Gemeente Delfzijl

PERSBERICHT (embargo tot 3 september 2010) De Rekenkamercommissie Delfzijl heeft onderzoek gedaan naar de taakuitvoering van de afdeling VROM van de gemeente Delfzijl. De rekenkamercommissie van de gemeente Delfzijl heeft haar zevende onderzoeksrapport opgeleverd. Dit rapport gaat over het onderzoek dat is gedaan naar het niveau van uitvoering van taken van de afdeling VROM van de gemeente Delfzijl. Het rapport wordt op donderdag 2 september aangeboden aan de raad en toegelicht in de raadsvergadering van 23 september 2010. De rekenkamercommissie heeft een onafhankelijke positie binnen de gemeente. Dit betekent dat de rekenkamercommissie zelf bepaalt welke onderwerpen worden onderzocht en hoe het onderzoek wordt ingericht. De commissie bestaat uit 4 externe onafhankelijke leden. De gemeenteraad kan (maar ook burgers kunnen dat) de rekenkamercommissie verzoeken om een bepaald onderwerp nader te onderzoeken. Het doel van het rekenkamercommissieonderzoek is om inzicht te bieden in de prestaties van de gemeente en waar gewenst het formuleren van aanbevelingen voor de toekomst. De centrale onderzoeksvragen in de rapportage zijn: 1. Welk niveau van taakuitvoering en/of welke graad van professionalisering heeft de afdeling VROM bereikt bij het uitoefenen van haar wettelijke taken op het gebied van Ruimtelijke Ordening, Bouwen, Milieu en Veiligheid. 2. Hoe is het extra geld van 100.000 (beschikbaar gesteld door de raad in 2002) ingezet en wat zijn de effecten daarvan geweest. 3. Hoe speelt de afdeling in op nieuwe wet- en regelgeving en hoe worden deze vervolgens geborgd in de afdelingsorganisatie. 4. Welke conclusies en aanbevelingen zijn hieraan te verbinden. 5. Welke risico's loopt de gemeente Delfzijl. 6. Welke leerdoelen zijn te formuleren. De volgende conclusies zijn ondermeer geformuleerd: 1. Het niveau van taakuitvoering ten aanzien van de taakvelden milieu, ruimtelijke ordening, bouwen en veiligheid is ten opzichte van het verleden (peiljaar 2004) sterk verbeterd. De tekortkomingen zijn nagenoeg weggewerkt. 2. Ten opzichte van de in 2010/2011 geldende criteria voldoet de gemeente Delfzijl nog niet aan het door het ministerie van VROM beoogde professionele niveau voor vergunningverlening. Wel worden (door de gemeente Delfzijl of in DEAL-verband) acties uitgevoerd om dit professionele niveau te bereiken. Hetzelfde geldt voor toezicht en handhaving. De gemeente Delfzijl kampt met een achterstand voor milieuhandhaving en voor de overige taakvelden. Vooral het niet aantoonbaar monitoren van meetbare doelstellingen en het ontbreken van het evalueren van de resultaten zijn hier debet aan. 3. Met betrekking tot onderzoeksvraag 2 kan worden geconcludeerd dat er door de raad in de afgelopen jaren veel meer geld beschikbaar is gesteld dan de 100.000 in oktober 2002. Gebleken is dat er in maart 2003 aanvullend 215.000 structureel en 1.000.000 incidenteel beschikbaar is gesteld op basis van een plan van aanpak "Adequate uitvoering en handhaving VROMregelgeving, inclusief veiligheid en een bijbehorend projectenboek". Deze gelden zijn ingezet voor een achttal projecten en voor structurele uitbreiding van de formatie. Het effect van deze totale inzet is dat de achterstand grotendeels is weggewerkt en er een formatie is gecreëerd die kwantitatief en kwalitatief berekend moet zijn voor haar taak. 4. Op de onderzoeksvraag 3: "Hoe speelt de afdeling in op nieuwe wet- en regelgeving etc." kan een positief antwoord worden gegeven. Over de hele linie van de in het rapport genoemde wet- en regelgeving kan worden gezegd dat de gemeente in een vroegtijdig stadium is begonnen met het treffen van voorbereidingen en dat veel onderdelen ervan in intergemeentelijk verband zijn opgepakt. Daarmee kan naar het oordeel van de commissie van een toereikende aanpak worden gesproken. 1

De volgende aanbevelingen zijn geformuleerd: 1. De gemeente Delfzijl zou meer moeten investeren in monitoring en evaluatie van beleid- en uitvoering. 2. Voor de gemeente Delfzijl is het naar het oordeel van de commissie zaak om de cycli (van beleid en die van de planning & control) sluitend te maken door aan de nu nog ontbrekende schakels gericht invulling te geven. Daardoor wordt tevens veel beter zichtbaar welke vorderingen de gemeente maakt op deze taakonderdelen. 3. Omdat het enige moeite kostte om helder te krijgen hoeveel geld de raad beschikbaar heeft gesteld en of het ook effectief en efficiënt is besteed, wordt aanbevolen in voorkomende rapportages over dit soort grote(re) onderwerpen meer systematisch en integraal te rapporteren. Dus zowel over (voortgang) inhoud, benutting van de middelen als behaalde effecten. 4. De ervaring leert dat een projectmatige voorbereiding zoals dat bij de WABO en bij de Actualisering van bestemmingsplannen is gedaan de meeste kans op succes geeft.



Gemeente Delfzijl