SGP
SGP: Onderwijs moet d en t leren spellen
Het is belangrijk dat leerlingen de Nederlandse taal fatsoenlijk kunnen
spellen. De regering heeft terecht een actieplan opgesteld voor de
verbetering van taalonderwijs. Daarom is de SGP verbaasd over de
conclusie van onderzoeker Van de Gein dat het nieuwe beleid een
verlaging van de spellingseisen oplevert. Dat kan niet de bedoeling
zijn. We moeten in ieder geval het huidige niveau vasthouden.
Momenteel is een wetsvoorstel in behandeling waardoor taalniveaus
worden vastgesteld bij de overgang tussen schoolsoorten. Onderzoeker
Van de Gein constateerde vorige week dat deze niveaus op belangrijke
onderdelen lager liggen dan de huidige eisen. De SGP heeft de minister
daarom gevraagd deze verlaging ongedaan te maken. Beleid voor
taalverbetering mag in ieder geval geen verslechtering betekenen.
Volgens Van de Gein liggen de problemen overigens niet zozeer in het
basisonderwijs, maar in het voortgezet onderwijs. Daar wordt te weinig
gedaan om de vaardigheden op peil te houden. De SGP vraagt daarom of
het beleid afdoende is om de forse daling van het taalniveau te keren.
Ook in het voortgezet onderwijs zou bovendien gewerkt moeten worden aan
een betere peiling van de resultaten.
---
Schriftelijke vragen van het lid Dijkgraaf aan de minister van
Onderwijs, cultuur en wetenschap
1. Bent u bekend met de artikelen âTaalkundige: spelling gaat na
basisschool misâ en âLagere spellingseisen op basisschool helpen nietâ?
2. Deelt u de vooronderstelling dat voor het verbeteren van
spellingvaardigheden een verlaging van de eisen in het basisonderwijs
geen goede ontwikkeling is?
3. Kunt u aangeven of de door Van de Gein beschreven voorbeelden
correct zijn waaruit blijkt dat met invoering van het referentiekader
sprake is van een verlaging van de spellingseisen? Bent u ook van
mening dat deze verlaging bij invoering van het referentiekader
ongedaan moet zijn gemaakt?
4. Vindt u ook dat het referentiekader voor rekenen en taal minimaal
aan de huidige eisen moet voldoen? Bent u bereid te controleren of aan
deze eis op alle gebieden is voldaan?
5. Deelt u de analyse van Van de Gein dat de problemen met betrekking
tot spelling vooral ontstaan in het voortgezet onderwijs? In hoeverre
is het beleid op dit gebied afdoende om de forse terugval in
vaardigheden tegen te gaan?
6. Op welke wijze bevordert u dat ook in het voortgezet onderwijs tot
een systematische peiling van het onderwijsniveau kan worden gekomen?