Rijksoverheid
Datum: 21 september 2010
Betreft: Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over
het bericht dat een terminale patiënt geen zorg heeft gehad (2010Z12647).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Leijten over het bericht dat een
terminale patiënt geen zorg heeft gehad (2010Z12647)
1
Wat is uw reactie op de verklaring van mevrouw E. uit Sint,Oedenrode dat haar
echtgenoot geen terminale zorg heeft gehad? 1)
1
In een reactie heeft het betreffende zorgkantoor aangegeven dat er, voor zover zij
hebben kunnen nagaan, geen AWBZ,gefinancierde zorg is geleverd aan deze
cliënt. Vooral onduidelijkheid bij het zorgkantoor over de urgentie van de
problematiek (zie antwoord 3) is de oorzaak van het uitblijven van deze zorg. Dit
vinden het zorgkantoor en ook ik zeer pijnlijk, zeker gelet op het feit dat uit
navraag blijkt dat in deze regio wel voldoende capaciteit beschikbaar is om aan
deze zorgvraag tegemoet te komen.
2
Erkent u dat ook mensen in hun laatste levensfase recht hebben op zorg? Kunt u
uw antwoord toelichten?
2
Het uitgangspunt is dat mensen die zich in de laatste fase van hun leven
bevinden, voor zover mogelijk en verantwoord, in hun eigen omgeving en in de
kring van naasten en dierbaren moeten kunnen overlijden. Een CIZ,indicatie
bepaalt de omvang van de zorg waarop men recht heeft. De indicatie voor
palliatief,terminale zorg is bedoeld om iemand in zijn laatste levensfase die zorg
te bieden die betrokkene en de directe omgeving zoveel mogelijk ontlast. Het
accent van de zorg ligt op pijnbestrijding, behoud van kwaliteit van leven en
begeleiding van die persoon en zijn naasten.
3
Op welke wijze heeft het zorgkantoor UVIT (Univé, VGZ, Iza en Trias) in deze
regio zijn zorgplicht vervult? Kunt u uw oordeel geven en toelichten?
3
Op het moment dat zorgkantoor UVIT de indicatie van de betreffende cliënt heeft
ontvangen is de cliënt direct schriftelijk ingelicht over de pgb,stop. Hierbij is de
cliënt gevraagd aan te geven naar zijn voorkeur: het inzetten van
overbruggingszorg in combinatie met plaatsing op de pgb,wachtlijst dan wel het
inzetten van zorg in natura waarbij betrokkene afziet van plaatsing op de pgb,
wachtlijst. De cliënt heeft hierop schriftelijk aangegeven dat zij zo snel mogelijk
zorg in natura wilde ontvangen als overbrugging. Het zorgkantoor geeft echter
aan dat uit de indicatie en de schriftelijke reactie van de cliënt de urgentie
onvoldoende duidelijk was. Hierdoor is niet direct naar de cliënt gereageerd. Ik
betreur het ten zeerste dat hierdoor een persoon in zijn laatste levensfase de
benodigde en in principe ook beschikbare AWBZ,zorg is misgelopen.
4
Is het waar dat zorginstellingen mevrouw E. hebben laten weten dat voor haar
man geen terminale zorg beschikbaar was via zorg in natura? 1)
4
Op basis van de informatie waarover ik beschik, kan ik dit niet vaststellen.
Overigens een zorginstelling die zelf de zorg niet kan leveren behoort altijd de
cliënt naar het bemiddelingsbureau van het betreffende zorgkantoor te verwijzen.
Het zorgkantoor kan dan alsnog direct de adequate zorg organiseren. Deze
verwijzing naar het zorgkantoor heeft niet plaatsgevonden.
5
Welke zorginstelling(en) betreft het en wat is uw inhoudelijke oordeel over het
optreden van deze instelling(en)?
5
Mij is niet bekend welke zorginstelling(en) dit betreft.
6
Bent u van mening dat een zorgkantoor altijd bij een persoonsgebonden
budgetaanvraag (pgb) moet bemiddelen naar zorg in natura? Zo nee, hoe duidt u
de zorgplicht van het zorgkantoor? Zo ja, bent u bereid dit aan alle zorgkantoren
op te leggen?
6
Ja en uit navraag bij de zorgkantoren blijken zij deze cliënten altijd te bemiddelen.
Het opleggen van deze verplichting is dan ook niet aan de orde.
7
Is het waar dat de suggestie in de radio,uitzending niet op zichzelf staat en dat
veel mensen niet de zorg krijgen waar zij recht op hebben en die zij hebben
aangevraagd? Wilt u uw antwoord toelichten?
7
Zoals ik u in mijn brief van 2 juli 2010 (kenmerk DLZ/SFI,U, 2998149) heb
gemeld, is de toegankelijkheid van de AWBZ over het algemeen goed. Dit geldt
ook voor de zorg in crisissituaties, waar direct in te zetten palliatieve terminale
zorg een onderdeel van uitmaakt. Zorgkantoren en zorgaanbieders in de regio
hebben hierover afspraken gemaakt. Uit deze casus blijkt ook dat er geen sprake
is van een tekort aan zorgaanbod in de regio. In de AWBZ blijft de
wachtlijstproblematiek zich concentreren bij enkele duidelijke groepen. Het gaat
nog steeds om dementerende ouderen, personen met een meervoudige complexe
problematiek (zoals oudere verstandelijk gehandicapten met psychiatrische
problematiek) en jeugdige licht verstandelijk gehandicapten met veelal
aanvullende problematiek. Deze personen wachten op zorg met verblijf in een
instelling en krijgen overbruggingszorg thuis. In de bovengenoemde brief staan de
beleidsacties vermeld, die moeten bijdragen aan het verminderen van deze
problematiek.
Overigens heb ik mijn brief van 13 september 2010 (kenmerk DLZ/SFI,U,
30226672) naar aanleiding van signalen van onder meer Per Saldo aangegeven,
dat personen in hun laatste levensfase de mogelijkheid behouden om voor een
pgb te kiezen. Hoewel voldoende palliatieve zorg in natura beschikbaar is, ben ik
van mening dat keuzevrijheid van deze cliënten in de laatste levensfase zeer
belangrijk is. Daarnaast blijf ik alert op signalen om mogelijk schrijnende gevallen
te voorkomen. Met betrokken partijen (Per Saldo, College voor
Zorgverzekeringen, Zorgverzekeraars Nederland en enkele zorgkantoren) worden
huidige (en nieuwe) signalen beoordeeld.
8
Hoeveel mensen hebben afgezien van zorg in natura als alternatief voor een
aangevraagde pgb?
8
Van de cliënten die al een keuze hebben gemaakt om wel of niet in te gaan op het
aanbod van het zorgkantoor, geeft circa 70% aan hiervan geen gebruik te willen
maken. Dit blijkt uit de eerste gegevens van de zorgkantoren die door het College
voor Zorgverzekeringen worden verzameld. Zoals al eerder toegezegd zal ik de
Kamer eind september informeren over de stand van zaken wat betreft het
handhaven van het pgb,subsidieplafond.
9
Bent u bereid te onderzoeken waarom mensen afzien van zorg in natura en een
plaats op de wachtlijst pgb prefereren? Zo ja, wanneer kunt de Kamer
informeren? Zo nee, waarom niet?
9
Dit onderzoek vindt momenteel plaats en zal naar verwachting begin november
zijn afgerond.
10
Erkent u dat de pgb,stop blootlegt dat er situaties zijn waarin er geen alternatief
is voor het pgb, omdat de zorg niet in natura wordt geleverd? Kunt u uw antwoord
toelichten?
12
Erkent u dat de pgb,stop blootlegt dat er meer wachtlijsten zijn dan zichtbaar
was, omdat de wachtlijst kon worden 'gecompenseerd' met een pgb? Kunt u uw
antwoord toelichten? 2)
10+12
Een belangrijke reden voor mensen om voor een pgb te kiezen is het behoud van
eigen regie. Daarnaast kiezen ook personen voor een pgb, omdat zij vinden dat de
aangeboden zorg in natura niet overeenkomt met hun wensen.
Mijn veronderstelling is dat niet zozeer de afwezigheid van deze zorg, maar de
beoordeling dat de aangeboden zorg niet passend zou zijn op basis waarvan
personen voor een pgb kiezen. Het reeds aangekondigde onderzoek (bij vraag 9)
moet hierover meer duidelijkheid geven.
Daarnaast heb ik nog een tweede onderzoek uitgezet. Voor specifiek de groep
jeugdigen met psychiatrische problematiek met een extramurale AWBZ,indicatie
voor begeleiding bereiken mij signalen dat het zorgaanbod onvoldoende zou zijn.
Via dit tweede onderzoek wordt dit getoetst. Naar verwachting is dit onderzoek
eind november klaar.
11
Bent u bereid te onderzoeken welke belemmeringen er zijn voor pgb,aanbieders
om ook zorg in natura te gaan leveren? Zo ja, bent u dan ook bereid oplossingen
te zoeken voor de belemmeringen? Zo nee, waarom niet?
11
Er zijn voor de pgb,aanbieders feitelijk geen belemmeringen om een toelating
voor zorg in natura aan te vragen. Deze aanbieders kiezen niet voor zorg in
natura, omdat zij opzien tegen de wederzijdse afhankelijkheidsrelatie met het
zorgkantoor (o.a. het maken van productie,afspraken) en de transparantie en
verantwoording die samenhangt met het aanbieden van zorg in natura (o.a. de
jaarverantwoording). Dit zijn voor mij essentiële onderdelen van de zorg in
natura. Ik zie dan geen reden om voor deze motieven een oplossing te zoeken.
13
Kunt u deze vragen met grote urgentie beantwoorden en in ieder geval vóór het
aangevraagde spoeddebat? 3)
13
Deze vragen zullen zo spoedig mogelijk worden beantwoord.
1) Radio1, Goedemorgen Nederland, 9 september 2010
2) Meldingen Per Saldo
3) Regeling van werkzaamheden, 7 september 2010