beantwoording vragen van de leden Voordewind en Van Bommel over
mogelijk gebruik van chemische wapens tegen Koerdische opstandelingen
door Turkije
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van de leden Voordewind en Van Bommel
over mogelijk gebruik van chemische wapens tegen Koerdische opstandelingen
door Turkije
Kamerbrief | 6 september 2010
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Voordewind (Christen Unie) en Van Bommel (SP)
over mogelijk gebruik van chemische wapens tegen Koerdische
opstandeling door Turkije. Deze vragen werden ingezonden op 17 augustus
2010 met kenmerken 2010Z11626 en 2010Z11629.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) over het bericht dat
Turkije mogelijk chemische wapens inzet tegen de PKK (in gezonden 17
augustus 2010).
Vraag 1
Kent u het bericht "Shocking images of dead Kurdish fighters. Turkey
accused of using chemical weapons against PKK"? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u dit bericht, alsmede de ontkennende reactie van de
Turkse autoriteiten op de beschuldigingen dat chemische wapens zouden
zijn ingezet tegen Koerdische PKK-strijders?
Vraag 3
Ziet u aanleiding om met de Turkse autoriteiten in contact te treden
over deze kwestie en er bij hen op aan te dringen opheldering te geven
over de wijze waarop tegen PKK-strijders wordt opgetreden en de
mogelijke inzet van chemische wapens daarbij?
Antwoord
Voor Turkije is het Chemische Wapensverdrag op 11 juni 1997 in werking
getreden. Het land heeft binnen de Organisatie voor het Verbod op
Chemische Wapens (OPCW) in het verleden meerdere malen officieel te
kennen gegeven geen chemische wapens te bezitten. Navraag bij de Turkse
autoriteiten leert dat Turkije bevestigt niet in het bezit te zijn van
chemische wapens.
Het genoemd artikel in Der Spiegel baseert zich mede op een rapport van
de Universiteitskliniek Hamburg-Eppendorf. Deze kliniek heeft naar
aanleiding van de berichten in de media op 13 augustus een
rectificerend persbericht verspreid. In het persbericht wordt gemeld
dat het instituut op geen enkele wijze bevestigt dat de dood van de
afgebeelde slachtoffers het gevolg is van inzet van chemische wapens.
Voor uw informatie is het persbericht bijgevoegd.
Vraag 4
Welke mogelijkheden ziet u om deze kwestie in de Organisatie voor het
Verbod op Chemische Wapens (OPCW) of via andere multilaterale kanalen
zoals de VN, de NAVO en de EU aan de orde te stellen en, indien de
Turkse autoriteiten hierover geen openheid van zaken geven, te pleiten
voor een internationaal onafhankelijk onderzoek om vast te stellen of
Turkije zich schuldig maakt aan schending van het Verdrag inzake
chemische wapens?
Antwoord
Het Chemische Wapensverdrag behelst een verbod op de ontwikkeling,
productie, aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens.
Daarnaast voorziet het verdrag in de verplichting tot vernietiging van
bestaande voorraden.
Nederland ziet op basis van de informatie in het aangehaalde bericht
geen aanleiding om Turkije te verdenken van het gebruik of het bezit
van chemische wapens. Er is dan ook geen reden om deze kwestie binnen
de OPCW, de VN of de EU aan de orde te stellen.
1) http://www.spiegel.de/international/world/0,1518,711536,00.html
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de het lid lid Van Bommel (SP) over beweringen dat Turkije
chemische wapens heeft ingezet tegen Koerdische opstandelingen
(ingezonden 17 augustus 2010).
Vraag 1
Kent u berichten uit de Nederlandse en Duitse pers over de vermeende
inzet door Turkije van chemische wapens tegen Koerdische
opstandelingen? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat de universiteit van Hamburg in een forensisch rapport
bevestigt dat acht Koerden in september 2009 zeer waarschijnlijk zijn
omgekomen door de inzet van chemische stoffen? Indien ja, wat is uw
beoordeling van dit rapport?
Antwoord
Het is onjuist dat het Institut für Rechtsmedizin des
Universitätsklinikums Hamburg-Eppendorf op basis van ter beschikking
gestelde foto's heeft aangegeven dat de afgebeelde slachtoffers zeer
waarschijnlijk omkwamen door de inzet van chemische wapens.
Universiteitskliniek Hamburg-Eppendorf heeft naar aanleiding van de
eerdere berichten in de media een rectificerend persbericht verspreid.
In het persbericht (d.d. 13 augustus) wordt gemeld dat het instituut op
geen enkele wijze bevestigt dat de dood van de afgebeelde slachtoffers
het gevolg is van inzet van chemische wapens. Bovendien kan het
Instituut volgens de verklaring geen oordeel geven over de oorzaak en
het tijdstip van de verwondingen.
Vraag 3
Is het tevens waar dat de resultaten van een uitgevoerde autopsie op
deze acht Koerden door Turkije geheim worden gehouden?
Antwoord
Navraag bij Turkse autoriteiten leert dat autopsierapporten op basis
van de Turkse wet alleen door de directe familie van betrokkenen
opgevraagd kunnen worden. De rapporten worden dus niet geheim gehouden.
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat Turkije nadere opheldering moet verschaffen
over de omstandigheden waaronder deze acht Koerden zijn omgekomen en
bent u bereid daarop aan te dringen?
Antwoord
Er is geen reden om aan te nemen dat Turkije in het bezit is van
chemische wapens of dat Turkije deze wapens heeft gebruikt tijdens een
confrontatie met Koerdische opstandelingen. Zie hiervoor ook het
antwoord op vraag 2 van het lid Voordewind (kenmerk 2010Z11626).
Vraag 5
Deelt u de opvatting dat bij weigering om opheldering te verschaffen,
moet worden aangedrongen op onafhankelijk onderzoek, en bent u bereid
deze suggestie, afkomstig uit de Duitse Bondsdag, in Europees verband
aan de orde te stellen?
Antwoord
In de Duitse Bondsdag zijn (vooralsnog) geen vragen gesteld over deze
kwestie. Mocht aan Nederland informatie bekend worden die twijfel doet
rijzen over naleving van het Chemische wapensverdrag door Turkije dan
zal om opheldering worden gevraagd conform de bepalingen van het
verdrag.
1) http://www.azady.nl/news.php?readmore=10175 en
http://www.spiegel.de/politik/ausland/0,1518,711506,00.html
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid
Voordewind (ChristenUnie), ingediend 17 augustus (vraagnummer
2010Z11626)
Bijlage
* Bijlage
PDF bestand - 59 Kb
Ministerie van Buitenlandse Zaken