Rijksoverheid
Programma Erfgoed van de Oorlog afgesloten
Toespraak | 16-09-2010
Met een congres en het vertonen van origineel filmmateriaal over het
familieleven in Joods Amsterdam in de Tweede Wereldoorlog is een einde
gekomen aan het Programma Erfgoed van de Oorlog. Minister Klink van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bood kroonprins Willem Alexander een
catalogus waarin alle projecten van het Erfgoedprogramma zijn
opgenomen.
Koninklijke Hoogheid, excellenties, dames en heren,
Ik wil u van harte welkom heten op deze conferentie, waarmee het
programma `Erfgoed van de Oorlog' wordt afgesloten.
U zag zojuist waarom dit programma vier jaar geleden in het leven is
geroepen. De net getoonde filmbeelden, waarin de broers Barend en Leo
Ossedrijver hun familieleven en Joods Amsterdam vastlegden, is een
bijzonder tijdsdocument.
U heeft nu een compilatie van 10 minuten gezien, het originele
materiaal beslaat ongeveer anderhalf uur. Dit is zeer bijzonder
materiaal, want er is heel weinig bewegend beeld dat iets van het
Joodse leven in Amsterdam in en rond de oorlog laat zien.
Het laatste shot dat u zag, is hier om de hoek genomen. Daar stond het
bord met de tekst `Joodse Wijk'.
Overigens is de buurt waar wij ons nu bevinden één grote gedenkplaats.
Vóór de oorlog woonde hier het merendeel van de Amsterdamse joden. Na
de oorlog is maar een klein deel teruggekeerd; de meesten zijn vermoord
in concentratiekampen. Sonja Ossedrijver - het meisje in de film -
overleefde de oorlog wel. Zij is hier zelfs vandaag aanwezig.
Ook haar broer Max en hun ouders, die u in de film zag, overleefden de
oorlog. Evenals Leo Ossedrijver, maar zijn vrouw Sara overleefde
Auschwitz niet. En ook de meeste familieleden van Barend en Leo werden
tijdens de oorlog vermoord.
Deze film was tot nu toe onbekend. Dankzij het Erfgoedprogramma heeft u
hem toch kunnen zien.
De film is na 65 jaar van de spreekwoordelijke zolder gehaald en is nu
onderdeel van het oorlogserfgoed. Net als de affiches die u inmiddels
achter mij voorbij ziet komen.
Sommige aanwezigen hier hebben wellicht deze affiches nog zien hangen
op straat, of hebben Amsterdam meegemaakt zoals wij het net in de film
zagen.
Maar de meeste mensen die hier vandaag zijn, zijn na de oorlog geboren.
Met name voor deze generatie en de generaties daarna, is het zo
belangrijk dat deze film bewaard is gebleven. Net als al die andere
films, krantenartikelen, foto's, dagboeken enzovoort. Dankzij het
Erfgoedprogramma zijn ze prima geconserveerd en makkelijk toegankelijk
gemaakt. Zodat iedereen zelf kan zien, horen en lezen wat er tijdens de
Tweede Wereldoorlog in Nederland en het voormalig Nederlands Indië
gebeurde.
In tegenstelling tot wat we enkele decennia geleden dachten, neemt de
belangstelling voor de oorlogsgeschiedenis niet af. Ook niet onder
jongeren.
Hoe verder de oorlog achter ons komt te liggen, des te meer willen we
er van weten, zo lijkt het wel.
Oorlogsfilms, -boeken, -documentaires en -exposities kunnen nog steeds
rekenen op veel aandacht. Het Anne Frankhuis, hier niet zo ver vandaan,
trekt jaarlijks 1 miljoen - merendeels jonge - bezoekers. En toen
vorige maand de kastanjeboom waar Anne op uitkeek, omwaaide was dat
wereldnieuws. Ook de begin dit jaar op de Nederlandse tv uitgezonden en
door het Erfgoed gefinancierde series De Oorlog en 13 in de Oorlog
trokken veel kijkers. Respectievelijk per aflevering 1 miljoen en
300.000.
Het Erfgoedprogramma, dat we vandaag officieel afsluiten, heeft
uiteindelijk in vier jaar tijd meer dan tweehonderd projecten mogelijk
gemaakt. Natuurlijk niet allemaal zo grootschalig als de tv-series,
maar ze hebben allemaal wel hetzelfde doel voor ogen gehad:
oorspronkelijke, historische bronnen van de oorlog toekomstbestendig en
toegankelijk maken.
Een goed voorbeeld zijn de Rotterdamse affiches die u nu achter mij
ziet.
Net als de meeste andere Nederlanders heb ik een bijzondere
belangstelling voor de oorlogsgeschiedenis van de steden waar ik heb
gewoond. Zoals die van mijn geboortedorp en van de stad waar ik mijn
studietijd doorbracht, Rotterdam. Ik ben daarom blij dat het programma
Erfgoed van de Oorlog zich niet heeft beperkt tot de bekende,
landelijke gebeurtenissen, maar zich ook heeft ingespannen voor de
lokale en regionale geschiedenis. In de vorm van affiches, zoals hier
achter mij getoond, maar ook in de vorm van oral history-projecten. Ik
ben er van overtuigd dat deze regionale geschiedenis veel mensen zal
aanspreken.
Hoe toekomstige generaties hier mee omgaan, kunnen wij natuurlijk nu
niet zeggen. Maar ongetwijfeld zullen ze een belangrijke bijdragen
leveren aan het beeld dat zij van de Tweede Wereldoorlog zullen hebben.
Ik kan me zo voorstellen dat als wij vandaag de dag over vergelijkbaar
materiaal zouden beschikken uit de Napoleontische tijd, we anders tegen
die tijd zouden aankijken dan we nu doen.
Koninklijke Hoogheid, dames en heren, ruim vier jaar geleden stemde het
kabinet eensgezind in met het programma Erfgoed van de Oorlog. We
hebben er veel geld voor beschikbaar gesteld, maar als ik het
eindresultaat zie - en u zult daar vandaag tijdens dit eindcongres in
grote lijnen deelgenoot van worden - is het dat dubbel en dwars waard
geweest.
Maar dit eindcongres betekent niet dat we nu klaar zijn met het
oorlogserfgoed. Ook de komende jaren zal er nog steeds waardevol
materiaal opduiken dat niet verloren mag gaan. Nog steeds liggen op
zolders bijzondere films, dagboeken en andere documenten die ons en
toekomstige generaties kunnen helpen bij het begrijpen van de
oorlogsgeschiedenis.
Daarnaast is nog lang niet alles van het oorlogserfgoed gedigitaliseerd
en dus niet voor iedereen makkelijk toegankelijk. Dat moet de komende
jaren aan gewerkt worden. Ook moeten de databases die we hebben,
onderling beter gelinkt worden, zodat je de informatie die je zoekt,
makkelijker kunt vinden.
Dat betekent ook dat de vele organisaties en instellingen die zich de
laatste jaren hebben beziggehouden met het oorlogserfgoed, de
samenwerking moeten behouden of juist moeten zoeken.
Om er voor te zorgen dat alles wat het erfgoedprogramma heeft opgebouwd
in stand blijft en verder kan worden uitgebouwd, is een structureel
Erfgoedpunt Tweede Wereldoorlog van groot belang. Het verheugt mij dat
het NIOD bereid is gevonden om dit erfgoedpunt in te richten.
Koninklijke Hoogheid, dames en heren, ook al is er nog volop werk te
doen, wat we de afgelopen jaren hebben bereikt is iets om trots op te
zijn. Erg trots.
Als tastbaar bewijs van wat het Erfgoedprogramma heeft bereikt, is deze
catalogus gemaakt. Hierin staan alle projecten van het Erfgoed van de
Oorlog beschreven. Het is een zeer lezenswaardig en indrukwekkend
boekwerk geworden.
Graag wil ik het eerste exemplaar overhandigen aan onze kroonprins, die
tevens historicus is.
Koninklijke Hoogheid mag ik u verzoeken naar voren te komen?