Verslag van de Europese Raad op 16 september 2010 te Brussel
Kamerbrief inzake Verslag van de Europese Raad op 16 september 2010 te
Brussel
Kamerbrief | 22 september 2010
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister-president, het verslag
aan van de Europese Raad die op 16 september 2010 te Brussel
plaatsvond.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Verslag van de Europese Raad op 16 september 2010 in Brussel
De Europese Raad stond in het teken van de relatie van de Europese Unie
met haar strategische partners. De bijeenkomst werd gehouden als
vervolg op het in december 2009 geuite voornemen van de
regeringsleiders om één keer per jaar samen met de ministers van
Buitenlandse Zaken het externe beleid van de Unie te bespreken. Tevens
was er gelegenheid voor voorzitter Van Rompuy om verslag te doen van de
voortgang van de werkzaamheden van de naar hem genoemde werkgroep
inzake `economic governance'.
Zoals te doen gebruikelijk gaf de voorzitter van het Europees
Parlement, de heer Jerzy Buzek, zijn visie op de actuele ontwikkelingen
(toespraak bijgesloten).
Relaties met strategische partners
De discussie over de relaties van de EU met haar strategische partners
spitste zich toe op de rol van de EU als grote mondiale speler en de
wijze waarop zij effectiever gebruik kan maken van haar relaties met
strategische partners om externe doelstellingen te behalen. Onder
andere voorzitter Van Rompuy onderstreepte de sterke uitgangspositie
van de EU: zij is de grootste handelspartner van veel landen en de
grootste donor binnen de internationale gemeenschap, beschikt over een
gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid en kan bogen op een
traditie van multilateralisme en een op waarden gebaseerd
buitenlandbeleid. Om hier ten volle gebruik van te maken, dient de EU
zich assertiever en strategischer op te stellen. Hoge Vertegenwoordiger
(HV) Ashton werkte deze punten uit voor China. Daarbij onderstreepte
zij dat de wederzijdse wensen helder zijn en dat een integrale afweging
van belangen, waarin politieke en economische aspecten worden
meegenomen en waarin de beschikbare instrumenten optimaal worden
ingezet, kan leiden tot een evenwichtigere en effectievere
samenwerking. Ook Commissievoorzitter Barroso sprak over het zoeken
naar mogelijkheden om de kracht van de EU in de relaties met
strategische partners te vergroten, onder meer door geïntegreerd extern
beleid te voeren, gebaseerd op een weloverwogen afweging van alle
belangen.
De Europese Raad benadrukte in zijn conclusies de noodzaak om de
strategische belangen en doelstellingen van de EU duidelijk te benoemen
en prioriteiten te stellen. Hierbij dient de EU oog te hebben voor het
perspectief van strategische partners en te streven naar relaties
gebaseerd op gemeenschappelijke belangen, wederzijdse voordelen en het
besef van gedeelde verantwoordelijkheid voor mondiale problemen.
Daarnaast zal de EU meer geïntegreerd en gecoördineerd beleid moeten
voeren, waarvoor soepele samenwerking tussen de instellingen en de
lidstaten essentieel is. De Europese Raad benadrukte het belang van de
instrumenten die het Verdrag van Lissabon biedt voor stroomlijning van
beleid en van een versterkt, eenduidig extern EU-geluid, waaraan onder
meer de EDEO kan bijdragen.
De Europese Raad ging in het bijzonder in op de wijze waarop de EU
optimaal gebruik kan maken van komende evenementen en bijeenkomsten met
derde landen en sprak onder meer over de ASEM-top in oktober, de
G20-top in Seoul in november, de EU-VS-top en de EU-Afrika-top in
november en de toppen met Rusland en Oekraïne in december
respectievelijk november. De leden van de Europese Raad waren het
erover eens dat toppen en evenementen van de EU met strategische
partners gedegen dienen te worden voorbereid, door heldere
doelstellingen te identificeren en strategieën uit te werken om deze te
bereiken. De Europese Raad zal in oktober onder andere de G20-top en de
top met de VS voorbereiden.
Minister-president Balkenende onderstreepte de grote voortgang die de
EU in de afgelopen jaren heeft gemaakt met het ontwikkelen van een
extern beleid. Ten aanzien van de samenwerking met China benadrukte
hij, naast het economische belang van een goede relatie, de noodzaak
China te blijven wijzen op zijn verantwoordelijkheden op het gebied van
mensenrechten en samenwerking met derde landen en regio's, zoals Birma
en Afrika. China is bereid met de EU over alles te spreken, mits de EU
consistent en eensgezind optreedt. Voorts noemde hij het belang van
goede Europese voorbereiding van G20-toppen. De Europese Raad van
oktober zal zich hierover buigen. Nederland steunt de wens van
G20-voorzitter Zuid-Korea om ontwikkelingssamenwerking gericht op
economische groei op de agenda te plaatsen.
De Raad verzocht HV Ashton de ideeën over de omgang met strategische
partners verder uit te werken en over de voortgang hiervan te
rapporteren aan de Europese Raad in december 2010.
Tussenrapportage Van Rompuygroep
De tussenrapportage kwam aan de orde tijdens de lunch. De werkgroep is
druk bezig aanbevelingen voor te bereiden om te komen tot een grondiger
en onafhankelijker beoordeling van het nationale begrotingsbeleid van
de lidstaten onder het Stabiliteits- en Groeipact. Tevens besteedt de
werkgroep expliciet aandacht aan de macro-economische
onevenwichtigheden in lidstaten. Nederland is van oordeel dat landen
met een tekort op lopende rekening hierbij een grotere
verantwoordelijkheid hebben dan de overschotlanden.
De Europese Raad verwelkomde de voortgang die de werkgroep Van Rompuy
op de voornoemde onderwerpen en op het gebied van het `Europees
semester' heeft geboekt. Eind oktober zal de Europese Raad het
eindrapport van de werkgroep bespreken. De Commissie zal eind september
voorstellen presenteren.
De situatie rond de Roma
President Sarkozy gaf tijdens de lunch een toelichting op de
maatregelen die de Franse regering heeft genomen om een aantal
kampementen te ontruimen en de bewoners daarvan uit te zetten.
Commissievoorzitter Barroso zette op zijn beurt uiteen waarom de
Commissie een onderzoek is gestart en aan de Franse autoriteiten
opheldering heeft gevraagd over de uitzettingen.
Regeringsleiders keurden de verwijzing door Commissaris Reding in dit
verband naar de Tweede Wereldoorlog af maar onderstreepten dat de
Commissie alle recht heeft om een onderzoek in te stellen naar
vermeende inbreuken op het Gemeenschapsrecht. Minister-president
Balkenende heeft beide opgeroepen om de controverse niet via het
publieke kanaal met boude uitspraken aan te wakkeren, maar zich te
beperken tot de feiten en de op basis daarvan al dan niet te nemen
stappen.
De Commissie gaf aan het onderzoek te zullen voortzetten en op basis
daarvan te zullen besluiten of zij een procedure zal starten bij het
Europese Hof van Justitie. Tevens kondigde voorzitter Van Rompuy aan
dat een bijeenkomst zal worden georganiseerd om de situatie van de Roma
in de EU nader te bespreken.
Frequentie van de Europese Raden
Ditmaal werd opnieuw de hoge frequentie van de Europese Raden aan de
orde gesteld. Teveel Raden leveren onvoldoende resultaten op.
Voorzitter Van Rompuy nam hier nota van.
Lunch van ministers van Buitenlandse Zaken
Pakistan: de ministers van Buitenlandse Zaken spraken over de acties
die de EU zou kunnen nemen om de ernstige humanitaire noden in Pakistan
na de recente overstromingen te lenigen en de wederopbouw van het
getroffen gebied te bevorderen. De Europese Raad nam hierover een korte
verklaring aan.
De Europese Raad concludeerde dat naast de humanitaire hulp een
uitgebreid pakket aan maatregelen nodig is om herstel en wederopbouw
mogelijk te maken. Hierbij dient rekening te worden gehouden met het
strategische belang van de ontwikkeling van Pakistan voor de beheersing
van enkele globale veiligheidsvraagstukken en voor de veiligheid en
stabiliteit in de regio. Om een snelle wederopbouw van Pakistan te
verzekeren is volgens de Europese Raad bijzondere aandacht nodig voor
goed bestuur.
De Europese Raad bevestigde de bereidheid van de EU om de
handelsvoorwaarden voor Pakistan te verbeteren door een in de tijd
beperkte reductie van importtarieven voor een aantal voor Pakistan
belangrijke producten in overeenstemming met de daarvoor geldende
WTO-regels en door het voornemen om Pakistan per 2014 in aanmerking te
laten komen voor het zogenaamde APS+ stelsel, mits het land aan de
daarvoor gestelde voorwaarden voldoet. Deze voorwaarden betreffen onder
andere de ratificatie en implementatie van mensenrechtenconventies. De
Europese Raad verzocht de Commissie om in oktober een voorstel ter
verbetering van de handelsvoorwaarden voor Pakistan te presenteren, een
en ander in overleg met de WTO-partners.
Midden Oosten Vredesproces: in een verklaring verwelkomde de Europese
Raad de directe vredesbesprekingen tussen Israël en de Palestijnse
Autoriteit, die op 2 september jl. in Washington van start gingen en
inmiddels in de regio zijn voortgezet. Met het besluit de directe
onderhandelingen te hervatten, hebben de partijen een belangrijke stap
richting vrede gezet. Juist nu deze stap is gezet, is het van belang
dat beide partijen zich onthouden van acties die de voortzetting van de
onderhandelingen in gevaar kunnen brengen. De Europese Raad riep op het
moratorium op nederzettingenbouw te verlengen en onmiddellijk een halt
toe te roepen aan raketbeschietingen en andere terroristische
aanvallen.
De Europese Raad onderstreepte zijn steun voor de Amerikaanse
bemiddeling in de onderhandelingen en wees op de nauwe betrokkenheid
van de HV bij de Kwartet-inspanningen, die erop gericht zijn de
besprekingen tot een succesvolle afronding te brengen. Voorts
benadrukte de Europese Raad de Europese steun aan de Palestijnse
staatsontwikkeling en het belang van de wederopbouw en economische
ontwikkeling van Gaza, waarbij de Israëlische veiligheidszorgen niet
uit het oog verloren mogen worden.
Voorbereiding Algemene Vergadering van de Verenigde Naties: de
ministers van Buitenlandse Zaken blikten op voorstel van Hoge
Vertegenwoordiger Ashton vooruit op de 65^e zitting van de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN), die op 14 september jl. in
New York van start is gegaan. De ministers bespraken, mede in het licht
van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, de wijze waarop
de Unie in de VN kan optreden, teneinde het Gemeenschappelijk
Buitenlands en Veiligheidsbeleid ook daar helderder en krachtiger uit
te dragen. De Nederlandse inzet voor de 65^e AVVN is uw Kamer op 2
september jl. toegegaan (Kamerstuk 2010Z12141) en werd met uw Kamer
besproken tijdens een Algemeen Overleg op 15 september jl.
Het punt `Westelijke Balkan' werd niet meer besproken.
Vrijhandelsverdrag EU-Zuid-Korea
En marge van de Europese Raad vond een ingelaste Raad Buitenlandse
Zaken plaats. Tijdens deze bijeenkomst werd overeenstemming bereikt
over de goedkeuring van een vrijhandelsverdrag tussen de EU en
Zuid-Korea. Nederland is groot voorstander van dit verdrag, dat naar
verwachting tot een substantiële groei van het handelsvolume met
Zuid-Korea zal leiden.
Bijlage
* Bijlage Speech by Professor Jerzy Buzek
Word document - 33 Kb
Ministerie van Buitenlandse Zaken