Universiteit Leiden

Cijfercodes en raadsels in de brieven van vrouwelijke spionnen

Dr Nadine Akkerman ontdekte dat de brieven die Koningin Elizabeth Stuart van Bohemen tijdens haar ballingschap in Den Haag schreef, vol zaten met cijfercodes en raadsels. Zo stuitte ze op het 17e eeuwse fenomeen van vrouwelijke spion. Ze heeft een VENI-subsidie van NWO gekregen om er verder onderzoek naar te doen.
Dr Nadine Akkerman, onderzoeker bij de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden.

Dr Nadine Akkerman, onderzoeker bij de Faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden.

Spionage wordt traditioneel als een mannenwereld gezien, maar dat is een opvatting die door Akkerman wordt betwist. In haar onderzoek Female Spies or She-Intelligencers: Towards a Gendered History of Seventeenth-Century Espionage wil ze aantonen dat er in de 17e eeuw nog meer vrouwelijke spionnen actief waren.

Geheimschrift en onzichtbare inkt

âAls redacteur van de brieven van Koningin Elizabeth Stuart van Bohemen voor Oxford University Pressâ vertelt Akkermen, âontdekte ik dat haar brieven vol zaten met cijfercodes en raadsels. Uit de brieven werd duideljk dat ze volledig politiek geëngageerd was.â In de tijd dat Elizabeth in ballingschap in Den Haag woonde schreef ze twee verschillende soorten brieven: ten eerste waren er de brieven met oppervlakkige of valse informatie die ze via de officiële postroutes liet verzenden - kanalen die door de Engelse koning gecontroleerd werden. Daarnaast verstuurde ze haar belangrijkere brieven â die met boodschappen in geheimschrift â langs geheime postroutes via Brussel en Antwerpen. Zo kwam Akkerman terecht bij een 17^e-eeuwse vrouwelijke spion aan wie de Koningin van Bohemen haar vertrouwelijke post toevertrouwde: de directrice van een postkantoor in Brussel. Deze directrice, Alexandrine, gravin van Thurn en Taxis, was de spin in het web van het postwezen in Brussel.

Zwarte Kamer

De geschiedschrijving van diplomatie en spionage wordt zo door mannen gedomineerd dat haast niets te vinden is over deze directrice. Akkerman ontdekte echter dat de gravin de motor was achter een spionnennetwerk genaamd de 'Kamer van het Thurn en Taxis Postkantoor', en dat dit netwerk waarschijnlijk de eerste zogenoemde Zwarte Kamer van Europa was. Dat is een elitegroep specialisten â onder anderen cryptoanalysten, vertalers en vervalsers - die in het geheim bij elkaar kwamen om de brieven van buitenlandse diplomaten te onderscheppen. Ze maakten de brieven open, kopieerden of ontcijferden de inhoud, maakten de brieven met een vals zegel weer dicht en brachten ze weer in het postsysteem â allemaal binnen een paar uur. In veel gevallen was religie of politiek niet de motivatie van deze Kamers om te spioneren maar ging het om geld; de informatie werd gewoon aan de hoogste bieder verkocht.

Avonturierster

Hoe weet Akkerman welke vrouwen interessant kunnen zijn voor haar onderzoek? â Na verloop van tijdâ, legt Akkerman uit, âherken je bepaalde signalen. Als ik een vrouw tegenkom in een database zoals de ODNB (Oxford Dictionary of National Biography) bijvoorbeeld, en ze wordt aangeduid als âKoningsgezinde heldinâ of âavonturiersterâ, ben ik meteen alert. Ik weet langzamerhand dat deze termen vaak als eufemismen voor spion worden gehanteerd.â

Verbrand deze brief na lezing!

Waar zoek je naar brieven die op spionage wijzen? Akkerman: âZulke brieven kun je bijvoorbeeld in staatsarchieven vinden. Daarin zijn de brieven opgenomen die onderschept werden door Parlementsleden en die dus de beoogde lezer nooit hebben bereikt. In particuliere archieven daarentegen vind je de brieven die juist wel zijn aangekomen. Deze brieven zijn vaak in geheimschrift of spionnentaal geschreven of zelfs met onzichtbare inkt. Soms zijn er overduidelijke signalen dat een brief mogelijk interessante informatie bevat, zoals het dringende advies: Verbrand deze brief na lezing!â

Nonnen als spionnen

Wat voor vrouwen waren deze spionnen? âZe kwamen uit heel uiteenlopende milieusâ, aldus Akkerman. âVrouwen in de 17^e eeuw mochten geen officiële functies bekleden maar ze hadden vaak wel toegang tot belangrijke informatiebronnen. Ze waren bijvoorbeeld verpleegster, winkelier, hofdame, en in sommige gevallen ook edelvrouwâ Over het algemeen had iedereen die vaak reisde, vooral binnen Europa, de mogelijkheid om een rol te spelen in het spionnennetwerk. Historisch onderzoek in kloosters in het vroeg-moderne Europa laat zien dat zelfs nonnen politiek bezig waren en dat ze aan spionage deden.

Aphra Behn - Agent 160

Çén van de eerste vrouwen van wie bekend is dat ze bij spionageactiviteiten betrokken was, is toneelschrijfster Aphra Behn (1640â1689). Zij bevond zich op aandringen van Charles II tijdens de Tweede Anglo-Nederlandse Oorlog als politiek spion in Antwerpen. Behn, die onder de codenamen Astrea of Agent 160 haar geheime acties uitvoerde, werd naar Antwerpen gestuurd met de opdracht een voormalige kennis, dissident William Scott, als double agent te werven. Vaak bleek een carrière als spion verre van lucratief, zeker in het geval van Behn: Charles betaalde heel traag â of zelfs helemaal niet. Hierdoor kwam Behn als schuldenaar in de gevangenis terecht. Uittreksel van een brief van Aphra Behn met cijfercode SP29/169 f.47

Uittreksel van een brief van Aphra Behn met cijfercode SP29/169 f.47

Privacy en toezicht door de staat

Heeft het onderzoek ook maatschappelijke relevantie? Jazeker, maatschappelijke relevantie is een belangrijk criterium voor onderzoeksfinanciering door NWO, legt Akkerman uit. Ze noemt aspecten zoals privacy en toezicht door de staat, die in de huidige maatschappij onderwerpen van debat zijn en die net zo relevant waren in het Europa van de 17e eeuw. Daarnaast beoogt ze haar onderzoek een bijdrage te leveren aan de geschiedschrijving over spionage, zowel in Groot Brittannië als in Europa; het zal de rol van vrouwen in de door mannen gedomineerde wereld van de spionage verhelderen.

Homepage Nadine Akkerman

Bachelorprogramma's geschiedenis

Masterprogramma's geschiedenis

(20 September 2010/Marilyn Hedges)