Vlaamse Overheid

subsidiëringsvoorwaarden van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds aan

Vlaamse Regering past subsidiëringsvoorwaarden van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds aan

Persmededeling van de Vlaamse Regering

vrijdag 17 september 2010

Op voorstel van Vlaams minister-president Kris PEETERS, heeft de Vlaamse Regering vandaag de subsidiëringvoorwaarden van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds aangepast. Bedoeling van de aanpassing is in de eerste plaats de rechtszekerheid van het systeem overeind te houden en ten tweede om jongeren extra kansen te geven een landbouwbedrijf over te nemen. Een aantal technische aanpassingen zullen bovendien leiden tot een aanzienlijk snellere dossierbehandeling en administratieve vereenvoudiging.

`Ik ben verheugd dat met deze aanpassingen het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, ook in moeilijke budgettaire tijden, een rechtszeker instrument kan blijven voor de ondersteuning van de modernisering, herstructurering en verduurzaming van onze Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven', aldus minister-president Kris Peeters.

Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) is het belangrijkste instrument van het Vlaams landbouwbeleid en ondersteunt landbouwers die investeren in o.a. milieu, voedselveiligheid, energie, water en andere aanpassingen aan hun bedrijf in functie van de huidige marktmogelijkheden.
Binnen het kader van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds kan er bovendien vestigingssteun worden toegekend aan jongeren die een land- of tuinbouwbedrijf wensen over te nemen.

Het Vlaams budget voor het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds situeert zich rond de 67 miljoen euro. Dit bedrag wordt afhankelijk van de geviseerde maatregel aangevuld met Europese middelen.

Gezien het aanhoudend hoog investeringsritme in de sector en bij gelijkblijvend budget, was een beperkte wijziging van de subsidiepercentages noodzakelijk (min 2% per subsidiecategorie), mede gezien de algemene budgettaire context.

Belangrijk hierbij is dat de Vlaamse Regering ervoor kiest het open einde karakter van dit subsidiesysteem te behouden. Dit geeft de land- en tuinbouwer die investeringen plant de nodige rechtszekerheid. In tegenstelling tot een call-systeem (of gesloten enveloppesysteem), heeft elke land- of tuinbouwer die voldoet aan de voorwaarden immers de garantie dat zijn dossier steun zal bekomen van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds.

De Vlaamse Regering heeft daarnaast ook beslist dat de installatie van zonnecellen in de land- en tuinbouwsector niet langer gezien wordt als een bijzondere investering, waarvoor een hoger dan normaal subsidiepercentage te verantwoorden is. Het subsidiepercentage voor zonnecellen werd dan ook teruggebracht tot het niveau van de courante investeringen, zijnde een subsidiepercentage van 8%.

Verder wordt, inspelend op de nieuwe mogelijkheden die de Europese wetgeving in dat kader voorziet, het maximum steunbedrag voor een eerste vestiging van een jonge land- of tuinbouwer opgetrokken van 55.000 naar 70.000 euro. Gezien de start meestal een zeer kwetsbare fase is in de levenscyclus van een bedrijf, moet de verhoging van dit maximumbedrag meer kansen scheppen voor jongeren om deze moeilijke fase te overbruggen.

`Ik ben tevreden dat door de nieuwe subsidiëringvoorwaarden van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds de doorloopsnelheid van dossiers aanzienlijk zal versnellen, dat er extra ondersteuning geboden wordt aan jongeren die zich voor het eerst vestigen op een land- of tuinbouwbedrijf en dat het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds als open einde systeem overeind kan blijven', aldus Vlaams minister-president Kris Peeters.