Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid



Datum 17 september 2010 Betreft Kamervragen van het lid Vermeij

Uw referentie 2010Z12047

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Vermeij (PvdA) over de toegenomen arbeidsongeschiktheid onder flexwerkers. De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner

Pagina 1 van 3

2010Z12047 Vragen van het lid Vermeij (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de toegenomen arbeidsongeschiktheid onder flexwerkers. (Ingezonden 31 augustus 2010) 1 Bent u bekend met het bericht `Flexwerkers vaker afgekeurd? 1) Antwoord 1 Ja 2 Wat zijn de redenen voor de aanzienlijke stijging in het aantal gevallen van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid onder mensen met een flexibel arbeidscontract? Antwoord 2 De WIA-instroom is de afgelopen jaren opgelopen van 21.000 uitkeringsgerechtigden in 2006 naar 29.300 uitkeringsgerechtigden in 2009. Ondanks deze groei bedraagt de WIA-instroom minder dan een derde van de WAO-instroom in de jaren 2001 en 2002. De groei van de WIA-instroom kent twee oorzaken: · Bijna de helft is het gevolg van een stijging van het aantal aanvragen. Dit wordt veroorzaakt door een stijging van het aantal WIA-verzekerden, wijziging in de samenstelling van de groep verzekerden (relatief meer ouderen en vrouwen zijn werkzaam op de arbeidsmarkt) en hoge terugstroom van aanvankelijk afgewezen aanvragen; · De andere ruime helft is het gevolg van een stijging van het toekenningspercentage. Hieraan liggen eveneens drie oorzaken ten grondslag: een stijgend aantal hernieuwde aanvragen, wijziging in de samenstelling van de groep aanvragers en aanvragers van een uitkering hebben gemiddeld genomen meer beperkingen. De groei van de WIA-instroom heeft zowel betrekking op werknemers met een vast dienstverband als vangnetters. De WIA-instroom vanuit het vangnet bedraagt in 2009 13.600 mensen. Bij zieke vangnetters gaat het vooral om zieke werknemers die geen werkgever (meer) hebben. Binnen de totale groep vangnetters worden 3 hoofdgroepen onderscheiden; uitzendkrachten, werknemers met een tijdelijk dienstverband en zieke werklozen. Bij deze groepen zijn wat betreft de WIA-instroom verschillende ontwikkelingen zichtbaar. De instroom in de WIA van uitzendkrachten is in de periode 2006-2009 bijna verdubbeld. Daar tegenover staat dat de instroom van zieke werklozen en mensen met een tijdelijk dienstverband maar beperkt is gestegen. Beide ontwikkelingen houden direct verband met de ontwikkeling van omvang van de betreffende groepen. Deze ontwikkelingen zijn overigens geen vaststaand gegeven. De recente ontwikkeling duidt op een daling van het aantal uitzendkrachten en een stijging van het aantal werklozen dat zich zal vertalen naar de instroom in de Ziektewet. 3 In hoeverre slaagt het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) erin zieke flexwerkers in de ziekteperiode te re-integreren? Kunt u dit kwantitatief onderbouwen?

Datum

Onze referentie IVV/I/2010/17487

Pagina 2 van 3

Antwoord 3 Thans bereikt ca. 6% van de ziekmeldingen het einde van de wachttijd. De overige ziektegevallen stromen eerder uit de Ziektewet. In mijn brief aan de Tweede Kamer van 6 september over ontwikkelingen rond het vangnet-Ziektewet ben ik uitvoerig ingegaan op de positie van zieke vangnetters en de re-integratie-inspanningen van UWV. Zieke vangnetters vormen een heterogene en moeilijk bemiddelbare groep. 80% van de zieke uitzendkrachten herstelt binnen twee weken. Wat betreft het langerdurend verzuim van zieke vangnetters zijn extra inspanningen nodig. Enerzijds gaat het om modernisering van de Ziektewet. Anderzijds betreft het verbetering van de uitvoering. Hiertoe zijn extra inspanningen opgenomen in het Plan van Aanpak verbetering ZW-arborol van UWV dat ik de Tweede Kamer als bijlage bij mijn genoemde brief heb gezonden. UWV streeft naar een stijging van het aantal hersteldverklaringen en het aantal werkenden van ruim 40% in 2013. UWV zet nu al een aanzienlijk aantal korte interventies in, gericht op herstel (eind 2009 ca. 16.000). De afgelopen periode heeft UWV voorts meer trajecten ingezet voor zieke vangnetters, gericht op reintegratie naar werk. In 2007 werden nog 3842 nieuwe trajecten ingezet, in 2009 was dit gestegen naar 5905. De plaatsingspercentages (duurzaam werk na een traject) over de twee laatste jaren zijn 34% voor 2007 en 24% voor 2008. Hierbij zij aangetekend dat nog niet alle trajecten die in 2008 zijn gestart zijn afgerond en dat in 2008 de economische conjunctuur aanzienlijk verslechterde. In het plan van aanpak is aangegeven dat UWV de komende jaren extra trajecten zal inzetten om de geformuleerde doelstellingen te realiseren. 4 Bent u van mening dat werkgevers verantwoordelijk zouden moeten zijn voor de re-integratie van flexwerkers? Kunt u dit nader toelichten? Antwoord 4 In mijn bij het antwoord op vraag 3 genoemde brief van 6 september jl. over ontwikkelingen omtrent het vangnet-Ziektewet, heb ik aangegeven dat modernisering van de Ziektewet noodzakelijk is. In dat kader zal ik ook de financieringssystematiek en de verantwoordelijkheidsverdeling bij re-integratie van zieke vangnetters bezien.

Datum

Onze referentie IVV/I/2010/17487


1) Nu.nl, 30 augustus 2010: "Explosieve stijging arbeidsongeschikte flexwerkers"

Pagina 3 van 3