Partij van de Arbeid

Partij van de Arbeid


Den Haag, 13 september 2010

Vragen van de leden Çelik en Jadnanansing (beiden PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

over de onderwijsuitgaven


1. Heeft U kennisgenomen van het OESO-rapport Education at a GLance 2010? {1}


2. Hoe beoordeelt U de conclusie dat Nederland met 5,6 % van het BBP nog altijd minder uitgeeft aan onderwijs dan het gemiddelde van de OESO-landen van 6,3 %?


3. Hoe beoordeelt U de conclusie dat de OESO-landen in 2007 gemiddeld 13,3 procent van het rijksbudget uitgaven aan onderwijs, terwijl ons land ruim een procent minder investeerde in onderwijs?


4. Hoe beoordeelt U de conclusie dat vergeleken met het door de OESO berekende EU-gemiddelde basisschoolleerkrachten in Nederland zelfs 167 uur langer voor de klas staan en ook in het voortgezet onderwijs en het mbo leraren 7% langer dan het OESO-gemiddelde en zelfs 13% langer dan het EU-gemiddelde lesgeven:?


5. Wat betekenen deze conclusies voor de kans om het Nederlandse onderwijs te laten doordringen tot de top 5 van de wereld?{2}
6. Welke voorwaarden met betrekking tot onderwijsuitgaven en de lestaken voor leraren gaat U scheppen teneinde dit streven realiseerbaar te maken? Welke aanwijzingen heeft

{1} Education at a Glance 2010, OECD 2010.

{2} Motie van het lid Hamer c.s. op stuk 32 123 nr. 10

PvdA-Voorlichting

Plein 2

Postbus 20018, 2500 EA Den Haag