Krant wel concurrent maar niet oneerlijk


Conclusie NMa

PANNINGEN, 20100921 -- "In beginsel heeft elke onderneming de vrijheid zelf te bepalen met wie zij samenwerkt en onder welke voorwaarden zij haar producten wil aanbieden" aldus de Nederlandse Mededingingsautoriteit(NMa). Dit geldt ook voor de krant als zij haar advertentieruimtes wil gebruiken voor het promoten van haar" eigen" webshops c.q. artikelen. Zij is daarmee wel concurrent van de gevestigde winkelier maar er is geen sprake van oneerlijke concurrentie, aldus Foppe ten Broek. Hij was het die de vraag aan de NMa had voorgelegd.

Hoewel hij begrip heeft voor het feit dat de krant extra inkomsten moet verwerven door het wegvallen van advertentie-inkomsten heeft hij deze kwestie om advies voorgelegd aan het NMA. Dit naar aanleiding van de benarde positie waarin de zelfstandige winkelier steeds meer is komen te verkeren.

Foppe ten Broek, die voor de promotie van zijn marktconcept, de afgelopen maanden alle provincies heeft bezocht en daarbij meer dan 1000 winkeliers heeft gesproken, heeft dit met eigen ogen kunnen constateren.
Naast de economische crises en het mede als gevolg daarvan verminderd besteedbaar inkomen van de consument, spelen ook de dozenschuivende webshops (waaronder die van de krant) en de verhoging van de publieke lasten een belangrijke rol bij de negatieve tendens qua omzet van de zelfstandig gevestigde "stenen" winkel.

Foppe ten Broek verwacht dan ook dat de vakhandel op den duur het loodje legt en dat er op diverse plekken een verschraling van het winkelaanbod zal gaan ontstaan. En dat is gewoon jammer, omdat het juist deze winkels, veelal de "pareltjes" in de binnenstad, zijn die het winkelen nog leuk maken. In veel gemeenten zijn de eerste gevolgen dan ook al zichtbaar: lege panden en alleen nog de franchise- en ketenwinkels.
Gevoegd bij de factor vergrijzing in bepaalde gebieden van Nederland wordt het hoog tijd zich te bezinnen over het detailhandelsbeleid.