Algemene Onderwijsbond

Utrecht, 07-09-2010

Percentage publieke uitgaven en BBP aan onderwijs ruim onder gemiddelde

OESO: Onderwijsuitgaven Nederland blijven achter bij rijke landen

Nederland geeft nog altijd minder uit aan onderwijs dan het gemiddelde van de OESO-landen. Dat blijkt uit het vandaag verschenen 'Education at a Glance,' het jaarlijkse rapport van de vereniging van 32 geïndustrialiseerde landen. De 32 landen investeerden gemiddeld 6,3 procent van hun BBP in onderwijs, in Nederland bleef het aandeel hangen op 5,6 procent. Dat percentage is ongeveer gelijk aan wat Nederland in 1995 besteedde aan onderwijs. "Dit laat zien dat Nederland er echt harder aan moet trekken om in de top 5 van kenniseconomieën te komen," zegt AOb-voorzitter Walter Dresscher. "Maar nog belangrijker is het dat dat geld ook rechtstreeks in de klas terecht komt: meer en betere leraren voor kleinere groepen."

Ook in een andere vergelijking scoort Nederland niet goed genoeg: De publieke uitgaven aan het onderwijs. In 2007 gaven de OESO-landen gemiddeld 13,3 procent van het rijksbudget uit aan onderwijs, terwijl ons land ruim een procent minder investeerde in onderwijs. Daarmee eindigen Mexico, Zweden, Finland, Nieuw-Zeeland en de VS royaal boven Nederland. De AOb vindt dit een belangrijke graadmeter voor de mogelijkheden die het onderwijs heeft. Maar ook met het huidige budget kan en moet heel anders omgespringen worden, zo blijkt ook uit het rapport.

Gericht investeren
Vooral voor de manier waarop het geld wordt uitgegeven wil de grootste onderwijsbond aandacht. Geld moet rechtstreeks worden geïnvesteerd in de leerling: een kleine klas met een bevoegde leraar. Die leraar moet meer dan voorheen de kans krijgen inhoudelijk te groeien in zijn werk. Met het convenant LeerKracht heeft het laatste kabinet Balkenende de juiste koers ingezet. Het is voor de concurrentiepositie van Nederland én de kwaliteit van ons onderwijs noodzaak dat een nieuw kabinet dat werk doorzet en met een actieplan Onderwijs 2.0 ook de aanval op de onbevoegdheid opent, investeert in meer conciërges en kleinere klassen.

Leraar nog steeds te productief
Naast de grote klassen geven docenten te veel les. Dat beeld is onveranderd: Vergeleken met het door de OESO berekende EU-gemiddelde staan basisschoolleerkrachten in Nederland zelfs 167 uur langer voor de klas. Ook in het voortgezet onderwijs en het mbo geven leraren veel les: 7% langer dan het OESO-gemiddelde en zelfs 13% langer dan het EU-gemiddelde.