Ingezonden persbericht


PERSBERICHT - 22 september 2010

Advies van Commissie Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leiden: `Leiden dient regie te voeren over inpassing RijnGouwelijn'

Op woensdag 22 september heeft de Commissie Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leiden haar advies met de titel `Sleutel tot een stap voorwaarts' overhandigd aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden. De hoofdlijn van het advies is dat niet meewerken aan of ontbinding van de bestuursovereenkomsten bestuurlijk niet wenselijk noch noodzakelijk is en juridisch niet haalbaar is, dat de gemeente Leiden meewerkt aan het realiseren van het hoogwaardig openbaarvervoersconcept van de RijnGouwelijn, de regie neemt over inpassing over haar grondgebied en hierover in gesprek gaat met de provincie Zuid-Holland.

De Commissie Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leiden is in juni 2010 ingesteld door het College van B&W van de gemeente Leiden. Deze onafhankelijke commissie bestaat uit de heer mr. B. Staal (voorzitter), de heer prof.dr. B.J. Schueler en de heer prof.dr. P. Nijkamp. Vraag aan de Commissie was om na te gaan hoe hoogwaardig openbaar vervoer in en om Leiden kan worden bevorderd, in relatie tot de standpuntbepaling door Leiden rond de RijnGouwelijn, en om aan te geven wat hierin de juridisch-financiële positie is van de gemeente Leiden. De hoofdlijn van het advies van de Commissie is dat niet meewerken aan of ontbinding van de bestuursovereenkomsten bestuurlijk niet wenselijk noch noodzakelijk is en juridisch niet haalbaar is, dat de gemeente Leiden meewerkt aan het realiseren van het hoogwaardig openbaarvervoersconcept van de RijnGouwelijn, de regie neemt over inpassing over haar grondgebied en hierover in gesprek gaat met de provincie Zuid-Holland. De Commissie stelt vast dat de gemeente Leiden geen bezwaar heeft tegen de RijnGouwelijn als regionaal vervoersconcept. De bijdrage die een dergelijke hoogwaardige openbaarvervoerverbinding biedt aan breed gedragen lokale en regionale (bereikbaarheids)doelstellingen, staat niet ter discussie. Ook stelt de Commissie vast dat, indien de gemeente Leiden geen bestemmingsplan zou vaststellen dat de RijnGouwelijn planologisch mogelijk maakt, de provincie zeer waarschijnlijk gebruik zal maken van haar bevoegdheid om via een inpassingsplan de RijnGouwelijn door Leiden te realiseren. Dit maakt dat de Commissie als uitgangpunt heeft genomen dat de RijnGouwelijn, hetzij door de gemeente, hetzij door de provincie, wordt gerealiseerd over het grondgebied van de gemeente Leiden. De Commissie onderkent dat sprake is van recente ontwikkelingen op onder meer ruimtelijkeconomisch en vervoerskundig gebied, die gevolgen kunnen hebben voor de RijnGouwelijn. Voorbeelden hiervan zijn wijzigingen in het bouwvolume en realisatietempo van woningen en kantoren op locaties langs het voorgenomen tracé van de RijnGouwelijn en de verwachte



intensivering van de NS-dienstregeling op onder meer het tracé Leiden - Alphen aan den Rijn ­ Gouda. De Commissie ziet in deze ontwikkelingen echter onvoldoende juridische grond voor de gemeente Leiden om de afgesloten bestuursovereenkomsten te kunnen ontbinden. Wel vormen de ruimtelijk-economische en vervoerskundige ontwikkelingen voldoende aanleiding voor de gemeente Leiden om het bestuurlijke gesprek met de provincie Zuid-Holland aan te gaan. De Commissie acht het wenselijk dat gemeente en provincie komen tot een gezamenlijke oplossing en aanpak, om verdere escalatie van het conflict te voorkomen. Vertrekpunt voor een gezamenlijke oplossing ligt in een door Leiden op te stellen geactualiseerde strategische visie op de Leidse (binnen)stad en het op basis hiervan maken van gezamenlijke afspraken over de ruimtelijke inpassing van de RijnGouwelijn in Leiden. Leiden dient bij het ontwikkelen van deze visie ook haar bestuurlijke verantwoordelijkheid als centrumstad in de regio te nemen. Tot slot wijst de Commissie erop dat tot nu toe geen afweging van de milieueffecten van het totale tracé, van tracéalternatieven en van andere vormen van hoogwaardig openbaar vervoer heeft plaatsgevonden. De Commissie adviseert het College van B&W wat dit betreft het zekere voor het onzekere te nemen en een MER (milieueffectrapport) op te stellen, alvorens het bestemmingsplan voor te leggen aan de gemeenteraad. Het volledige rapport `Sleutel tot een stap voorwaarts' van de Commissie Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leiden is te vinden op www.leiden.nl/commissieHOVL

Noot voor redacties

NOOT VOOR DE REDACTIE ­