Rijksoverheid
Slotwoord Balkenende bij de Ronde Tafel Conferentie
Toespraak | 09-09-2010
Slotwoord van minister-president Balkenende tijdens de Slot-Ronde Tafel
Conferentie (RTC) in de Ridderzaal op 9 september 2010.
Dames en heren,
En hiermee komen wij aan het einde van deze Slotrondetafelconferentie.
Een moment dat tegelijkertijd ook het einde markeert van een intensief
proces dat we vijf jaar geleden met elkaar zijn ingegaan. Ik geloof dat
onze besprekingen van vandaag exemplarisch zijn voor de manier waarop
we in die jaren met elkaar hebben gesproken. Namelijk open en eerlijk,
duidelijk als het nodig was, maar altijd respectvol en met begrip voor
elkaars standpunten. Ik heb die constructieve houding van ieder van u
steeds zeer op prijs gesteld en ik spreek daar graag mijn grote
waardering voor uit. Heel veel dank voor uw inzet, uw betrokkenheid en
uw bereidheid om er samen uit te komen.
Ik betrek in deze woorden van dank natuurlijk ook al die mensen die op
welke manier dan ook aan dit resultaat hebben bijgedragen. Andere
politici en bestuurders, externe deskundigen en ambtelijke
ondersteuning - heel veel dank voor al het voorbereidende werk waarvan
wij vandaag de vruchten plukken.
En misschien mag ik daar ook nog een persoonlijke notie aan toevoegen.
Als voorzitter van drie rondetafelconferenties heb ik immers de eer en
het genoegen gehad om vijf jaar lang van binnenuit leiding te mogen
geven aan het hele proces. Dat heb ik niet alleen uit volle overtuiging
gedaan, maar ook met heel veel plezier - vooral ook vanwege de goede en
vriendschappelijke onderlinge verhoudingen. De verleiding is dan ook
groot om velen van u persoonlijk te bedanken. Toch wil ik op dit moment
en vanaf deze stoel geen namen noemen, simpelweg omdat het gevaar te
groot is dat ik mensen vergeet en sommigen van u tekort doe. Maar weet
hoezeer ik het contact met u ook persoonlijk op prijs heb gesteld.
Dames en heren, als we zo meteen de slotconclusies van deze bijeenkomst
hebben ondertekend, kunnen we ons op gaan maken voor die magische datum
10-10-10; de dag waarop een nieuwe fase aanbreekt voor het Koninkrijk
der Nederlanden. Ik zeg bewust een nieuwe fase, omdat we op die dag
niet iets afsluiten, maar een nieuw begin maken. We gaan op 10 oktober
immers van de vergader- en onderhandelingstafel naar de nieuwe
bestuurlijke realiteit. Een realiteit waarin gemaakte afspraken moeten
worden nagekomen en uitgevoerd. Dat zal het nodige vergen. Van Curaçao
en Sint Maarten, die concreet invulling gaan geven aan hun nieuwe
status van land binnen het Koninkrijk. Maar ook van de bevolking van
Bonaire, Sint Eustatius en Saba, voor wie de veranderingen net zo
tastbaar zullen zijn. En natuurlijk zal ook het land Nederland zich
straks aan de nieuwe situatie aanpassen.
Die nieuwe verhoudingen leiden voor ieder van ons tot nieuwe
verantwoordelijkheden en nieuwe taken. En het is goed om hier nog eens
te benadrukken dat er ook na vandaag en ook na 10 oktober ruimte moet
blijven voor reflectie en dialoog, want de verhoudingen in het
Koninkrijk zijn nooit in beton gegoten geweest. En dat zal in de
toekomst niet anders zijn. Juist daarom is het goed dat we nu met
elkaar vastleggen dat we minstens één keer per jaar met elkaar in
gesprek gaan op de Koninkrijksconferentie. Dat doen we om de
samenwerking te bevorderen. Om de vinger aan de pols te houden. En om
te blijven werken aan een gezamenlijke visie op de toekomst van het
Koninkrijk.
We blijven dus met elkaar in gesprek. Tegelijkertijd is het wel goed
dat we dit proces nu afsluiten en met de gemaakte afspraken aan de slag
gaan. Aan ons de mooie en verantwoordelijke taak om binnen de nieuwe
verhoudingen te blijven bouwen aan dat wat ons bindt: de eenheid binnen
het Koninkrijk. Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om daar
een succes te maken. Maar kijkend naar de intensieve en volwassen
manier waarop we in de achter ons liggende jaren vorm hebben gegeven
aan het proces van staatkundige vernieuwing, mogen we daar zeker
vertrouwen in hebben. Straks heffen we het glas op het bereikte
resultaat en op de toekomst. Maar niet nadat alle handtekeningen zijn
gezet onder het historische document dat de secretaris nu zal
voorleggen aan alle delegatieleiders. Mijnheer Van Zwol, mag ik u
uitnodigen?
Dames en heren, met deze handtekeningen openen we een nieuw hoofdstuk
in de geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden. Ik spreek de
wens uit dat wij allen, maar vooral ook de generaties na ons de
vruchten mogen plukken van het werk dat achter ons ligt en de
resultaten die we hebben bereikt. Voor nu denk ik dat er alle reden is
om elkaar aan het einde van deze Slotrondetafelconferentie te
feliciteren en succes te wensen. Ik doe dat van ganser harte. Dank u
wel.
Afzender
* Ministerie van Algemene Zaken
Zie ook
* Nederlandse Antillen en Aruba
Onderwerp | BZK
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051