SGP
informatie
SGP: abortus op Down-kinderen voorkomen door eerlijke informatie
Uit onderzoek blijkt dat 90% van de vrouwen die een kind met het
syndroom van Down verwacht dit kind laat aborteren. De SGP vindt het
schokkend dat dit nog steeds gebeurt, terwijl vaak geen objectieve
informatie gegeven wordt over de levenskansen en - perspectieven van
kinderen met Down. De minister moet er daarom voor zorgen dat in
opleidingen en bij informatievoorziening duidelijke en objectieve
informatie wordt gegeven. Ook kinderen met Down verdienen een
volwaardige plaats in onze samenleving.
---
Schriftelijke vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een onderzoek naar de
relatie tussen abortussen en prenatale screening bij Downsyndroom
16 september 2010
1. Hebt u kennis genomen van onderzoek van de Stichting Downsyndroom
naar het afbreken van een zwangerschap als na prenatale screening
blijkt dat er sprake is van een kind met het syndroom van Down?
2. Hoe beoordeelt u een percentage zwangerschapsafbrekingen van 90% in
het licht van het beleid dat uitgaat van een gelijkwaardige behandeling
van gehandicapten en niet-gehandicapten?
3. Welke concrete stappen zijn gezet sinds de uitspraken van de
voormalige staatssecretaris van VWS in april 2008 dat âde informatie
over deze echo volledig moet zijn. Ook tijdens de opleiding moet
specifieke aandacht worden besteed aan de wijze waarop men deze echo
presenteert. Dat krijgt al alle aandacht door middel van aparte
cursussen voor degenen die met deze echoâs werken. Het is nog wel voor
verbetering vatbaar, maar wij zijn daar constructief mee bezig.â ?
4. Deelt u de conclusies van deze onderzoekers dat er âduidelijk gebrek
is aan objectieve informatie over het syndroom van Downâ? Zo ja, welke
concrete wegen wilt u dan bewandelen om deze objectieve informatie te
bevorderen in opleiding en informatievoorziening?
5. Bent u bereid om de inspanningsverplichting op u te nemen om te
waarborgen dat ook beslissingen rond het leven van ongeboren kinderen
met het syndroom van Down genomen kunnen worden op grond van objectieve
en verantwoorde informatie over hun levenskansen en âperspectieven?