KNHS

Theo Ploegmakers door ledenraad gekozen als nieuwe voorzitter KNHS 17 september 2010
Theo Ploegmakers

ERMELO (KNHS) - Tijdens de Ledenraadsvergadering van de KNHS op donderdag 16 september 2010 in het KNHS centrum te Ermelo heeft de Ledenraad unaniem Theo Ploegmakers (61, woonachtig in Vught) gekozen als nieuwe voorzitter. Conform de statuten blijft Martien van den Heuvel tot 13 januari 2011 voorzitter en zal hij tijdens een buitengewone Ledenraadsvergadering op die dag afscheid nemen.

In zijn aanvaardingsspeech merkte Ploegmakers op dat tot het moment van de werkelijke overdracht van de voorzittershamer door hem een rol op de achtergrond vervuld zal worden, waarin een goede overdracht van dossiers en taken op een gedegen wijze zal plaatsvinden. Wel gaf Ploegmakers al een aanzet tot het ontwikkelen van een nieuw beleid, dat gestalte moet krijgen in het Meerjarenbeleidsplan 2011-2016 en dat binnenkort aan de Ledenraad zal worden aangeboden. In de visie van Ploegmakers vallen vijf punten op.
Het eerste punt is klanttevredenheid van de leden van de KNHS en Ploegmakers zegt daarover: "We groeien - als één van de weinige sportbonden - nog steeds, maar slagen we erin die ledengroei te continueren? En hoe houden we de leden die we hebben vast? Dat kan alleen als we meer en meer doelgroepgericht en klantgericht gaan werken en een realistische invulling geven aan een-leven-lang-sporten. Hoe vul je dat dan in? Hoe maken we onze sport voor iedereen zo optimaal mogelijk toegankelijk? Hoe verhogen we in brede zin de kwaliteit en veiligheid van onze sport? Hoe richten we onze sportbond en onze werkorganisatie zó in, dat we de sport en de sporters zo optimaal mogelijk bedienen en efficiënt met onze financiële middelen omgaan? En ook: hoe houden we de sport betaalbaar?".

Ook vroeg Ploegmakers aandacht voor de positie van de KNHS binnen de ontwikkeling van Nederland als sportland. "Het Olympisch Plan 2028 biedt kansen voor de breedtesport en de topsport. Of de Olympische Spelen zich ooit nogmaals op Nederlands grondgebied zullen afspelen is de vraag. Maar de achterliggende ontwikkelingen bieden ook de KNHS veel kansen. Eén van de vragen die NOC*NSF ons voorhoudt is hoe we als KNHS onze topsport in de toekomst financieren," aldus Ploegmakers.

Binnen de KNHS dient men in de ogen van Theo Ploegmakers een verdere invulling te geven aan de recreatieve paardensportbeoefening. "In de afgelopen negen jaar is de recreatiesport een geïntegreerd onderdeel van de KNHS geworden. Naar mijn overtuiging was dat een goede ontwikkeling, omdat ook de recreant en de manegeruiter het rijden op een paard of pony als sportbeoefening ervaren. Een nauwere samenwerking met de manegebedrijven en pensionstallen, en dus met de FNRS, ligt mijns inziens voor de hand," stelde Ploegmakers.

Belangrijk is in de visie van Ploegmakers ook hoe met elkaar de rol en positie van de lokale verenigingen kan worden versterkt. "Goed functionerende en sterke verenigingen zijn essentieel voor de instandhouding van de sportieve infrastructuur en dat bedoel ik in brede zin: als wedstrijdorganisator maar ook als belangenbehartiger van de totale paardensport, dit in samenspraak met manege- en pensionbedrijven. Ik zie onze verenigingen succesvol opereren als ze met een professionele inslag worden bestuurd, als ze expertisecentra voor de paardensport zijn, en een plaats zijn waar goede en verantwoorde instructie wordt gegeven. Ze dragen, evenals andere sportverenigingen, bij aan sociale cohesie en een gezonde leefstijl van mensen. Verenigingen moeten zodanig functioneren, dat ze een antwoord hebben op een toenemende commercie in de sport, een individualisering van de maatschappij terwijl de bereidheid van mensen om zich in te zetten als vrijwilliger afneemt", verwoordde Ploegmakers zijn visie.

Speciale aandacht vroeg Ploegmakers voor de vraag hoe door de KNHS invulling kan worden gegeven aan de samenwerking tussen KNHS en de wedstrijdgevende organisaties. "Wedstrijden zijn de levensader van elke sportbond en dat is bij de KNHS niet anders. De economische crisis heeft ons geleerd dat het niet vanzelfsprekend is dat al die evenementen doorgang vinden en financieel het hoofd boven water houden. Hoe geven we inhoud aan de samenwerking tussen de internationale evenementen? Hoe kunnen we de nationale-, regionale- en kringwedstrijden beter faciliteren? Aan welke eisen moeten onze concoursen de komende jaren voldoen? Zo maar enkele vragen, die ik met gemak met nog een flink aantal kan aanvullen". Ook hier ligt volgens Ploegmakers een uitdaging.

In het verlengde van het bovenstaande wordt volgens Ploegmakers de vraag steeds actueler hoe de KNHS dient om te gaan met de commercialisering van de sport."Het is mijn stellige overtuiging dat we met dit onderwerp snel aan de slag moeten als we niet verzeild willen raken in een strijd tussen machtsblokken, zoals bijvoorbeeld in het wielrennen is gebeurd: de wedstrijdgevende organisatie ASO, die o.a. de Tour de France en de meerdaagse wielerklassieker Parijs - Nice organiseert, versus de internationale wielersportbond UCI. Europees recht en mededingingsrecht gaan de sportwereld en dus ook onze paardensportbond niet voorbij. Recent is ook de KNHS geconfronteerd met conflicterende belangen van wedstrijdgevende organisaties, die op dezelfde datum van de wedstrijdkalender wilden staan. Wat is de positie van de KNHS daarin? Hoe voorkomen we dat de KNHS een speelbal van allerlei juridisch getouwtrek wordt? Juristen - die het kunnen weten - hebben ons recent gewezen op de noodzaak van adequate en snelle oplossingen". Ook dit is een onderwerp, dat de KNHS, volgens Ploegmakers, de komende tijd bezig zal houden.

Ploegmakers sloot zijn speech toekomst gericht af. "Voorzitter, dames en heren, er is nog veel werk aan de winkel. Op onze lauweren rusten is er niet bij. Sporters staan voor nieuwe uitdagingen, sportbonden ook. De NHS werd, zo las ik in de statuten, als rechtsvoorganger van de KNHS op 14 april 1923 opgericht. En hoewel we over pakweg twee en een half jaar dus 90 jaar bestaan zijn we zoals u ziet springlevend. Zeker ook wij zullen er niet aan ontkomen om waar nodig te vernieuwen, maar wij moeten en kunnen voortbouwen op waar we vandaan komen. Tradities moeten we verbinden met nieuwe mogelijkheden. Het is een uitdagend parcours. Maar zoals de samenwerking tussen ruiter en paard tot doel heeft om succesvol te zijn, zo staat mij ook een samenwerking met u de ledenraad, met het bestuur, het MT en al diegene die zich voor de KNHS inzetten voor ogen zodat we gezamenlijk dat voor ons liggend parcours succesvol kunnen af leggen".

Jacob Melissen,
In opdracht van de KNHS