Ingezonden persbericht


Louise Bourgeois geëerd in Gemeentemuseum

11 september 2010 t/m 16 januari 2011

Het Gemeentemuseum Den Haag opent op 11 september het nieuwe culturele seizoen met een tentoonstelling over de op 29 mei overleden Louise Bourgeois. De tentoonstelling waarbij het werk van Louise Bourgeois een confrontatie aangaat met dat van Hans Bellmer is ontstaan in samenwerking met de Nationalgalerie Berlin en is de laatste tentoonstelling waar Bourgeois persoonlijk bij betrokken was. Met name de confrontatie van haar werk met dat van de surrealist Bellmer sprak tot haar verbeelding. Directeur Benno Tempel: 'Hoewel Louise Bourgeois al op leeftijd was, komt haar dood toch onverwacht. Ze is altijd met een indrukwekkende energie blijven werken en was enorm betrokken bij de voorbereidingen.'

Zowel het werk van Bourgeois als van Bellmer wordt sterk beïnvloed door ervaringen uit hun kindertijd. Met name hun relatie tot hun dominante vaders speelt daarbij een belangrijke rol. Louise Bourgeois werd in 1911 geboren in Parijs. Haar vader was een eigengereide autoritaire man die er openlijk een relatie met het kindermeisje op na hield. Hij kleineerde Bourgeois al vanaf dat ze een jong meisje was en gaf haar het gevoel als vrouw minderwaardig te zijn. In reactie op een denigrerende opmerking van haar vader, vormde ze eens van kruimels witbrood en speeksel het lichaam van haar vader. Toen het figuur klaar was, sneed ze een voor een de armen en benen eraf met een mes. Dit ziet ze zelf als haar eerste sculpturale creatie, waarbij de genoegdoening die ze nadien voelde, een belangrijke drijfveer vormde voor al haar volgende kunstwerken. Ze benadrukt nog vaak dat ze door middel van de beeldhouwkunst het verleden kan herbeleven en verwerken.

Hans Bellmer werd in 1920 in Katowic, Polen, geboren in een gezin waar de vader met strakke hand regeerde. Bellmers werk dat ontstaat uit onmacht jegens zijn vader en diens autoritaire regels (zijn eerste pop maakte hij stiekem), keert zich uiteindelijk niet alleen tegen zijn vader, maar ook tegen de nationaal-socialistische denkbeelden en de rationalistische maatschappij waarin hij leeft.

Bellmer past thuis in de surrealistische traditie, waarbij de invloed van het onderbewuste en de seksuele drang groot is.

Bourgeois' werk wordt gekenmerkt door een zoektocht naar identiteit, naar een aftasten van de man-vrouw relatie en door een fascinatie voor het menselijk lichaam en de mogelijkheden dat lichaam te modeleren. Door de tweeslachtigheid te verenigen wordt de vanzelfsprekende machtsverhouding tussen man en vrouw op losse schroeven gezet. Ook Bellmer experimenteert met die versmelting van man en vrouw in poppen, foto's en tekeningen.

Hoewel Louise Bourgeois al op jonge leeftijd begon met het maken van sculpturen, kwam haar grote doorbraak pas rond haar 70ste. Ze had grote tentoonstellingen in onder andere Tate Modern en het Centre Pompidou en vertegenwoordigde Amerika op de Biennale van Venetië van 1993. Haar reusachtige bronzen spinnen zijn wereldberoemd en in september zal er ook een te bewonderen zijn in de vijver voor het Gemeentemuseum.

Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde catalogus met bijdragen van onder anderen Elfriede Jelinek en Henry Miller (Ludion, ¤ 34,95 in de museumwinkel, ¤ 39,995 in de boekhandel).