Universiteit van Tilburg

Persbericht 15 september 2010

Kans op zeepbellen in financiele markten blijft bestaan

De kans dat er zeepbellen ontstaan in financiële markten is afhankelijk van het vermogen van de markt om de waarde van producten correct weer te geven. De benodigde informatie daarvoor wordt echter nog niet goed gebundeld. Dat is een van de conclusies van Owen Powell, die op 22 september aan de Universiteit van Tilburg promoveert op zeepbellen in financiële markten.

Dat er op de financiële markten van tijd tot tijd zeepbellen ontstaan is bekend. Van een zeepbel is sprake wanneer de prijzen van een activum, bijvoorbeeld een aandeel, veel te hoog is vergeleken met de fundamentele waarde ervan. Hoe zeepbellen eindigen is ook geen vreemd fenomeen: met een crash. Vaak leidt een crash tot chaos en zijn er ook gevolgen voor andere sectoren van de economie dan de financiële markt. Het begrijpen van zeepbellen in de markt is dus cruciaal voor de verbetering van stabiliteit en welvaart.

In zijn proefschrift Essays on Experimental Bubble Markets onderzocht Owen Powell wanneer en waarom de zeepbellen ontstaan. Hij concludeerde dat zeepbellen op verschillende momenten en in verschillende fases van business cyclus kunnen ontstaan. De kans op een zeepbel is groter wanneer de fundamentele waarde van een product daalt dan wanneer die stijgt. Wanneer bedrijfswinsten bijvoorbeeld afnemen zouden de aandelenkoersen mee moeten dalen. Dat gebeurt echter heel langzaam, waardoor het verschil tussen de fundamentele waarde en de marktprijs almaar groter wordt en er een zeepbel ontstaat. Uiteindelijk passen de prijzen zich wel aan. Vaak is de daling fors en snel, wat ook bekend staat als een crash. Als de bedrijfswinsten stijgen, passen de aandelenkoersen zich sneller aan, waardoor het verschil tussen de koers en de fundamentele waarde niet veel toeneemt. Daardoor is de kans op een zeepbel kleiner.

Informatie bundelen
De recente ontwikkelingen in de wereldeconomie laten volgens Powell zien dat er serieuze vraagtekens te plaatsen zijn bij het vermogen van de markten om alle beschikbare informatie te bundelen en zo signalen af te geven over de relatieve waarde van goederen en diensten. Daaruit blijkt dat er geen garanties bestaan dat de prijzen op de markten de fundamentele waarde van een product correct weergeven. Er bestaat zelfs geen garantie dat de markten dat bij benadering correct zullen doen. Zeepbellen zijn voorlopig dus nog geen verleden tijd.