsw wordt over het algemeen verricht door sw-bedrijven. Het beheer van de wachtlijsten berust, afhankelijk van de door gemeenten gemaakte bestuurlijke keuze, bij de gemeenten zelf of bij de swbedrijven. Ook de activiteiten rond begeleid werkenplaatsen kunnen al dan niet uitbesteed zijn aan een aparte organisatie. Met de gemeenten en sw-bedrijven zijn afspraken gemaakt over de aanlevering van bestanden voor de Wsw-persoonsstatistiek. De gewijzigde Wsw per 1-1-2008 heeft tot gevolg gehad dat delen van bestanden door of via gemeenten zijn aangeleverd. Responsverantwoording Op de deadline van de 19e meting, 15 augustus 2009 (6 weken na afloop van het halfjaar van die meting) hadden 6 sw-bedrijven en het UWV-WERKbedrijf nog geen bestand aangeleverd aan Research voor Beleid. In week 38 waren alle bestanden aangeleverd. Op de deadline van meting 20, 15 februari 2010, hadden 4 sw-bedrijven en 1 gemeente nog geen bestand aangeleverd aan Research voor Beleid. In week 10 hadden alle 89 swbedrijven, het UWV WERKbedrijf en 16 gemeenten een bestand aangeleverd. In onderstaande tabel B1.1 staat een overzicht per halfjaar van het totaal aangeleverde bestanden. Bij beide metingen konden gemiddeld 74 organisaties volstaan met één versie van het bestand. De overige 16 organisaties hebben een 2e of zelfs een 3 e versie moeten aanleveren. Alle organisaties en gemeenten hebben uiteindelijk een bestand aangeleverd dat van voldoende kwaliteit is bevonden voor verdere verwerking en analyse. UWV-WERKbedrijf heeft voor de 20e meting ruim binnen de gestelde aanlevertermijn de bestanden met indicaties en met ontslagadviezen aangeleverd.


43



Tabel B1.1 Aantal geleverde versies van bestanden per organisatie per meting over 2009 N leveranciers 20091 Totaal aantal be- N leveranciers 20092 standen 20091 1 versie 2 versies 3 versies Totaal 90 14 2 106 90 28 6 124 90 14 0 120 28 0 118 Totaal aantal bestanden 20092


44



Bijlage 2 Aanvullende tabellen


45



46



Aanvullende tabellen

Tabel B2A
O 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 Totaal In %

Dienstbetrekkingen jongeren tot 23 jaar: loonschaal en salarisregel in fte (2009) A B 2,9 3,9 2,7 1,8 ,4 2,5 2,3 24,3 68,8 ,9 ,6 10,1 ,4 22,8 ,9 B2 1,0 C1 C2 D1 D2 E F Totaal 1001,9 3,9 2,7 25,4 10,5 2,9 26,5 ,0 68,8 1,5 ,0 1,0 1,4 ,4 1,8 58,1 ,8 1,0 6,8 8,8 6,0 19,3 3,0 1,0 24,9 72,4 99,0 37,7 1,9 1,0 14,9 15,9 139,6 154,2 10,3 2,7 3,8 ,9 13,7 3,5 56,7 33,6 10,5 1,0 ,9 14,6 1,0 1,0 2,0 1,0 1,0 25,3 2,0 1,8 13,2 5,9 20,0 ,9 21,8 1,8 1,8 71,3 6,7 2,8 6,8 10,7 31,9 1,6% 120,4 121,4 235,0 187,8 20,8 30,9 4,7 16,6 2,9 2,0 ,0 ,9 ,9 135,8 6,6% 49,5 2,4% 5,0 0,2% 0,9 0,0% 1,0 0,0% 1,8 2044,1 100% 5,9% 5,9% 11,5% 9,2% 1,0% 1,5% 0,2% 0,8% 0,1% 0,1% 0,0% 0,1% 100,0% In % 49,0% 0,2% 0,1% 1,2% 0,5% 0,1% 1,3% 0,0% 3,4% 0,1% 0,0% 1,1% 0,1% 0,1% 3,5% 0,3% 0,1% 0,3% 0,5%


998,1


1055,1 51,6


340,1 16,6%


456,6 22,3%


47



Tabel B2B Dienstbetrekkingen volwassenen: loonschaal en salarisregel in fte (2009)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 Totaal In % O 4597,2 A 16,1 12,3 B1 71,3 7,5 18,5 102,7 28,3 B2 53,7 4,8 5,9 6,9 11,0 93,5 39,3 ,6 ,6 C1 73,2 9,1 10,6 9,1 87,6 35,1 1,8 C2 23,5 ,9 1,9 12,8 3,4 3,0 70,4 24,5 D1 6,4 5,7 3,9 3,5 6,2 47,6 D2 3,0 ,4 E 1,0 1,0 1,0 5,0 2,7 13,9 F 1,0 1,3 G 5,9 H 1,0 I Totaal In % 4853,2 5,9% 41,4 0,1% 41,2 0,0% 137,3 0,2% 142,5 0,2% 182,8 0,2% 114,5 0,1% 66,8 0,1% 71,4 0,1% 8,6 0,0% ,0 0,0% 15,5 0,0% 7,2 0,0% ,7 0,0% 1,7 0,0% 4,4 0,0% 1,6 0,0% ,9 0,0% ,0 0,0% 201,6 0,2% 1065,3 1,3% 2300,6 2,8% 2279,8 2,8% 1426,3 1,7% 1738,5 2,1% 8328,0 10,1% 2134,4 2,6% 6484,7 7,9% 4763,2 5,8% 1213,1 1,5% 8681,7 10,5% 4637,6 5,6% 7383,7 8,9% 3356,4 4,1% 568,1 0,7% 651,8 0,8% 6880,9 8,3% 313,4 0,4% 4559,7 5,5% 179,0 0,2% 277,0 0,3% 289,8 0,4% 299,2 0,4% 3491,3 4,2% 76,9 0,1% 148,6 0,2% 1683,3 2,0% 34,1 0,0% 73,3 0,1% 80,9 0,1% 77,8 0,1% 87,3 0,1% 93,0 0,1% 665,4 0,8% 31,5 0,0% 32,3 0,0% 25,9 0,0% 28,4 0,0% 24,8 0,0% 168,5 0,2% 3,7 0,0% 7,0 0,0% 7,0 0,0% 13,6 0,0% 8,0 0,0% 4,9 0,0% 32,6 0,0% 83188,5 100,0% 100,0%


2,7 38,2


12,7

,6 15,5 ,7 1,7 1,6


2,0 23,2 1,0


2,0 17,0


1,0 1,0 1,0 2,0 6,0 1,0 1,0

,4


6,8


4,4 ,9 201,6 558,3 2218,8 1248,6 10,8 11,5 48,4 91,8 39,6 49,6 20,8 21,3 26,0 9,4 3,9 1,4 3,0 ,5 1,0


445,0 53,7 ,4 ,6 2,0 1,9 4,6 2,7 12,7 1,0 12,7


47,6 74,7 692,4 1032,1 1241,8 7158,6 1346,1 50,1 340,3 9,5 66,7 122,7 31,2 28,9 ,6 13,2 5,6


14,5 7,1 255,9 381,0 482,6 695,8 691,3 5728,6 3287,8 14,7 72,7 215,3 28,1 57,0 ,9 19,8 ,9 9,1


19,1 1,0 1,0 333,8 509,8 850,1 808,5 8137,9 3552,7 77,5 159,1 9,0 4,6 71,1 4,3 28,2 1,0 ,5 1,0 ,9 10,4


8,1


1,0


1,0 1,0


1,0 1,0 ,8


5,7 ,9


87,0 1,0 144,1 230,8 255,3 377,9 525,6 7233,7 2596,1 10,2 2,6 110,5 4,4 28,8 ,5 1,0 8,1 ,6 2,0


1,5 ,7 8,0 81,4 1,0 145,8 2,0 413,6 435,5 470,6 6508,9 6,4 47,1 2,0 6,9 2,5 23,3 1,0 1,0 5,0 1,0

,8 4,5 22,8 1,6 34,0 83,5 110,5 140,8 144,0 236,2 4335,9 5,3 14,3 2,3 6,5 49,2 1,0 7,9 1,0


1,8 ,8 1,0 32,2 2,7 61,2 98,3 158,7 232,4 252,3 255,6 3352,6 1,0 4,8 18,0 1,0 1,0


1,0 ,7 1,0 1,0 5,3 11,0 22,3 29,7 30,8 37,9 68,6 141,1 1627,6 ,8 11,0 2,0 2,0 1,0 13,8


1,0


3,0


2,9


1,0 1,0

,5 5,9


1,9 6,3 20,9 33,3 60,3 76,9 72,8 84,4 83,3 635,9 17,5 1,0 1,0 4,0


2,0


1,0


1,8


1,0


1,0 4,0


1,0


1,0


3,0 2,9 6,8 8,5 14,0 31,3 24,9 27,4 23,8 162,5 ,7 1,0 1,0

,4


1,0 1,0 3,0 7,0 5,0 11,7 7,0 1,9 27,4 67,4 0,1%


2,0 ,9 1,0 2,0 5191,1 6,3% 1,0 4622,4 5,6% 12512,1 12185,5 14811,1 11769,8 15,1% 14,8% 17,9% 14,2% 8242,3 10,0% 5234,7 6,3% 4508,8 5,5% 1,0 3,1 2028,9 1121,5 2,5% 1,4%


309,6 0,4%


48



Bijlage 3

Te registreren kenmerken Wsw-statistiek


49



50



Te registreren kenmerken Wsw-statistiek
Kenmerk indicatiebesluit Administratieve gegevens (1) statistiekjaar en halfjaarperiode (2) verantwoordelijke gemeente of WGR-verband Persoonsgegevens (5) datum overdracht van andere gemeente (6) registratienummer (7) sofi-nummer (8) geboortedatum (9) geslacht (10) huidige gemeente van inschrijving (11, 12, 13) handicapcode 1, 2 en 3 Aanvraag (14a) datum van aanvraag eerste indicatie (14b) datum van aanvraag herindicatie (14c) datum van aanvraag ontslagadvies (15) aanleiding aanvraag Besluit / Advies (17a) datum indicatiebesluit (17b) datum afloop geldigheidsduur indicatie (18) besluit doelgroep (20) besluit arbeidshandicap (22) advies werkvorm (26a) advies / instemming ontslag (26b) datum ontslagadvies Wachtlijst (28) datum instroom wachtlijst (29a) datum uitstroom wachtlijst (29b) reden uitstroom wachtlijst Instroom in werknemersbestand (30a) (Inkomens-)situatie bij instroom werknemersbestand (30b) Uitkering ziekte of arbeidsongeschiktheid Dienstbetrekking (31a) begindatum dienstbetrekking (31b) detachering (32) einddatum dienstbetrekking (33) loonschaal (34) salarisregel (35a) overeengekomen aantal uren per week (35b) percentage uitbetaald contractloon (35c) ontvangen arbeidsongeschiktheidsuitkering Arbeidsovereenkomst (begeleid werken) (36) begindatum arbeidsovereenkomst (37) einddatum arbeidsovereenkomst (38a) overeengekomen aantal uren per week (38b) percentage uitbetaald contractloon (38c) ontvangen arbeidsongeschiktheidsuitkering Uitstroom werknemersbestand (39) datum uitstroom werknemersbestand (40) reden ontslag uit werknemersbestand (41) bestemming uitstroom uit werknemersbestand (X)
1

relevant bij wachtlijst DB van vóór 1998 X X X (X) X X X X Alleen 11 DB vanaf 1998 X X X (X) X X X X X X
2

begeleid werken X X X (X) X X X X X X X (X) X X X X X X (X) (X) X X X X X

X X X (X) X X X X X X X X X X X X X

X X X (X) X X X X X X1 X1 X1 X1 X1 X1 X1 X1

X (X) X X X X X

(X)

2


2


2

X (X) (X) X X X X X

(X) (X) X (X) (X) X X X X

X X (X) X X X X X

X X (X) X X X X X X (X) X X X

(X) (X) (X)

(X) (X) (X)

(X) (X) (X)

Deze gegevens zijn facultatief of zijn bij uitstroom of einde alleen van toepassing als er daadwerkelijk sprake is van uitstroom / beëindiging.

Bij mensen die op 31 december 1997 al op de wachtlijst stonden hoeft dit gegeven niet geregistreerd te worden, tenzij zij op 1 januari 1998 nog op de wachtlijst stonden en alsnog geherindiceerd zijn volgens de nWsw (zonder datum aanvraag 1 e indicatie). 2 Alleen van toepassing bij een ontslagadvies of bij een herindicatie op eigen verzoek voor begeleid werken of voor doelgroep onderzijde.


51



52



Bijlage 4

Volledigheid van de gegevens


53



54



Volledigheid van de gegevens

De huidige rapportage betreft de negentiende en twintigste meting van de Wsw-statistiek. De volledigheid van gegevens is als volgt berekend: het foutenpercentage is berekend door het aantal fouten op een item te delen door het aantal records dat een geldige waarde op dat item zou moeten hebben. Wanneer er bijvoorbeeld gekeken wordt naar de fouten in de loonschaal en de salarisregel, worden de personen die geen dienstbetrekking hebben buiten beschouwing gelaten. De omvang fouten ten aanzien van de indicatiegegevens betreft het bestand van het UWV WERKbedrijf. De hoge percentages bij de kenmerken `ontvangen arbeidsongeschiktheiduitkering' worden veroorzaakt doordat er gemeld is dat er wel een uitkering is, maar dat de hoogte ervan onbekend is. Tabel B4.1 Omvang fouten en ontbrekende gegevens
19 e Meting (20091) 20 e Meting (20092) (5) (7) (8) (9) (10) (11) (14a) (14b) (14c) (15) (17a) (17b) (18) (20) (22) (28) (29a) (29b) (30a) (30b) (31a) (31b) (32) (33) (34) (35a) (35c) Persoonsgegevens datum overdracht andere gemeente sofi-nummer Geboortedatum Geslacht gemeente van inschrijving Soort beperking 15 Aanvraag datum van aanvraag eerste indicatie datum van aanvraag herindicatie datum van aanvraag ontslagadvies aanleiding aanvraag Besluit / Advies datum indicatiebesluit datum afloop geldigheidsduur indicatie besluit doelgroep besluit arbeidshandicap advies werkvorm Wachtlijst (nieuwe populatie) datum instroom wachtlijst datum uitstroom wachtlijst Reden uitstroom wachtlijst Instroom in werknemersbestand (inkomens-)situatie bij instroom uitkering ziekte of arbeidsongeschiktheid Dienstbetrekking begindatum dienstbetrekking Detachering einddatum dienstbetrekking loonschaal Salarisregel overeengekomen aantal uren per week db ontvangen arbeidsongeschiktheidsuitkering db 6% 0% 0% 0% 0%

15

Het foutenpercentage betreft de bestanden van de sw-bedrijven. In het bestand van het UWV WERKbedrijf was dit foutenpercentage in 20091 0,5% en in 20092 0%.


55



(36) (37) (38a) (38c) (39) (40) (41)

Arbeidsovereenkomst begindatum arbeidsovereenkomst einddatum arbeidsovereenkomst overeengekomen aantal uren per week bw ontvangen arbeidsongeschiktheidsuitkering bw Uitstroom uit werknemersbestand datum uitstroom werknemersbestand reden ontslag uit werknemersbestand bestemming uitstroom uit werknemersbestand

0% 0%
0% 0%

56



Research voor Beleid Bredewater 26 Postbus 602 2700 MG Zoetermeer tel: 079 322 22 22 fax: 079 322 22 12 e-mail: info@research.nl www.research.nl


57