Ingezonden persbericht


PERSBERICHT Leidschendam, 16 september 2010

Tijdens de overhandiging van het position paper Betalingsverkeer 2010/2011 van Detailhandel Nederland aan Europarlementariër Sophie in 't Veld (D66), roept Henk van den Broek, voorzitter stuurgroep Betalingsverkeer, het Europees Parlement op om druk te zetten achter één Europese betaalmarkt, zoals beloofd is met de Single Euro Payments Area (SEPA). Voor de Nederlandse winkelier zijn echte Europese keuzemogelijkheden een utopie. Dit geldt zowel voor elektronisch als contant geld. Een Nederlandse winkelier kan namelijk geen betaalautomaat kopen in Spanje of bankieren in Duitsland, waardoor hij aangewezen is op de lokale Nederlandse markt. Door verregaande standaardisatie moeten er nieuwe spelers op de markt kunnen toetreden en moet er marktwerking op Europees niveau ontstaan. "Winkeliers mogen niet het slachtoffer worden van één grote speler die de markt in een wurggreep houdt. We moeten absoluut vermijden dat de kosten hiervan op ons bordje en daarmee ook op dat van de consument te recht komen". Van den Broek benadrukt ook het belang van een Europese oplossing voor de vervanging van contant geld. "Contant geld is een last voor de maatschappij, het gebruik ervan is peperduur en vooral onveilig voor onze medewerkers. Innovaties op Europees niveau zijn nodig om elektronisch betalen in de EU sterk te stimuleren. De potentie is enorm; een totaal contantloze maatschappij waarbij alle transacties elektronisch worden gedaan leidt alleen al in Nederland tot een kostenbesparing van 400 miljoen per jaar en dus tot lagere consumentenprijzen". Met de Single Euro Payments Area (SEPA) is de basis gelegd voor één interne Europese betaalmarkt, maar momenteel plukken winkeliers en consumenten hier nog niet de beloofde vruchten van. In het position paper geeft Detailhandel Nederland aan welke stappen er op Europees niveau nog genomen moeten worden voordat we kunnen spreken van een succes.

Meer informatie: Detailhandel Nederland vertegenwoordigt de winkeliers van Nederland. Het stelt zich ten doel de belangenbehartiging van de detailhandel in Den Haag en Brussel te optimaliseren en te versterken. Detailhandel Nederland representeert 110.000 winkeliers en de sector biedt werk aan 760.000 werknemers.

Voor meer informatie kunt u terecht bij Willem de Vocht, secretaris betalingsverkeer 06 21 578635 of willem.devocht@dedetailhandel.nl

---- -- Position paper Betalingsverkeer
2010/2011
van de Gezamenlijke Toonbankinstellingen

Detailhandel Nederland Koninklijke Horeca Nederland Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie

Position paper Betalingsverkeer van de Gezamenlijke Toonbankinstellingen

Position paper Betalingsverkeer
Detailhandel Nederland, Koninklijke Horeca Nederland en de tankstationbranches trekken samen op als de Gezamenlijke Toonbankinstellingen op het gebied van betalingsverkeer, waarbij zij streven naar een veilig, betrouwbaar, efficiënt en goedkoop toonbankbetalingsverkeer in Nederland. De totale omzet van de TBI's bedraagt zo'n 120 miljard per jaar. Betalingsverkeer is een grote kostenpost voor toonbankinstellingen. Uit onderzoek blijkt dat alle transactiekosten voor toonbankinstellingen tezamen sinds enkele jaren een dalende lijn laten zien. De daling van de kosten komt voornamelijk door de toename van het aantal pintransacties ten koste van contante betalingen. Maar ook het afronden van één en twee eurocent heeft een substantiële bijdrage aan de kostendaling geleverd. Het toonbankbetalingsverkeer omvat alle contante betalingen, pin-, chipknip- en creditcardtransacties in Nederland aan de toonbank. Daarbij komen nog de kosten die gepaard gaan met de aanschaf van betaalautomaten, ne twerken, enzovoorts. De Gezamenlijke Toonbankinstellingen en de Nederlandse banken hebben samen de Stichting Bevorderen Efficiënt Betalen opgericht. De stichting heeft als doel efficiënt betaalgedrag te bevorderen. Daarvoor ontplooit en stimuleert de stichting initiatieven die het voor toonbankinstellingen makkelijker en goedkoper moet maken om te blijven pinnen of om te gaan pinnen. Voorbeelden zijn de campagne `Klein Bedrag? PINnen mag', www.pinnenzakelijk.nl, www.slimmepinpakketten.nl, en www.slimpinverkeer.nl. geld- en betaalautomaten te worden aangepast om EMV-transacties te kunnen verwerken. De EMV-chiptechnologie zal pas aanzienlijk veilig zijn wanneer iedereen in staat wordt gesteld om gebruik te kunnen maken van deze technologie. Om dit te bereiken hebben de TBI's de volgende doelen gesteld: · het aanbod en de aanbiederstructuur dienen sterk vereenvoudigd te worden; · certificering van de pinketen dient uitgebreid en versterkt te worden. De eindverantwoordelijkheid blijft logischerwijs bij schemes en acquirers liggen; · het centrale incidenten-escalatie meldsysteem `Connect' dient ook in de toekomst door een neutrale partij beheerd te worden.
1


· Eén online Europees betaalmiddel is essentieel om één Europese betaalmarkt te creëren.

Standaardisering
De behoefte aan standaardisatie van protocollen in het betalingsverkeer is groot. Kassakoppelingen blijken in Nederland vaak lokaal of betaalautomaatspecifiek ontwikkeld te zijn. Dit limiteert de keuzemogelijkheden van ondernemers en leidt bovendien tot hogere kosten. De Gezamenlijke Toonbankinstellingen willen een systeem waarbij ze overal in Europa en bij allerlei leveranciers een gestandaardiseerde terminal moeten kunnen kopen, die overal werkt en waar alle internationale klanten ook echt op kunnen afrekenen zonder omwegconstructies. Voor acquiring willen ze de keuze krijgen uit meer banken dan in het huidige aanbod het geval is. Niet alleen voor de acquiringmarkt, maar ook voor de processing- en issuingmarkt streven de TBI's naar meer concurrentie. Ook het protocol dat bepaalt hoe betaalautomaat en bank met elkaar `praten' als het gaat om de verwerking van een betaaltransactie (`terminal-to-acquirer protocol') is nu nog nationaal bepaald. Elk land heeft zijn eigen protocol en dit beperkt de keuze van ondernemers voor acquiring bank en processor. De Gezamenlijke Toonbankinstellingen zetten zich in voor een model waarin Europese protocollen de norm zijn.

Het openen van de markt voor acquiring zou veel voordelen bieden voor winkeliers en consumenten; in plaats van aangewezen te zijn op de aanwezige acquirers in het land van vestiging zouden winkeliers kunnen shoppen voor betere prijzen en dienstverlening. Doordat de concurrentie in de meeste retailsectoren hevig is, zouden kostenbesparingen aan de zijde van de winkelier vertaald kunnen worden in betere prijzen voor de consument. Het opheffen van beperkingen op grensoverschrijdende acquiring-activiteiten zou winkeliers meer macht geven ten opzichte van de banken en ten opzichte van het huidige duopolie van de `kaart schemes'. Nieuwe mogelijkheden voor alle Europese winkeliers zouden ontstaan en bovendien krijgen dynamische banken hierdoor een sterke impuls om te innoveren. In economische termen kan gesteld worden dat zolang de huidige `Multilateral Interchange Fee' (MIF) toegestaan blijft, het opheffen van deze beperkingen de enige manier is om ervoor te zorgen dat het concurrentiep rincipe tussen banken tot lagere prijzen leidt. Uiteindelijk is het de consument die hier voordeel uithaalt.

Single Euro Payments Area (SEPA)
In 2008 begon de feitelijke integratie van alle nationale betaalmarkten in Europa tot één Europese betaalmarkt. Betaalproducten dienen in 2013 te voldoen aan Europese regels, met als gevolg dat er uniforme betaalproducten komen in Europa waarmee ondernemers en consumenten overal kunnen betalen.

Einddata SEPA heeft niet alleen betrekking op betaalpassen, maar ook op de betalingsproducten Acceptgiro, Incasso en Machtiging. Veel grote en dominante financiële partijen willen graag einddata voor de nationale Direct Debit en Credit Transfer producten, om de markt te stimuleren eerder over te gaan op SEPA Direct Debit en SEPA Credit Transfer. De Gezamenlijke Toonbankinstellingen zijn niet tegen het stellen van einddata, maar vinden dat eerst duidelijk moet zijn wat hiervan de gevolgen zijn voor ondernemers. Bovendien mag een einddatum niet tot extra kosten voor ondernemers en consumenten leiden.

·


· Einddata instellen? De TBI's willen eerst duidelijkheid over de gevolgen voor ondernemers en het mag niet leiden tot extra kosten.


· Gestandaardiseerde terminals. · Meer concurrentie op de acquiring-, processing- en issuingmarkt. · Europees terminal-to-acquirer protocol moet de norm zijn.

Het nieuwe pinnen In Nederland gaan we versneld naar een veiliger en efficiënter betaalsysteem, gebaseerd op EMV ­chiptechnologie. De magneetstrip, die relatief gemakkelijk te kopiëren is, gaat verdwijnen en wordt vervangen door een nieuw soort chip. Deze chip is moeilijk te kraken, wat het fenomeen skimming sterk zal doen afnemen. De Gezamenlijke Toonbankinstellingen en de Nederlandse banken zijn overeengekomen om het systeem versneld per eind 2011 ingevoerd te hebben. Voor de overgang naar het nieuwe pinnen dienen alle betaalpassen en

iDEAL Steeds meer mensen kopen producten via internet. Via het iDEAL-systeem wordt de consument direct gekoppeld aan zijn/haar internetbankierprogramma bij een online aankoop. Op deze manier kan er snel en veilig afgerekend worden. Bovendien is deze betaalmethode voor de ondernemer gemakkelijk te verwerken. De TBI's zijn van mening dat één Europees betaalmiddel in webwinkels essentieel is om daadwerkelijk één Europese betaalmarkt (SEPA) te creëren en juichen een dergelijke ontwikkeling van harte toe.

Central acquiring Grensoverschrijdende acquiring kan gedefinieerd worden als de activiteit van een acquirer (een bank die betalingsverkeer aanbiedt aan retailers) die toeziet op het binnenhalen van winkeliers die in een ander Europees land resideren dan het land waarin de acquirer gevestigd is. Vanuit het perspectief van de winkelier betekent dit de mogelijkheid voor winkeliers om hun transacties te acquireren in een ander EU-land dan het land waarin de winkelier is gevestigd. Dankzij grensoverschrijdende acquiring zouden winkeliers die in verschillende EU-landen gevestigd zijn hun betalingsverkeer gecentraliseerd kunnen onderbrengen.

End-to-end certificering Voor ondernemers betekent de overgang naar SEPA dat zij over een betaalterminal dienen te beschikken waarmee EMV-transacties kunnen worden uitgevoerd. Om tijdig EMV-gecertificeerd te zijn dienen alle terminals aangepast of vervangen te worden. Het aantal benodigde certificeringen is echter vaak erg hoog, met als gevolg dat certificering een lang, duur en complex proces is dat vaak leidt tot juridische (aansprakelijkheids)problemen en hoge kosten. Winkeliers worden dagelijks geconfronteerd met de tekortkomingen in het betalingsverkeer. Ze kunnen geen terminals kopen in een ander land dan waarin ze actief zijn, ze kunnen geen diensten van buitenlandse banken verwerken en ze kunnen niet beschikken over buitenlandse processors. Zolang dit niet verandert zullen de Gezamenlijke Toonbankinstellingen hogere prijzen moeten betalen door het gebrek aan competitie op de betaalsystemenmarkt. Uiteindelijk is het de consument die hiervoor de rekening betaalt. De Gezamenl ijke Toonbankinstellingen pleiten voor het creëeren van een onafhankelijke, nationale autoriteit, die zorgt voor end-to-end certificering (`van terminal tot bank'). Van groot belang is dat er een afgewogen en transparante governance komt voor deze toekomstige organisatie en dat de belangen van de verschillende stakeholders evenwichtig gewaarborgd worden.


· Een onafhankelijke, nationale autoriteit die zorgt voor end-to-end certificering. · Europese markt openen om central acquiring mogelijk te maken.


1

Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI), Nederlandse Organisatie voor de Energiebranche (NOVE), BETA Belangenvereniging tankstations en BOVAG Tankstations.

Contant geld
Maatschappelijke kosten contant geld De maatschappelijke kosten van contant geld zijn aanzienlijk. Naast de afhandelingskosten van toonbankinstellingen gaat het beveiligen van winkelpanden, parkeerautomaten, geldautomaten en ook kaartjesautomaten tegen criminelen gepaard met zeer hoge kosten. De kosten als gevolg van een overval of ramkraak zijn echter nog veel hoger. Het levert vaak langdurige en directe emotionele schade op voor slachtoffers. Ondernemers en medewerkers lopen vaak levenslange trauma's op en moeten langdurig een beroep doen op zorg en sociale dienstverlening. De directe en maatschappelijke kosten hiervan bedragen jaarlijks honderden miljoenen euro's of meer, zijn niet direct zichtbaar en worden indirect door de belastingbetaler opgebracht. De Gezamenlijke Toonbankinstellingen willen dat consumenten in principe op alle denkbare plaatsen elektronisch kunnen betalen. Concreet streven we naar een uitbreiding van het aantal betaalautomaten naar 270.000 eind 2012. Pinne n moet in onze ogen groeien van 1,7 miljard transacties in 2008 naar 2,7 miljard transacties in 2012. Dit vergt een jaarlijkse groei van 11%. Het verminderen van contant geld in de kassa blijft voor de TBI's een prioriteit.

berekend door de bank, waardoor het pinnen van die betalingen onaantrekkelijk is. Daarom hebben we de banken gevraagd om met een concrete oplossing voor dit probleem te komen. De Gezamenlijke Toonbankinstellingen blijven er alert op dat de geboden oplossingen permanent leiden tot een substantiële verlaging van de kosten van alle laagwaardige betalingen, waardoor een snelle afbouw van het cash mogelijk wordt.


· Substantiële verlaging van de kosten van laagwaardige betalingen is noodzakelijk.

Creditcards
De totale kosten van de toonbankinstellingen voor creditcards schommelen rond de 90 miljoen. Per creditcardtransactie liggen de kosten rond de 3,- en meer (bron: EIM 2007). De TBI's zijn van mening dat niet de ondernemers voor de kosten op moeten draaien als klanten met een creditcard afrekenen, maar degenen die het voordeel van de kredietfaciliteit genieten. Dat is de klant, die er immers zelf voor kiest om met een creditcard te betalen. Consumenten denken vaak dat het niet uitmaakt of zij met debetcard, contant of met een creditcard betalen, omdat hier voor hen geen directe kosten aan verbonden zijn. Voor creditcards loopt dit in de euro's. De TBI's blijven er in Europees verband naar streven dat de opbouw van creditcardtarieven transparant en realistisch is en verband houdt met dezelfde inzet die we hanteren voor debetcards: veilig, betrouwbaar en efficiënt.


· Consument moet overal elektronisch kunnen betalen. · Contant geld in de kassa moet worden verminderd.

Laagwaardige betalingen In bepaalde branches zijn laagwaardige betalingen erg belangrijk. Denk hierbij aan branches met veel lage bonbedragen en lage marges (bijvoorbeeld een pakje sigaretten, krentenbol, telefoonkaart en een biertje). Voor lage betalingen is een pintransactie duur omdat een vast bedrag per transactie wordt


· Opbouw van creditcardtarieven moet transparant zijn en de kosten moeten niet worden verhaald op ondernemers.

NETHERLANDS PETROLEUM I N D U S T RY A S S O C I AT I O N

VERENIGING NE D E R L A N D S E PE T RO L E U M I N D U S T R I E

Detailhandel Nederland Postbus 262 2260 AG Leidschendam 070 - 320 23 45 info@dedetailhandel.nl www.dedetailhandel.nl

Koninklijke Horeca Nederland Postbus 566 3440 AN Woerden 0348 - 489489 info@horeca.org www.horeca.org

Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie Postbus 29764 2502 LT Den Haag 033 - 4220080 info@vnpi.nl www.vnpi.nl

---- --