ChristenUnie
Bijdrage Joël Voordewind AO Eu-raad Buitenlandse Zaken
Bijdrage Joël Voordewind AO Eu-raad Buitenlandse Zaken
donderdag 09 september 2010 12:00
De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Het is goed om te zien
dat de minister van Buitenlandse Zaken tijd vrij kan maken om met ons
te spreken over de stand van de wereld. Die staat immers niet stil. Ter
voorbereiding van het Gymnichoverleg zal ik ingaan op een aantal
onderwerpen dat op de agenda staat. Misschien stel ik enkele
onderwerpen aan de orde aan de hand van het verslag van de vorige
EU-raad Buitenlandse Zaken. Ik begin met Pakistan. Daar is een
ongekende ramp gebeurd die grote schade heeft aangericht en waarbij
veel slachtoffers zijn gevallen. De humanitaire nood is hoog. Het is
goed dat de minister daar bovenop zit en dat hij ook gelden heeft
vrijgemaakt om problemen op te lossen. Wij krijgen echter wel
aanwijzingen dat christelijke groepen gediscrimineerd worden op het
moment dat voedsel en hulpgoederen worden uitgedeeld. Ik begrijp dat
dit niet zo zeer betrekking heeft op de internationale hulporganisaties
die door ons worden gesteund. Het zouden met name hulporganisaties zijn
met een islamitische achtergrond. Kan de minister dat ook in EU-verband
bespreekbaar maken, opdat onze zorgen daarover in een dialoog met
Pakistan worden uitgesproken? Dan kunnen de Pakistaanse autoriteiten
misschien maatregelen nemen met de intentie erop toe te zien dat alle
noodzakelijke hulp gegeven wordt, ongeacht ras, geloof, politieke
overtuiging et cetera. Graag wil ik daarop een reactie van de minister.
Ik ga van de ene ramp naar de andere. Ik kom net terug van Haïti en heb
de verschrikkingen gezien van de aardbeving van 12 november jl. Daarop
kom ik later in een ander verband terug. Van enkele organisaties heb ik
vernomen dat zij zich erover verbazen dat de EU geen
verkiezingswaarnemers zal sturen tijdens de parlements- en
presidentsverkiezingen op 28 november aanstaande. Toch is de EU de
derde grootste donor van hulpgelden aan Haïti. Tevens heeft de EU
fondsen beschikbaar gesteld ter voorbereiding van die verkiezingen en
het houden daarvan. Is de minister alsnog bereid om tijdens het
Gymnichoverleg na te gaan of daarvoor binnen de EU draagvlak is?
In het verslag wordt aandacht besteed aan Iran. Gelukkig vernamen wij
gisteren dat de steniging van de Iraanse vrouw Ashtiani is opgeschort.
Ik spreek waardering uit voor de diplomatieke druk die Nederland binnen
de EU daarvoor heeft uitgeoefend. Houdt dat in dat het vonnis wordt
herzien en dat executie van de doodstraf definitief van de baan is? Hoe
staat het met de Nederlands-Iraanse mevrouw Bahrami? Ik ben heel blij
met het aanvullende pakket aan sanctiemaatregelen dat inmiddels ook
door de EU is aanvaard. Die sancties gaan zelfs verder dan die van de
VN. Ik complimenteer de minister daarmee, omdat ik weet dat hij zich
daarvoor ook persoonlijk heeft ingespannen. Dat neemt niet weg dat we
veel liever hadden gezien dat de dialoog goed op gang kwam en dat de
Iraanse transparantie ten aanzien van de nucleaire capaciteit beter was
geweest.
Ik heb ook een zin gelezen over verregaande maatregelen in de olie- en
de gassector. Daarmee doel ik op de sanctielijst. In hoeverre betreft
dit ook het daadwerkelijk leveren van verwerkte producten, zoals
benzine? De Amerikanen doen dat al. Ik heb niet gelezen dat dit onder
het nieuwe sanctieregime valt. Wat bedoelt men dan met de sanctielijst
als het gaat om de olie- en gassector?
Ook het vredesproces in het Midden-Oosten is vermeld. De EUBAM staat
nog steeds op stapel, althans de hervatting daarvan. In dat kader is er
op 1 september en 2 september jl. een Gaza Counter Arms Smuggling
Initiative ontplooid. Ik heb begrepen dat dit in het ministerie van
Buitenlandse Zaken is gebeurd en ben heel benieuwd naar de uitkomsten
daarvan. Het doel van die conferentie was om met de Israëli's na te
denken over de vraag hoe wapensmokkel naar Gaza tegengehouden zou
kunnen worden, juist in het kader van het Nederlands-Deense voorstel
dat de minister zelf geïnitieerd heeft. Wat zijn de uitkomsten van die
conferentie en wat kan Nederland samen met andere landen doen om die
wapensmokkel in de toekomst tegen te houden, eventueel met een
zeeblokkade voor de kust van Gaza?
Wij hebben sterke aanwijzingen dat het netwerk van charitatieve
organisaties onder de koepel van de Union of Good in Europa fondsen
werft voor Hamas. Dat zou ook vanuit Nederland gebeuren. Ik heb op 3
juli 2010 ook Kamervragen gesteld over de heer Amin Abu Rashid. Is de
minister bereid om de Kamer in een brief mee te delen of er in Europa
of in Nederland inderdaad fondsen worden geworven voor Hamas onder de
vlag van de Union of Good? Ik stel die vraag, omdat fondsenwerving voor
een terroristische organisatie altijd strafbaar is.
Tot slot ga ik in op Turkije. Evenals de minister maken wij ons grote
zorgen over de positionering van Turkije als het steeds meer naar Iran
en Syrië kijkt. Hoe gaat de EU daarmee om? Ten aanzien van de Balkan en
het eventuele Servische lidmaatschap van de EU begrijpen wij dat de
minister zich terughoudend opstelt. Wij vinden dat de verlening van het
lidmaatschap moet afhangen van het al dan niet verlenen van medewerking
aan het Joegoslavië-Tribunaal. Een en ander mag niet in een
stroomversnelling komen doordat Kosovo zich nu onafhankelijk heeft
verklaard. Wij steunen wat dat betreft dus de inzet van de minister.
Joël Voordewind