Wijkbezoek Haarlem: 'Benut de kennis die er is'
07-09-2010
Het gaat goed in Haarlem. Maar de wijkraden vinden het moeilijk om de
nieuwe Nederlanders en de jongeren erbij te betrekken.
Directeur-generaal Mark Frequin bezocht de Zomerzone en de
Boerhaavewijk op 6 september 2010. "Het valt of staat met de energie
die jullie er zelf in stoppen."
De Zomerzone, bestaande uit de Slachthuisbuurt en Parkwijk, en de
Boerhaavewijk zijn zogenaamde '40+' wijken. Deze wijken horen niet tot
de 40 aandachtswijken, maar krijgen toch geld van het Rijk omdat ze
vergelijkbare problemen hebben. Zo heeft de Zomerzone het hoogste
percentage werklozen in Haarlem. Veel kinderen hebben een
onderwijsachterstand.
De Hamelink
Frequin begint zijn bezoek in buurtcentrum De Hamelink in de
Slachthuisbuurt. Dit was een leegstaande, verwaarloosde, voormalige
zwarte school. De corporaties Elan Wonen, Ymere en Pré Wonen kochten
het pand en directeur Ruud Barnhorn maakte er een kleine school van met
voorzieningen voor de hele buurt. Behalve de school is er nu ook een
dagopvang voor ouderen, een peuterspeelzaal, een welzijnsorganisatie,
een buurtservicepunt en een keuken. Titia Bouwmeester vertelt over de
Verhalenkeuken en het 5e kwartier, twee projecten die vanuit De
Hamelink zijn georganiseerd. Verhalen van bewoners over hun leven van
vroeger in de Slachthuisbuurt werden in boekvorm uitgegeven en daarna
met succes in theatervorm opgevoerd.
Doenja
Daarna gaat het te voet en per bus naar De Troll, het fitnesscentrum
van Ton Belder en naar het moedercentrum Doenja. De Troll is een net
met geld uit het 40+ budget geopende ruimte waar jongeren onder meer
zelfverdedigingsporten kunnen doen. Elan Wonen heeft de ruimte ter
beschikking gesteld tot het over een paar jaar gesloopt wordt. In de
brede school Parkrijk, die met geld van Pré Wonen een doorstart maakt,
zit het moedercentrum Doenja. Hier worden allerlei activiteiten
georganiseerd voor allochtone vrouwen.
Inburgering
In Doenja krijgt Frequin een uitleg over de inburgering in Haarlem.
Volgens Martine Kruythoff van het gilde Samenspraak is er een
uitgebreid netwerk: "We kennen elkaar persoonlijk en weten elkaar
feilloos te vinden". Marianne de Jong en de Pakistaanse Summaiya Faisal
vormen een taalkoppel. Summaiya pikte de taal snel op omdat ze al goed
Engels sprak. Bij wijkcontactvrouw Aysel Demirel kunnen vrouwen terecht
met vragen over onder andere inburgering, opvoeding, scheiding of
fietslessen. Samen met de cliënt kijkt ze of ze andere instanties,
zoals een centrum voor Jeugd en Gezin, moet inschakelen. De
wijkcontactvrouwen zijn flexibel en laagdrempelig. Maar ze vinden het
moeilijk om de vrouwen over te dragen naar andere instanties.
Een inburgeringambassadeur vertelt dat het soms lastig is om mensen
naar de cursus te krijgen: "Omdat ze bijvoorbeeld geen kinderopvang
hebben." Ook voor mensen met psychische problemen en analfabeten is
inburgeren moeilijk. Collega Jessy Tang zegt dat mensen soms bang zijn
dat ze het niet halen. Frequin: "Wij weten dat het soms moeilijk is.
Als mensen het echt niet halen, kunnen we een gedeelte van het
cursusgeld kwijtschelden."
Kennis en kunde
Het wijkbezoek eindigt met een rondwandeling door de Boerhaavewijk en
een gesprek met de bewoners. De leden van de verschillende wijkraden
vinden dat het goed gaat in Haarlem. Maar er zijn te weinig winkels.
Het wijkcentrum de Hamelink zou iets meer sturing moeten krijgen. En ze
vinden het moeilijk om nieuwe Nederlanders en jongeren erbij te
betrekken. "Geef ons de tools om mensen te bereiken", zegt voorzitter
van de wijkraad Parkwijk-Zuiderpolder Edwin Hein. Frequin vindt dat de
wijkraden in deze financieel onzekere tijd zelf dingen moeten oppakken:
"Benut de kennis en kunde die er al is. Het valt of staat met de
energie die jullie er zelf in stoppen. Niets werkt als het niet van
jullie zelf is."
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer