Rijksoverheid
Landelijk Congres Huiselijk Geweld van MOVISIE
Toespraak | 22-09-2010
Dames en heren,
Allereerst mijn dank aan MOVISIE voor haar uitnodiging om hier te
spreken over een onderwerp dat ons allen zeer aan het hart gaat;
huiselijk geweld. De staatssecretaris van VWS had hier ook graag
aanwezig willen zijn, maar is helaas vanwege een al eerder gepland
bezoek aan de Nederlandse Antillen, verhinderd. Zij heeft mij gevraagd
te benadrukken dat de aanpak van huiselijk geweld voor haar prioriteit
heeft. Zij trekt extra middelen uit voor opvang en hulpverlening, van
bijna 18 mln in 2008 oplopend tot ruim 32 mln in 2012. Binnenkort
stuurt zij een beleidsbrief naar de Tweede Kamer die zal ingaan op haar
bijdrage aan de aanpak huiselijk en eergerelateerd geweld,
vrouwenopvang en vrouwelijk genitale verminking. Zij wenst u een goed
congres toe en zal zich laten informeren over de uitkomsten van
vandaag.
We bevinden ons in de nationale week tegen geweld die gisteren werd
ingeluid met de internationale VN dag voor het voorkomen en bestrijden
van alle vormen van geweld tegen vrouwen. Vrouwen vormen, ook in
Nederland, de grootste groep slachtoffers van huiselijk geweld, zo
bleek recentelijk weer uit cijfers van de politie. Maar hoewel
huiselijk geweld vrouwen buitenproportioneel raakt, treft het niet
alleen hen. Van alle vrouwen en mannen tussen de achttien en zeventig
jaar is ongeveer 45% ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld, als
kind, als partner of als ouder. Dat zijn schokkende cijfers. In je
eigen huis, waar je omringd bent door de mensen die het meest dierbaar
zijn, daar zou je je het meest veilig moeten voelen. Toch is dit juist
voor vele burgers de minst veilige plek om te verblijven. Jaarlijks
doen zich tienduizenden voorvallen voor. Verbijsterende aantallen! Het
is dan ook overduidelijk dat de aanpak van huiselijk geweld blijvende
politieke en maatschappelijke aandacht verdient.
Huiselijk geweld is onder alle omstandigheden onaanvaardbaar. De
overheid heeft een duidelijke verantwoordelijkheid waar het gaat om de
veiligheid van burgers, ook achter de voordeur. Die
verantwoordelijkheid neemt ook dit kabinet uiterst serieus. Wij zullen
de aanpak van huiselijk geweld daarom in de komende periode met kracht
voortzetten.
Hierbij bouwen we voort op het programma Privé Geweld Publieke Zaak
, dat eind dit jaar afloopt. Dit programma heeft reeds geleid tot
vele maatregelen om de aanpak van huiselijk geweld effectiever te
maken. Zo is er inmiddels een landelijk dekkend netwerk van Advies- en
Steunpunten Huiselijk Geweld en wordt de aard en omvang van huiselijk
geweld tweejaarlijks geïnventariseerd. En in de strafrechtelijke hoek
heeft de landelijke aanwijzing huiselijk geweld van de
Procureurs-Generaal, in combinatie met het programma huiselijk geweld
en de politietaak, geleid tot een doortastender en effectiever
opsporings- en vervolgingsbeleid. Deze aanwijzing wordt momenteel
herzien en verbeterd. Bovendien komen er twee nieuwe aanwijzingen bij;
één voor de aanpak van kindermishandeling en één voor de aanpak van
eergerelateerd geweld. Daarmee wordt maatwerk mogelijk!
Er zijn kortom al mooie resultaten geboekt. Maar wat we tot nu toe
bereikt hebben kan en mag enkel gezien worden als een begin. Niet als
een sluitstuk. Want huiselijk geweld heeft in de afgelopen jaren,
ondanks onze inspanningen, niet minder slachtoffers gemaakt. En dat is
wel ons uiteindelijke doel: het voorkomen, bestrijden en bij voorkeur
volledig uitbannen van huiselijk geweld in de Nederlandse samenleving.
Hierbij dient nadrukkelijk voorop te staan dat geen enkele partij
huiselijk geweld in z'n eentje kan bestrijden: alle partners moeten
gezamenlijk optrekken. Dit kan ik niet genoeg onderstrepen. U ziet het
ook terug in het motto van het kabinet `Samen werken, samen leven'.
Samen leven betekent de verantwoordelijkheid nemen om samen het geweld
te stoppen of op z'n minst te bestrijden. En dat vereist samen werken:
lokaal, regionaal en interdepartementaal; met alle betrokken partners:
organisaties zoals die van u, met professionals zoals u. Ik ben dan ook
blij dat we vandaag praten over de nieuwe beleidsplannen voor het
voortgezette programma huiselijk geweld. Want u weet als geen ander wat
er speelt, wat er nodig is; u staat met twee benen in de praktijk, u
ontmoet de mensen waar het om gaat en u helpt ze er waar mogelijk
doorheen. Uw inbreng is dan ook onmisbaar als we een brug willen slaan
tussen praktijk en beleid.
Speerpunten voortgezette aanpak huiselijk geweld
Waaruit bestaat die krachtige aanpak? We gaan huiselijk geweld op meer
fronten tegelijk en doorlopend aanpakken. En omdat niet alles tegelijk
kan kiezen we hierbij een aantal speerpunten. Die loop ik even met u
langs.
Gegevensuitwisseling, privacy en beroepsgeheim
Om te beginnen het speerpunt gegevensuitwisseling in het licht van
privacy en beroepsgeheim. We moeten zoals gezegd samenwerken in de
aanpak van huiselijk geweld, en daarvoor is uiterst noodzakelijk dat we
kennis en informatie met elkaar delen. Kennis, weten wat er speelt, is
macht. En die macht is nodig bij het aanpakken van iets zo hardnekkig
en ingrijpend als huiselijk geweld. Want wat gebeurt er als we geen
informatie delen en niet over de eigen schutting durven te kijken? Dan
ontstaat er een gefragmenteerd beeld van hulpverleners die zonder
onderling overleg of afstemming zich elk richten op één separaat
probleem, vaak zonder oog voor het huiselijk geweld. En dan kan het
vreselijk misgaan, zo mogen we regelmatig lezen in de kranten. Om
huiselijk geweld te bestrijden moeten we de bestaande schotten tussen
de hulpverlening aan volwassenen en de jeugdhulpverlening doorbreken.
Anders beschermen we geweld, in plaats van de slachtoffers, en doen we
ook de plegers tekort. Uiteraard verdient de privé-sfeer van burgers
bescherming. Maar die bescherming is nadrukkelijk niet bedoeld om
geweld af te dekken en zo menselijk lijden en strafrechtelijk
verwijtbaar gedrag te laten voortduren. Dat zal u met mij eens zijn.
Ik weet dat gegevensuitwisseling een gevoelig punt is, dat u worstelt
met vraagstukken rondom de regels die zijn gesteld en een eigen
geheimhoudingsplicht. Want waar ligt de grens tussen wat wenselijk is
en wat mag? Dat heb ik voor u laten uitzoeken en dat heeft geresulteerd
in een aantal instrumenten die u behulpzaam moeten zijn bij uw
afwegingen . We zullen de komende tijd goed volgen of deze
instrumenten ook gebruikt worden en of ze de vragen in het veld
voldoende beantwoorden. Zo nodig zal er gekeken worden naar aanvullende
instrumenten. Want het is ontzettend belangrijk dat u zonder twijfels
en onnodige voorbehouden, gezamenlijk één sterke keten vormt,
waarbinnen informatie wordt gedeeld, om zo slachtoffers en plegers in
beeld te krijgen en het geweld te stoppen. Om de problematiek van
huiselijk geweld systematisch de kop in te drukken. Zo vroeg mogelijk,
bij voorkeur zelfs preventief.
Speerpunten: preventie en vroegsignalering
Dat brengt mij op een ander belangrijk speerpunt; preventie en
vroegsignalering. Voorkomen is immers beter dan genezen. Denk aan
opvoedingsondersteuning, deskundigheidsbevordering bij professionals
zodat zij eerder signaleren, en denk aan voorlichting via
publiekscampagnes. Maar het gaat ook om preventief ingrijpen bij de
dreiging van huiselijk geweld. Dat is geregeld in het Wetsvoorstel
tijdelijk huisverbod dat op 20 september jl. met algemene stemmen door
de Tweede Kamer is aangenomen en waarschijnlijk volgend jaar in werking
zal treden.
- Tijdelijk huisverbod bij huiselijk geweld
Onlangs liepen de drie pilotprojecten implementatie huisverbod af in
Amsterdam, Groningen en Venlo. Daarbij zijn 63 huisverboden opgelegd en
deze hebben enorm veel bruikbare informatie opgeleverd voor de
landelijke implementatie. De voor het huisverbod ontwikkelde
instrumenten zijn in de pilots getest. De resultaten hiervan worden op
dit moment bestudeerd. Op het moment dat de wet klaar is krijgt u het
complete instrumentarium van ons aangeleverd in een `toolkit'.
Wat ik u alvast kan vertellen over de ervaringen in de pilots is dat
het huisverbod een vergrootglas legt op de samenwerking tussen de
ketenpartners en de eventuele gebreken daarin. Het huisverbod is
onuitvoerbaar zonder samenwerking. Er moet in een korte tijd
doortastend worden doorgepakt. Wanneer de lijnen niet kort genoeg zijn,
of onvoldoende aansluiten, dan verdwijnen gezinnen in de mazen van het
net, of liever, van de keten. Het huisverbod zal, zeker in de eerste
periode, veel van uw inzet en toewijding vergen. U staat daarin niet
alleen; er wordt op dit moment een implementatieteam huisverbod
opgericht dat vanuit de overheid sturing en ondersteuning zal bieden
aan de processuele kant van die implementatie.
- Kinderen als getuige van huiselijk geweld
We gaan in het kader van preventie ook veel aandacht geven aan de
maatregelen voor kinderen die als getuige zijn blootgesteld aan
partnergeweld. Uit recente gegevens blijkt dat meer dan de helft van de
geweldsincidenten zich voordoet in gezinnen met kinderen, waarbij in
een kwart van die gevallen de kinderen getuige zijn geweest van het
geweld. Cijfers uit het buitenland wijzen op nog hogere aantallen:
zeker 80% van de kinderen in gezinnen met partnergeweld is daar oog- en
of oorgetuige van. Meisjes die als kind zijn blootgesteld aan
partnergeweld tegen hun moeder lopen een vergroot risico om in hun
volwassen leven zelf slachtoffer te worden, terwijl jongens eerder
plegers worden. En zo zet het geweld zich generatie op generatie voort.
Voor deze, ik zou bijna zeggen vergeten groep, zijn inmiddels in
diverse regio's zogenoemde `Kindsporen' opgezet, waarbij verschillende
ketenpartners deze kinderen samen een hulptraject bieden en in beeld
houden. We willen nog meer aandacht voor deze kinderen, want als we
huiselijk geweld echt willen voorkomen, dan zullen we de slachtoffers
en plegers van de toekomst de handvatten moeten bieden om hun leven op
een ander spoor te zetten. Anders blijft het dweilen met de kraan open.
Speerpunten: effectiviteit gedragsinterventies huiselijk geweld
Een ander speerpunt betreft de effectiviteit van gedragsinterventies.
In de afgelopen jaren zijn we overspoeld door een ware golf van
interventies bij huiselijk geweld. Bijvoorbeeld op het gebied van
plegerhulpverlening. Deze interventies zijn uiteraard met de meest
goede bedoelingen ontwikkeld, maar zicht op effectiviteit is er niet of
nauwelijks. Om die reden zal de komende tijd een selectie gemaakt
worden van de meest veelbelovende interventies die vervolgens getoetst
worden op effectiviteit. De interventies die hun belofte het meest waar
kunnen maken zullen daarna met voorrang onder de aandacht worden
gebracht.
Overige aandachtspunten voor de komende jaren
Er zijn natuurlijk veel meer aandachtspunten voor het beleid voor de
komende jaren. Denk aan het verbeteren van hulpverlening en opvang van
slachtoffers, casuïstiek overleg en casemanagement.
Verder zijn wij van plan om op zoek te gaan naar nieuwe partners in de
aanpak van huiselijk geweld. Waarbij we de blik richten op het
bedrijfsleven. Huiselijk geweld vormt in Amerika een belangrijke
oorzaak voor ziekteverzuim van werknemers, dat maakt betrokkenheid bij
de aanpak van huiselijk geweld op zijn minst interessant voor het
bedrijfsleven. Naast de school kan ook het werk een rol spelen in de
vroegsignalering. Er zal in de komende tijd onderzocht worden hoe de
situatie in Nederland is en hoe het bedrijfsleven een bijdrage zou
kunnen leveren om huiselijk geweld te voorkomen en te bestrijden.
Naast het zoeken naar nieuwe partners in de aanpak, zal het kabinet ook
mogelijkheden zoeken en benutten om de samenwerking met bestaande
partners te verbeteren. Zo hebben de G4 recentelijk een concept
actieplan aanpak huiselijk geweld voorgelegd vol met lovenswaardige
plannen en ideeën. Daarin wordt onder meer een voorstel gedaan voor een
landelijke modelaanpak zodat iedere burger, ongeacht de plaats waar hij
of zij zich bevindt, gebruik kan maken van eenzelfde aanbod om uit een
situatie van huiselijk geweld te kunnen komen. Ik ga in overleg met de
G4 om te kijken welke punten uit hun plan wij samen kunnen aanpakken.
Tot slot wil ik u meegeven dat er de komende periode intensief zal
worden ingezet op het bereik van allochtonen in de aanpak van huiselijk
geweld. We moeten ook bij gewelddadige allochtone gezinnen een stevige
voet tussen de deur zien te krijgen. En die voet gaat er komen!
Dames en heren, er is heel hard gewerkt de afgelopen jaren en we hebben
samen een enorme slag gemaakt. Het is duidelijk dat er nog veel moet
gebeuren maar ook dat er veel, heel veel is bereikt. En het is
duidelijk dat dit nooit was gelukt zonder uw deskundigheid, inzet en
toewijding. Ik wil u daarvoor zeer hartelijk danken!
Maar we zijn er zoals gezegd nog lang niet want huiselijk geweld is,
ondanks onze inspanningen, nog altijd de meest voorkomende vorm van
geweld in Nederland. We moeten verder, het is tijd voor de volgende
fase in de aanpak van huiselijk geweld. Een fase waarin we, meer nog
dan nu, moeten samenwerken. Wanneer we ieder op ons eigen niveau maar
wel in gezamenlijkheid de strijd aanbinden tegen huiselijk geweld, dan
heb ik er alle vertrouwen in dat wij over een paar jaar kunnen
terugkijken op een vruchtbare periode. Het is het bekende verschijnsel
van het ene breekbare twijgje dat samengebonden met vele anderen een
sterke bezem vormt. Dat is de enige manier om huiselijk geweld krachtig
aan te pakken!
Dank u wel.
Henk Ferwerda; `Met de deur in huis. Omvang, aard,
achtergrondkenmerken en aanpak van huiselijk geweld in 2006', Advies-
en Onderzoeksgroep Beke, Arnhem/Dordrecht, september 2007.
T. van dijk, S. Flight, E. Oppenhuis & B. Duesmann; `Huiselijk
geweld; Aard, omvang en hulpverlening', Intomart Sociaal
Wetenschappelijk Onderzoek, 1997.
Kabinetsnota `Privé geweld - publieke zaak', Ministerie van
Justitie, april 2002
Die instrumenten zijn: de folder `Horen, zien en zwijgplicht?
Wegwijzer huiselijk geweld en beroepsgeheim', Tekstbureau Alfa,
Ministerie van Justitie, juli 2007, het modelconvenant
gegevensuitwisseling en huiselijk geweld en een webapplicatie, zie
www.huiselijkgeweldenberoepsgeheim.nl.
P.Baeten & E. Geurts; `In de schaduw van het geweld. Kinderen die
getuige zijn van geweld tussen hun ouders', NIZW, 2002. Sietske
Dijkstra; `Kinderen die getuige zijn van geweld tussen hun ouders. Een
basisverkenning van korte en lange termijn effecten', In opdracht van
Ministerie van Justitie, Den Haag/Bilthoven, 2001. Te downloaden op
www.huiselijkgeweld.nl
Afzender
* Ministerie van Justitie
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051