Woonbond
03-09-2010
Uitverkoop corporaties bepleit
Een drietal prominenten bepleit de uitverkoop van woningcorporaties.
Dit keer zijn het de topbestuurder Arthur Docters van Leeuwen, econoom
Sweder van Wijnbergen en het eerstekamerlid Hans Hillen. Zij zijn
respectievelijk van VVD-, PvdA- en CDA-huize. Volgens hen kan de
corporatiesector voorkomen dat een nieuw kabinet de corporaties
financieel nog verder uitknijpt. Daarvoor moeten er dan wel 900.000
corporatiewoningen worden verkocht. Met de 120 miljard euro die dat
oplevert kunnen de woningcorporaties vervolgens bouwen en
vernieuwbouwen. In het Financieele Dagblad formuleren de heren de
noodzaak van deze operatie als volgt: 'Ze (de corporatiesector, red) is
te groot, wordt politiek niet goed aangestuurd en heeft zelf ook geen
goede "code of conduct".'
De Woonbond is het eens met de stelling dat de overheid vreemd omgaat
met de corporatiesector. 'Enerzijds verlangt de overheid van de
corporaties dat ze grootscheeps investeren en van allerlei activiteiten
ontwikkelen. Anderzijds worden de noodzakelijke middelen daarvoor
afgeroomd door grepen in de kas', aldus Woonbondwoordvoerder René van
Genugten op BNR Nieuwsradio. (3 september). Verder ziet de
Woonbond helemaal niets in het voorstel van het illustere drietal,
alleen al omdat de meeste huurders moeten rondkomen van een laag of
bescheiden middeninkomen en ze de leencapaciteit niet hebben om een
woning te kunnen kopen. Alleen al om die reden is het niet realistisch
om te veronderstellen dat 900.000 huurders hun woning zouden kunnen of
willen kopen. Een dergelijke grootschalige uitverkoop leidt er ook toe
dat er onvoldoende betaalbare huurwoningen overblijven voor de lage en
middeninkomens. Woonbondwoordvoerder René van Genugten wees er in NBR
Nieuwsradio op dat de groep scheefwoners (huurders met een goed inkomen
die een goedkope woning huren) veel kleiner is dan veelal wordt
gesuggereerd. 'Het betreft vier, hoogstens vijf procent van de sociale
huurwoningen, meer niet.'