ChristenUnie


Bijdrage Esmé Wiegman AO informele Landbouw- en Visserrijraad

Bijdrage Esmé Wiegman AO informele Landbouw- en Visserrijraad

woensdag 15 september 2010 10:00

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Het is goed dat tijdens de Informele Landbouwraad gesproken wordt over de toekomst van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. In de geannoteerde agenda staat niet uitvoerig op welke wijze die bespreking precies zal verlopen. De ChristenUnie-fractie heeft er heel veel behoefte aan om een goed beeld te krijgen van wat er gebeurd is sinds de presentatie van de Houtskoolschets, alweer enige jaren geleden. Wat zijn de actuele ontwikkelingen in de Europese Unie? Wat zijn de kansen voor de Nederlandse plannen? Ik denk dan alleen al aan de aangenomen moties van oud-collega Cramer ten aanzien van de Health Check, stappen op het gebied van de vermaatschappelijking van de landbouw en de rol van artikel 68. Daarover hebben we verschillende debatten gevoerd. Graag wil ik een reactie van de minister daarop.

Ik kom op de High Level Group voor Zuivel. Wat dat punt betreft staat de inbreng van de ChristenUnie-fractie ten behoeve van de Landbouw- en Visserijraad van 12 juli jl. nog steeds overeind. De huidige zuivelmarkt is een mengvorm van productiebeperking, middels het quotumsysteem, en een steeds vrijere markt. Wat mijn fractie betreft, is het beter om te kiezen voor een zuivere variant, namelijk voor een bepaalde mate van productiebeperking middels een quotumsysteem, met meer bescherming aan de grenzen. Met andere woorden: voor boeren zal de productie wat lager liggen, maar de kans op een hogere prijs is dan groter. Wat aanbeveling 6 betreft, zou onderzoek moeten worden gedaan naar nieuwe instrumenten voor het tegengaan van prijsschommelingen. Dat is prima, maar we moeten natuurlijk geen nieuwe instrumenten weg doen voordat we nieuwe hebben, zeker niet als de huidige instrumenten nog steeds hun waarde hebben.

Ook voor de positie van boeren in de gehele keten biedt de HLG Melk aanbevelingen en goede aanknopingspunten. We roepen de minister op, deze kans aan te grijpen om de positie van boeren in de keten te versterken. Dan denk ik aan het ontwikkelen van concepten voor duurzame productie. Boeren zouden de mogelijkheid moeten hebben om, als we een dekking zoeken voor de investeringskosten die daarmee gepaard gaan, ketenafspraken te maken zonder dat zij direct in de knoei komen met de mededingingswetgeving. Graag wil ik een reactie van de minister op dit punt.

Aan de orde komt ook een eerste gedachtewisseling over commissievoorstellen die lidstaten de mogelijkheid geven om de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen op hun grondgebied te beperken of te verbieden. Ik spreek mijn waardering uit voor de creativiteit om de patstelling, waarvan steeds sprake was, te doorbreken en lidstaten ruimte te bieden om zelf een besluit te nemen. Ik maak mij echter wel zorgen over de wijze waarop dat wordt vormgegeven. Zijn de voorstellen juridisch voldoende gefundeerd? Lopen we niet het risico dat er ellenlange procedures zullen worden gevoerd? Ik ben bang dat de argumentatie voor een teeltverbod dusdanig versmald wordt tot een aantal ethische afwegingen zonder afrekenbare en meetbare criteria dat het voer zal worden voor advocaten. Ik vrees dat de meest kwetsbaren in dit hele proces dan het onderspit delven en dat van het maken van eigen keuzes binnen de lidstaten weinig terecht gaat komen. Ook ben ik bang dat de druk op boeren flink zal worden opgevoerd op het moment dat zij zich door hun eigen overheid benadeeld voelen, omdat ze tegenover hun buitenlandse collega's in een nadelige concurrentiepositie worden geplaatst. Daarvoor zal ook aandacht moeten zijn.

Laten we vandaag nog eens met elkaar stellen dat meer ruimte voor lidstaten om genetisch gemodificeerde teelt toe te laten, gepaard zal moeten gaan met een beter en een strenger afwegingskader. De Kamer heeft daarover een motie van mijn hand aangenomen, waarin staat dat er behoefte is aan sociaaleconomische afwegingen en bindende duurzaamheidscriteria. Alleen op die manier, dus als we een goed afwegingskader hebben en de keuze voor teelt juridisch goed geborgd is, kunnen we naar mijn idee tot een goed totaalpakket komen.

Tot slot merk ik op dat het mij van groot belang lijkt dat er een oplossing komt voor de steeds groter wordende problemen als gevolg van ongewenste uitkruising tussen biologische en transgene gewassen. Dat punt behoeft naar mijn idee aandacht, zeker in grensgebieden van landen waar teelt wel of juist niet wordt toegestaan.

Esmé Wiegman