Sociaal-Economische Raad


* 60 jaar SER

6 september 2010

De piepjonge (want vorig jaar opgerichte) Sociaal-Economische Raad van El Salvador (CES) bezocht vandaag de SER. In de CES zitten, naast ondernemersorganisaties en vakbonden, ook sociale organisaties en vertegenwoordigers van de regering. Doel van het bezoek is te leren van de ervaringen van onze SER.

De delegatie, onder leiding van de Salvadoraanse minister van Buitenlandse Zaken Jaime Miranda, wil graag meer weten over de rol en werkwijze van de SER in Nederland. Op de eerste dag kregen ze uitleg over de Nederlandse overlegeconomie en de plaats van de SER daarin. Later tijdens het werkbezoek worden ze bijgepraat over de Nederlandse werkwijze en procedures. In een verklaring die door de vertegenwoordigers van beide SER'en werd ondertekend, staat dat men ook in de toekomst informatie en ervaringen zal uitwisselen.

SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan benadrukte dat het Nederlandse `model' het product is van onze cultuur en tradities en dat het dus niet zomaar te kopiëren is in een ander land. Ieder land moet zoeken naar een vorm die het beste past bij zijn aard en historie. Maar onderling vertrouwen is het allerbelangrijkste, naast de bereidheid om afspraken te maken voor de langere termijn.

Een crisis kan soms behulpzaam zijn om partijen zo ver te krijgen. In Nederland was dat de na-oorlogse periode van wederopbouw. In El Salvador is ook sprake van een crisis. Zo is de economie gekrompen met meer dan 3 procent, loopt de werkloosheid steeds verder op en zijn er vorig jaar sinds de vrede van 1992 een record aantal mensen vermoord. Het vertrouwen in de overheid en de politiek is tot een dieptepunt gedaald. De oprichting van de CES dit jaar is bedoeld om het tij te keren. De El Salvadoranen realiseren zich heel goed dat dit niet van de ene op de andere dag zal lukken en vooral een langdurig proces is.