Vrije Universiteit Amsterdam

Vrije Universiteit Amsterdam Meer perspectief
6 september 2010

Onderzoek wie waarom wààr een misdrijf pleegt

Hoogleraar Omgevingscriminologie bepleit in oratie: Er bestaat onvrede over theorieontwikkeling binnen de criminologie. Er zijn te veel theorieën en te veel gescheiden trajecten. Onderzoek uit de omgevingscriminologie (over het waarom op bepaalde locaties meer misdaad voorkomt dan op andere) wordt verwaarloosd door criminologen die de oorzaken van het ontstaan van misdaad onderzoeken en andersom. Dit signaleert Gerben J.N. Bruinsma, hoogleraar Omgevingscriminologie dinsdag 7 september in zijn oratie 'Pleidooi voor een interactionistische criminologie. Over de rol van de omgeving bij de spreiding en het ontstaan van criminaliteit'.

Bruinsma houdt een pleidooi om beide stromingen bij elkaar te brengen door de interacties te bestuderen tussen persoonlijke eigenschappen van mensen én de locaties waarin zij een misdrijf plegen. Bruinsma: "We willen beter weten waarom mensen bepaalde misdrijven wel op die ene locatie en niet op een andere plegen en we willen ook weten waarom mensen met verschillende kenmerken - bijvoorbeeld lage zelfcontrole, gebrekkige opvoeding, omgang met slechte vrienden - zich op bepaalde locaties vaker inlaten met misdadig gedrag dan anderen." De criminoloog vermoedt dat door deze wisselwerking centraler te stellen een stapje vooruitgang in de criminologie kan worden bereikt.

Gerben Bruinsma is directeur van het NSCR (Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving), een nationaal NWO-onderzoekinstituut gesitueerd op de campus van de Vrije Universiteit Amsterdam. Zie: www.nscr.nl.