Datum 9 september 2010
Betreft Voortgangsrapportage landelijke infrastructuur voor gegevensuitwisseling in de zorg tweede kwartaal 2010
Geachte voorzitter,
Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot de invoering van een landelijke infrastructuur voor gegevensuitwisseling in de zorg, te weten de status van de vrijwillige aansluiting van zorgverleners voor de uitwisseling van elektronische medicatiegegevens (emd) en e, huisartswaarneemgegevens (ewd) via de landelijke infrastructuur. Naast het verstrekken van een aantal feitelijke gegevens over het tweede kwartaal van 2010 zal ik ingaan op verschillende beleidsmatige ontwikkelingen rondom de landelijke EPD,infrastructuur. Voorts zal ik een uiteenzetting geven van de status van het wetgevingstraject.
In tegenstelling tot eerdere voortgangsrapportages is er geen aparte bijlage bij deze brief opgenomen. De brief en bijlage zijn vanaf heden geïntegreerd.
1. Status invoering landelijke infrastructuur voor uitwisseling van emd en ewd
In het stappenplan voor de landelijke invoering (TK 2007,2008, 27529, nr. 38) dat ik u op 9 mei 2008 heb aangeboden, is beschreven hoe de invoering van een landelijke infrastructuur voor de uitwisseling van emd en ewd wordt aangepakt. Belangrijke elementen zijn de planning en afstemming met betrokken ICT, leveranciers en regionale samenwerkingsverbanden van zorgaanbieders. De aansluiting van zorgaanbieders op de landelijke infrastructuur verloopt planmatig en beheerst in overeenstemming met het stappenplan. Het totaal aantal aan te sluiten zorgaanbieders is 6.509: 4.337 huisarts,praktijken, 129 huisartsenposten,
1.948 apotheken en 95 ziekenhuizen.
Voortgang invoering landelijke infrastructuur voor uitwisseling van emd en ewd Onderstaande tabel geeft een cumulatief overzicht van de voortgang van de invoering van de landelijke infrastructuur voor emd en ewd, d.d. 30 juni 2010. Zie het origineel
* Vanaf heden wordt - in tegenstelling tot eerdere voortgangsrapportages - gerapporteerd
over het aantal UZI,passen dat in gebruik is in plaats van het aantal UZI,passen dat
geproduceerd is. Het aantal UZI,passen dat in gebruik is, is lager dan het aantal
geproduceerde UZI,passen aangezien een aantal UZI,passen inmiddels is ingetrokken,
verlopen of nog niet afgehaald. Dit verklaart het lagere aantal UZI,passen in de tabel ten
opzichte van eerdere voortgangsrapportages.
Aangesloten zorgaanbieders
Op 30 juni 2010, aan het eind van het tweede kwartaal, waren in totaal 980 zorg,
aanbieders aangesloten op het Landelijk Schakelpunt (LSP).
Totaal aantal aan
te sluiten
zorgaanbieders
Aantal
aangesloten
zorgaanbieders
dd. 30)06)2010
%
aangesloten
Apotheken (APO) 1.948 543 28%
Huisartsenpraktijken (HA) 4.337 369 9%
Huisartsenposten (HAP) 129 55 43%
Ziekenhuizen (ZKH) 95 13 14%
Totaal 6.509 980 15%
In onderstaande grafiek is het aantal aansluitingen vanaf 1 juli 2009 cumulatief
weergegeven.
Aantal BSN's
Het aantal burgerservicenummers - dat wil zeggen het aantal burgers waarvan
emd en ewd,gegevens kunnen worden geraadpleegd via de landelijke
infrastructuur - bedraagt per eind juni 2010 2.079.989. Deze burgers hebben een
persoonlijke brief ontvangen waarin zij zijn geïnformeerd over het feit dat hun
zorgverlener hun medische gegevens heeft aangemeld bij het LSP met daarbij
informatie over de landelijke infrastructuur voor gegevensuitwisseling in de zorg
en over de mogelijkheid tot het maken van bezwaar tegen gegevensuitwisseling.
Aantal opvraagbare dossiers
Ten behoeve van de uitwisseling van medicatiegevens (Mg) en huisartswaarneem,
gegevens (HWg) via de landelijke infrastructuur kunnen huisartsen elektronisch
huisartswaarneemgegevens aanmelden en apotheken medicatiegegevens. Het
totaal aantal opvraagbare dossiers dat via de landelijke infrastructuur kan worden
geraadpleegd, bedraagt per 30 juni 2010 2.745.447. Dit aantal is groter dan het
aantal burgers waarvan emd en ewd,gegevens kunnen worden geraadpleegd,
omdat zowel de huisarts als de apotheek gegevens van een bepaalde burger
kunnen aanmelden.
Aantal emd en ewdraadplegingen
Tot en met eind juni 2010 zijn door de zorgaanbieders via het landelijke netwerk
1.212.192 keer emd en ewd,gegevens geraadpleegd.
In onderstaande grafieken is het aantal opvragingen medicatiegegevens (Mg) en
huisartswaarneemgegevens (HWg) vanaf 1 juni 2009 cumulatief weergegeven.
Kwalificaties ICTleveranciers
De kwalificatie van de ICT,leveranciers is belangrijk voor de aansluiting van
zorgaanbieders op het LSP. ICT,leveranciers moeten voldoen aan de eisen die
Nictiz stelt voor kwalificatie. Kwalificatie is één van de voorwaarden om aan te
mogen sluiten op het Landelijk Schakelpunt.
Marktaandeel ICT-leveranciers
Zie het origineel
Ten opzichte van de vorige voortgangsrapportage is de volgende stijging
gerealiseerd:
, Een ICT,leverancier, met 47% marktaandeel onder de apotheken heeft XIS,
typekwalificatie behaald voor het Apotheek informatiesysteem (AIS). Hiermee
is het totale marktaandeel van ICT,leveranciers die gekwalificeerd zijn voor
apotheekinformatiesystemen bijna 100%.
, Een ICT,leverancier, met 30% marktaandeel onder de huisartsen heeft XIS,
typekwalificatie behaald voor het Huisarts informatiesysteem (HIS). Hiermee
is het totale marktaandeel van ICT,leveranciers die gekwalificeerd zijn voor
huisartsinformatiesystemen bijna 80%.
, Een ICT,leverancier, met 4% marktaandeel onder de huisartsenposten heeft
XIS,typekwalificatie behaald voor het Huisartsenpost informatiesysteem
(HAPIS). Hiermee is het totale marktaandeel van ICT,leveranciers die
gekwalificeerd zijn voor huisartsenpostinformatiesystemen bijna 100%.
Twee ICT,leveranciers, met 1% marktaandeel onder de apotheken zijn gestart
met de kwalificatie voor het Apotheek informatiesysteem (AIS).
Drie ICT,leveranciers, met 15% marktaandeel onder de huisartsen zijn gestart
met de kwalificatie voor het Huisartsen informatiesysteem (HIS).
Actualisatie van klantenbestanden heeft geresulteerd in kleine wijzigingen in het
marktaandeel van ICT,leveranciers.
Onderstaande grafiek laat het marktaandeel zien van ICT,leveranciers die
gekwalificeerd zijn en ICT,leveranciers die bezig zijn met kwalificatie per 30 juni
2010. Drie ICT,leveranciers van ziekenhuisinformatiesystemen met in totaal een
marktaandeel van bijna 65% zijn allen gekwalificeerd. De overige leveranciers van
ziekenhuisinformatiesystemen hebben nog geen stappen gezet voor kwalificatie.
HIS = Huisarts informatiesysteem
HAPIS = Huisartsenpost informatiesysteem
AIS = Apotheek informatiesysteem
ZIS = Ziekenhuis informatiesysteem
Unieke Zorgverlenersidentificatie (UZI)
Toegang tot het LSP is alleen te verkrijgen met een Unieke Zorgverlener Identifi,
catie (UZI),pas. Deze passen worden door het UZI,register uitgegeven. Het UZI,
register zorgt voor de unieke identificatie van zorgaanbieders. Het is gebaseerd op
een Personal Key Infrastructure (PKI) die de wettelijke en fysieke identiteit
koppelt aan een elektronische identiteit en deze vastlegt in certificaten. Met de
UZI,pas kunnen zorgverleners en indicatieorganen via elektronische weg veilig
toegang krijgen tot vertrouwelijke patiëntinformatie. Er waren op 30 juni 2010 in
totaal 18.750 abonnees bij het UZI,register waarvan 6.282 binnen de emd en
ewd,doelgroep. Het aantal UZI,passen dat in gebruik was, bedroeg 41.573.
Naast de UZI,pas geeft het UZI,register een elektronische identiteit uit voor
systemen (zoals applicaties, servers of websites). In totaal zijn aan het einde van
het tweede kwartaal 2010 7.825 servercertificaten uitgegeven.
In de vorige voortgangsrapportage is gemeld dat de gemiddelde doorlooptijd in
het eerste kwartaal van 2010 voor de registratie van abonnee organisatie nog niet
werd gehaald. In het tweede kwartaal van 2010 is de gemiddelde doorlooptijd van
deze dienst binnen de norm gebleven. De doorlooptijden van de overige diensten
bij het UZI,register zijn eveneens binnen de normtijden gebleven.
In onderstaand overzicht zijn de gemiddelde doorlooptijden weergegeven.
Zie het origineel
In de voortgangsrapportage over het eerste kwartaal van 2010 heb ik gemeld dat
sinds het derde kwartaal van 2009 alleen nog nieuwe UZI,passen worden uitge,
geven met de zogenaamde nieuwe generatie chip. Dit om de (in een laboratorium,
omgeving geconstateerde) kwetsbaarheid in het rekenmechanisme van de chip op
de eerder uitgegeven UZI,pas te ondervangen. In het tweede kwartaal van 2010
is gestart met de vervroegde vervanging van zo'n 3300 passen met de oude chip.
Sectorale Berichtenvoorziening in de zorg (SBVZ)
Voor verkrijging en verificatie van het Burgerservicenummer van een patiënt geeft
de Sectorale Berichtenvoorziening in de zorg, de SBV,Z, toegang tot de relevante
gegevens in de Gemeentelijke Basisadministratie. Het aantal aansluitingen van
zorgaanbieders op de SBV,Z is gestegen tot 11.501 zorgaanbieders. Het aantal
UZI,abonnees dat de SBV,Z gebruikt binnen de emd en ewd,doelgroep is per eind
juni 3.733. Het aantal raadplegingen bij de SBV,Z is het afgelopen kwartaal
toege,nomen tot ruim 51 miljoen.
In de vorige voortgangsrapportage is gemeld dat de dienstverlening van de
Sectorale Berichtenvoorziening in de zorg, de SBV,Z, continu wordt gemonitord.
De continue monitoring is in de afgelopen rapportageperiode voortgezet.
In het tweede kwartaal van 2010 was de beschikbaarheid van het SBV,Z
Informatiesysteem gemiddeld 99,95%. De beschikbaarheid is hiermee ruim
binnen de norm van 99,8% gebleven.
In deze periode hebben zich twee korte verstoringen van de dienstverlening
voorgedaan. De oorzaak van de verstoringen is onderzocht en aanvullende
maatregelen om verstoringen in de toekomst te voorkomen, zijn getroffen.
Subsidieregeling LSP
Om zorgaanbieders eenmalig tegemoet te komen in de kosten die zij moeten
maken om zich voor te bereiden op de daadwerkelijke aansluiting op het Landelijk
Schakelpunt (LSP) is de Subsidieregeling LSP ingesteld. De mogelijkheid om
subsidie aan te vragen liep tot 1 juli 2010. In totaal zijn ruim 5000 subsidie,
aanvragen ingediend. Het gaat om circa 90% van de apotheken, circa 75% van de
huisartspraktijken en circa 90% van de huisartsendienstenstructuren.
Uitvoering procedures patiëntenrechten
De stand van zaken met betrekking tot de bezwaarverzoeken per 6 juli 2010 is als
volgt:
425.568 bezwaren zijn verwerkt, oftewel 2,6% van de totale Nederlandse
bevolking;
12.364 verzoeken zijn dubbel ingediend, deze zijn geparkeerd en daarmee
afgehandeld;
29.334 verzoeken zijn nog niet compleet, de indiener moet nog ontbrekende
gegevens of bijlagen insturen. In dit geval wordt gewacht op de reactie van de
indiener;
5.892 van de verzoeken kon niet in behandeling worden genomen en zijn
afgewezen;
346 bezwaarverzoeken zijn in behandeling.
Tot en met 6 juli 2010 zijn 1.982 verzoeken tot intrekking bezwaar en 1.474
verzoeken tot inzage verwerkt.
2. Beleidsmatige ontwikkelingen landelijke EPD)infrastructuur
Beveiliging
Grootschalige indringerstest
Om veilige en betrouwbare gegevensuitwisseling te kunnen waarborgen, wordt de
landelijke ICT,infrastructuur voor de zorg (AORTA,keten) aan een grootschalige
ketenbrede indringerstest (GKI) onderworpen. Zoals beschreven in bijlage 2 van
de voortgangsrapportage van 20 juli 2009, is de GKI opgebouwd uit verschillende
onderdelen.
In het tweede kwartaal van 2010 zijn ten aanzien van de hierna volgende onder,
delen testen uitgevoerd dan wel voorbereid.
Indringerstest SBVZ
Door een gespecialiseerde externe partij zijn zowel op het niveau van de infra,
structuur als de applicatie SBV,Z indringerstesten uitgevoerd. Hierbij zijn geen
kwetsbaarheden geconstateerd.
Representatieve steekproeven GBZ
Door middel van Goed Beheerd Zorgsysteem (GBZ),schouwingen wordt onder
regie van Nictiz geverifieerd of zorgverleners die zijn aangesloten op het LSP
voldoen aan het Programma van Eisen GBZ. In de rapportageperiode zijn zes
GBZ,schouwingen afgerond. Er zijn geen kritieke bevindingen gedaan. In een
aantal gevallen werd aanscherping van de beheerprocedures noodzakelijk geacht.
Bij de bespreking van de definitieve resultaten met de betreffende zorgverleners
en hun ICT,leveranciers zijn afspraken gemaakt over het doorvoeren van ver,
beteringen ten aanzien van deze beheerprocedures. De GBZ,schouwingen
fungeren zo als hulpmiddel voor het verbeteren van de informatiebeveiliging in de
zorg.
EPDketen Indringerstest op de Schakelconnecties (EIS)
Door middel van de EPD,keten Indringerstest op de Schakelconnecties (EIS) wordt
de informatiebeveiliging van de connecties tussen de GBZ,en, de Application
Service Providers (ASPs) en de Zorgserviceproviders (ZSPs) getest. De uitvoering
van de indringerstesten (selectie testpartijen, steekproefbepaling en opstellen
overeenkomsten) wordt op dit moment voorbereid.
Toegang patiënt
Om zorgconsumenten op elektronische wijze, via het internet, toegang te
verschaffen tot hun eigen medische gegevens in de landelijke infrastructuur voor
gegevensuitwisseling in de zorg is een patiëntenportaal ontwikkeld Aangezien het
privacygevoelige gegevens betreft, dient het patiëntenportaal adequaat beveiligd
te zijn. Dit is reeds onderzocht in het rapport "Beveiligingseisen ten aanzien van
identificatie en authenticatie voor toegang zorgconsument tot het Elektronisch
Patiëntendossier (EPD)" (d.d. 2 december 2008), opgesteld door
PricewaterhouseCoopers (PWC) in samenwerking met de Radboud Universiteit
Nijmegen en de Universiteit van Tilburg. Op basis van dit rapport is destijds
gekozen voor de ontwikkeling van het toegangsmiddel EPD,DigiD. Dit betreft een
hoger beveiligingsniveau dan DigiD+SMS, omdat tevens face,to,face authenticatie
plaatsvindt: op vertoon van een geldig identiteits,document (de face,to,face
controle) kan de DigiD worden afgehaald bij een uitgifteloket. De face,to,face
authenticatie is een noodzakelijke voorwaarde voor het krijgen van elektronische
toegang van de patiënt tot de privacygevoelige medische gegevens.
In een factsheet gepubliceerd door GOVCERT.NL (het Computer Emergency
Response Team van de Nederlandse overheid)1 is echter gewezen op de kwets,
baarheid in de encryptie die wordt toegepast voor de versleuteling van het GSM
spraak, en data (SMS) verkeer in Nederland. Ik heb dan ook besloten een
risicoanalyse op het EPD,DigiD uit te laten voeren om een beeld te krijgen van de
mogelijke risico's, aangezien EPD,DigiD ook gebruik maakt van SMS,verkeer. De
risicoanalyse is in de periode mei,juni 2010 uitgevoerd door Pricewaterhouse,
Coopers Advisory (PwC) in samenwerking met de Digital Security groep van de
Radboud Universiteit Nijmegen (RU) - zie bijlage. De risicoanalyse bestond uit de
volgende onderdelen: (1) het in kaart brengen van de kwetsbaarheid van het
EPD,DigiD ten gevolge van de GSM,kwetsbaarheid en het schatten van het tijdstip
waarop de middelen beschikbaar zijn om deze kwetsbaarheid te exploiteren en (2)
het uitvoeren van een risicobeoordeling en -behandeling naar de genoemde
kwetsbaarheid voor de beveiliging van het EPD,DigiD.
1 Zie www.GOVCERT.nl
Uit de risicoanalyse komt naar voren dat het beschikbaar komen van een
werkende opstelling (ontvanger, PC, publiek beschikbare software) die SMS,
berichten kan onderscheppen een reële kwetsbaarheid oplevert voor EPD,DigiD en
dat er rekening mee moet worden gehouden dat een dergelijke opstelling binnen
drie jaar ontwikkeld is en kan worden gedemonstreerd. In het meest ongunstige
geval zelfs al binnen een half jaar. PWC en de RU concluderen dat de GSM,kwets,
baarheid hoge tot zeer hoge risico's met zich meebrengt voor de huidige ont,
wikkeling en toekomstige landelijke uitrol van EPD,DigiD. PWC en de RU komen
tot een aantal mogelijke oplossingsrichtingen die toegepast zouden kunnen
worden om de beveiligingskwetsbaarheid in SMS tegen te gaan.
De Elektronische Identiteitskaart (eNIK) zou uiteindelijk de beste oplossing zijn
aangezien daarmee het hoogste niveau van beveiliging wordt geboden. In het
kader van de recente aanbesteding van de nieuwe reisdocumenten is de e,func,
tionaliteit van de Nationale Identiteitskaart als optie mee aanbesteed. Daarmee
zijn de voorwaarden ingevuld om een eNIK mogelijk te maken. De staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onderzoekt momenteel de wense,
lijkheid en haalbaarheid van het inroepen van deze optie.
Ik zal de risico,analyse met de door PWC en de RU geschetste oplossingen nader
bestuderen en onderzoeken welke activiteiten moeten worden ondernomen om
binnen een reële termijn en op een veilige en betrouwbare wijze elektronische
toegang voor patiënten tot hun medische gegevens te kunnen realiseren. Totdat
er meer duidelijkheid bestaat over mogelijke mitigerende maatregelen, wordt
vooralsnog een pas op de plaats gemaakt met de ontwikkeling van die onderdelen
van het Klantenloket die van de beveiligingskwetsbaarheid in SMS afhankelijk zijn,
waaronder een patiëntenportaal. Immers, voorop staat dat een zo optimaal
mogelijk niveau van privacybescherming een absolute voorwaarde is voor het op
verantwoorde wijze verschaffen van elektronische toegang tot patiëntgegevens.
Infrastructurele ontwikkelingen
Regionale begrenzing en SMSnotificatie
Naar aanleiding van de door de Eerste Kamer georganiseerde expertbijeen,
komsten (zie ook 3. Voortgang wetgevingstraject) heb ik Nictiz gevraagd te
onderzoeken of binnen de landelijke infrastructuur regionale begrenzing door de
patiënt mogelijk is. Daarnaast heb ik Nictiz gevraagd te onderzoeken of het
mogelijk is patiënten die daar behoefte aan hebben een SMS, of Email,notificatie
te sturen zodra zijn of haar gegevens worden geraadpleegd. Deze mogelijke
aanvullingen op het huidige systeem versterken de invloed van de patiënt en
vergroten de transparantie van de gegevensuitwisseling. De uitkomsten van deze
onderzoeken zullen op korte termijn beschikbaar zijn en aan uw Kamer worden
gestuurd.
Kosten
Rapportage ICTprojecten
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft d.d. 9 juni 2010
gerapporteerd over grote ICT,projecten van de Rijksoverheid. In het kader van die
jaarlijkse rapportage zijn de gerealiseerde kosten met betrekking tot de landelijke
infrastructuur voor gegevensuitwisseling in de zorg, UZI,pas en BSN in de
afgelopen periode in kaart gebracht, met als peildatum 31 december 2009. Voor
deze nieuwe rapportage zijn de gerealiseerde kosten van 2009 opgeteld bij het
eindtotaal over de periode 1,1,2006 t/m 31,12,2008.
Tot 1 januari 2010 is door Nictiz ¤ 85 miljoen benut voor de ontwikkeling van de
landelijke infrastructuur waarvan ruim ¤ 31 miljoen is geïnvesteerd in de bouw en
het beheer van het LSP. Zo'n ¤ 17 miljoen is benut voor de implementatie,
ondersteuning, pilots en evaluatie. Daarnaast is ruim ¤ 5 miljoen ingezet voor
communicatie en voorlichting en ¤ 22 miljoen voor subsidies aan koploperregio's
en zorgaanbieders. Voor het UZI,register en UZI,pas is ¤ 26 miljoen ingezet. Een
kleine ¤ 14 miljoen is besteed aan de introductie en het gebruik van BSN in de
zorg.
In juli is een Wob,verzoek ontvangen van RTL Nederland waarbij gevraagd is om
een compleet beeld te geven van 'alle kosten en activiteiten inzake het EPD bij of
onder het Ministerie van VWS , anders dan reguliere departementaal ambtelijke
kosten en activiteiten , waarvoor rekeningen zijn verstuurd dan wel waarvoor
betaald is'. In de periode 2002 tot 1 juli 2010 is in totaal ¤ 217,5 miljoen
uitgegeven aan activiteiten met betrekking tot de invoering van de landelijke
infrastructuur voor gegevensuitwisseling in de zorg (waaronder audits, adviezen,
pilotprojecten, communicatie, IT,ontwikkeling en beheer, projectmanagement en
instellings, en projectsubsidies Nictiz).
Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg in Europees perspectief
EPSOS
Binnen verschillende lidstaten van de Europese Unie wordt, net als in Nederland,
gewerkt aan een infrastructuur voor elektronische gegevensuitwisseling in de zorg
met als doel de kwaliteit en efficiëntie van de gezondheidszorg te verhogen.
Terwijl veel Europese landen werken aan het implementeren van een nationale
infrastructuur, is er in de meeste gevallen nog geen rekening gehouden met de
interoperabiliteit tussen de verschillende nationale systemen. Aangezien de
lidstaten van de Europese Unie (EU) in een hoog tempo naar elkaar toe zijn
gegroeid, is de mobiliteit van de burger (en dus de patiënt) een steeds
belangrijkere factor geworden. Om die reden is het project EPSOS gestart.
EPSOS is een eHealth interoperabiliteitsproject dat wordt gefinancierd vanuit de
EU. Het project heeft het voornemen een infrastructuur te bouwen en te evalueren
om grensoverschrijdende interoperabiliteit tussen systemen voor elektronische
patiëntdossiers mogelijk te maken binnen Europa. Dit zonder bestaande wettelijke
voorschriften en nationale systemen te wijzigen. In 2011 start een pilot om de
elektronische uitwisseling van patiëntgegevens tussen landen in Europa te testen.
Hoewel Nederland, vanuit Nictiz en het Ministerie van VWS, wel betrokken is bij
EPSOS en meewerkt aan de technische en juridische kaders, zal Nederland niet
meedoen aan de pilot die in 2011 start. Reden hiervoor is dat er binnen Nederland
is gekozen om prioriteit te geven aan de nationale uitwisseling van bepaalde
medische gegevens. Nederland zal wel nauw betrokken blijven bij de uitvoering
van de pilot en verdere stappen die binnen de EU en EPSOS worden genomen.
3. Voortgang wetgevingstraject
Status behandeling wetsvoorstel 'EPD' in de Eerste Kamer
Zoals in de vorige voortgangsrapportage is gemeld, heeft de Eerste Kamer nadere
vragen gesteld naar aanleiding van hetgeen is uitgewisseld tijdens twee, door de
Eerste Kamer georganiseerde, expertbijeenkomsten (gehouden op 9 december
2009 en 22 maart 2010) met betrekking tot het wetsvoorstel Kaderwet elektro,
nische zorginformatieuitwisseling ofwel wetsvoorstel 'EPD' dat in februari 2009 bij
de Eerste Kamer is ingediend. In mijn brief aan de Eerste Kamer van 6 mei 2010
heb ik om een aantal redenen om uitstel van de beantwoording en parlementaire
behandeling gevraagd.
De belangrijkste reden de Eerste Kamer te verzoeken de wetsbehandeling uit te
stellen, was gelegen in het feit dat ik voornemens ben het wetsvoorstel zoals dit
bij de Eerste Kamer voorligt, te wijzigen. Het gaat dan onder andere om een op
advies van het CBP en de Raad van State voorgenomen wijziging van een door uw
Kamer ingediend amendement opdat een algeheel verbod van toegang van
zorgverzekeraars wordt bewerkstelligd en de mogelijkheid tot strafrechtelijke
handhaving bij misbruik van het EPD.
Op 1 juni 2010 heeft de Eerste Kamer een plenair debat gehouden over de ont,
wikkelingen die ik in mijn brief van 6 mei heb geschetst. Daarbij zijn drie moties
ingediend. In mijn brieven van 14 en 28 juni 2010 heb ik de Eerste Kamer een
schriftelijke reactie op de beraadslaging van 1 juni en de moties gegeven (zie
bijlagen).
Op 5 juli 2010 vond een heropening van de beraadslaging van 1 juni 2010 plaats
waarbij een gewijzigde motie,Tan werd ingediend over het voorkomen van het
zetten van onomkeerbare stappen inzake het elektronisch patiëntendossier en
over het in dat kader het Nictiz in overweging geven activiteiten met betrekking
tot het Landelijk Schakelpunt op te schorten. Tijdens de beraadslaging heb ik de
Eerste Kamer onder meer toegezegd dat de landelijke infrastructuur voorlopig
alleen beschikbaar zal zijn voor de uitwisseling van emd en ewd. De uitwisseling
van bijvoorbeeld e,spoed (uitwisseling van acute zorggegevens tussen huisarts,
ambulance, spoedeisende hulp en meldkamer) en e,lab (uitwisseling van
laboratoriumgegevens tussen o.a. huisarts, specialist, apotheker en laboratorium)
is pas aan de orde nadat de Eerste Kamer het wetsvoorstel dat de verplichte
aansluiting van zorgverleners regelt, heeft aangenomen. Deze toezegging heeft
ook consequenties voor de uitvoering van bepaalde onderdelen van de ICT,agenda
zoals ik die op 27 mei 2008 aan u heb verzonden. Het betreft programma's die
vallen onder de in de ICT,agenda genoemde prioriteiten "De verdere ontwikkeling
van het Basis,EPD" en "Multidisciplinaire zorg, diseasemanagement en preventie".
Activiteiten binnen deze programma's die betrekking hebben op aansluiting op het
LSP zullen worden uitgesteld.
Verder heb ik de Eerste Kamer toegezegd de aanvraagtermijn voor de stimule,
ringsregeling voor aansluitingen (de subsidieregeling LSP) niet te verlengen.
Daarnaast heb ik nogmaals benadrukt dat ik regionale uitwisseling en de lande,
lijke uitwisseling van gegevens als aanvullend op elkaar beschouw en niet als
tegenstrijdig. Zo ben ik ook met Nictiz in gesprek , in het kader van het overleg
dat Nictiz periodiek met de regionale samenwerkingsverbanden heeft , over de
mogelijke afstemming tussen regionale en landelijke systemen op het terrein van
voorlichting en communicatie richting de burger, toegang patiënt en registratie
bezwaar. Tot slot heb ik toegezegd waar nodig te voorzien in duidelijke en goede
communicatie over de landelijke infrastructuur voor gegevensuitwisseling in de
zorg.
Op 6 juli 2010 heeft de Eerste Kamer over de moties gestemd. Het lid Tan heeft
hierbij een stemverklaring afgelegd waarin zij heeft aangegeven dat - gezien de
door mij gedane toezeggingen , haar motie zich niet verzet tegen verdere vrij,
willige aansluiting door zorgverleners op het LSP.
De uitkomst van het debat heeft er dus toe geleid dat er geen rem komt op
vrijwillige aansluiting van zorgverleners voor de uitwisseling van elektronische
medicatiegegevens (emd) en e,huisartswaarneemgegevens (ewd) via de lande,
lijke infrastructuur.
Advies Raad van State ten aanzien van het Besluit en wijziging van het
wetsvoorstel 'EPD'
De adviezen van de Raad van State, ten aanzien van een wijziging van het wets,
voorstel 'EPD' betreffende de strafrechtelijk sanctie met betrekking tot misbruik
van het EPD en de melding dat een dossier onvolledig is en het concept,Besluit
behorende bij het wetsvoorstel, leiden zowel tot wijziging van het door u
aangenomen wetsvoorstel, als tot aanpassing van het concept,Besluit waarin het
wetsvoorstel nader wordt uitgewerkt.
De benodigde aanpassingen vergen zorgvuldige bestudering en interdepartemen,
tale afstemming. De aangepaste voorstellen zal ik in september aan u doen toe,
komen.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink