Nederlandse Vereniging van Journalisten
`Praten over agressie is nog ongebruikelijk'
woensdag 8 september 2010 | Een cameraman wordt, terwijl hij staat te
draaien, met een stiletto bedreigd. Dat ga je dus effe allemaal wissen,
krijgt hij toegefluisterd. Een redacteur krijgt een klap op zijn hoofd.
Hij stelt de redactie op de hoogte die reageert met de opmerking dat
andere redacteuren dat nooit meemaken. `Het is op redacties weinig
gangbaar om over agressie te praten,' zegt agressietrainer Fenno Moes.
Maar agressie jegens journalisten neemt alleen maar toe, laten ook
cijfers zien. Fenno Moes geeft namens NVJ Academy en ROOS trainingen
over het omgaan met conflicten en preventieve veiligheid voor managers
(16 september) en journalisten (23 september).
Uit het onderzoek `Rot op met die camera' (2009) blijkt de ernst van
het verschijnsel agressie op straat. Maar liefst 374 journalisten
hadden fysieke agressie ondervonden of waren daarmee bedreigd en van
hen liep 36 fysiek letsel op en in 75 gevallen werden voertuigen of
camera's vernield. Het gevolg is dat een groot aantal journalisten
bepaalde wijken liever vermijdt.
Trainer Fenno Moes van Durga Training & Advies onderscheidt twee vormen
van agressie waarmee journalisten doorgaans te maken kunnen krijgen.
`De eerste is de frustratie agressie die ontstaat uit emotie. Mensen
kunnen dermate doorschieten dat ze hun rationele krachten kwijtraken en
erop los gaan schelden. We leren journalisten hoe ze die frustratie
agressie kunnen pareren.' Moes noemt een voorbeeld. `Een buurtbewoner
gaat aan je camera trekken. Je primaire reactie is dat die persoon met
zijn poten van je spullen afblijft. Logisch. Maar om de kou uit de
lucht te halen, kun je beter een gesprek aangaan. Benoem dat de persoon
in kwestie liever niet in beeld wil en ga de dialoog aan. Blijf
praten.'
De tweede vorm van agressie noemt Fenno Moes de instrumentele agressie.
`Dat is op een rationele manier agressie inzetten om je doel te
bereiken. Iemand bang maken door te dreigen. De impact hiervan kan erg
heftig zijn. Een effectieve manier om hiermee om te gaan is om grenzen
te stellen met een keuze: "of je blijft schreeuwen maar dan haal ik de
politie, of je stapt aan de kant". De agressor moet een keuze maken.'
Hoe bewaken journalisten hun veiligheid en hoe gaan ze om met
conflicten? Een mooi voorbeeld vindt Fenno Moes de beschrijving van
correspondente Saskia Dekkers van een werkdag. We zoeken contact met
het groepje dat er het meest dreigend uitziet. Ik laat zien dat ik niet
bang ben en ik stel me voor. We zeggen dat we alle partijen aan het
woord willen laten komen. Ik vraag of ze het goed vinden of we hen
filmen. Pas als we de groep hebben overtuigd komt de camera. Fenno
Moes: `Ze vraagt om toestemming. Dat is wat anders dan dat er vanuit
een rijdend busje wordt gefilmd, bij wijze van spreken.'
Op redacties worden de verhalen over agressie doorgaans niet aan de
grote klok gehangen. Maar de emotie kan hoog oplopen als een cursist in
een agressietraining een bestaande situatie met een acteur uitspeelt.
Daarom is er nu ook een speciale cursus voor managers. `Een
leidinggevende hoeft van mij geen psycholoog te worden, maar kan wel
voor eerste opvang zorgen. Bovendien kun je hem of haar de mogelijkheid
bieden om meer ondersteuning te geven in veilig werken. Die tips kunnen
heel praktisch van aard zijn: pas op met startonderbrekers in
reportagewagens, of ga desgewenst in een auto die niet herkend wordt
als reportagewagen; weet altijd waar de politie is en de uitgang en hou
ook gedurende je werk de omgeving in de gaten.'