Rijksoverheid


2010Z12538

Antwoorden van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op vragen van de leden Elissen en Brinkman (beiden PVV) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat de brandweer C2000 beu is (ingezonden 9 september 2010).

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht Brandweer is C2000 beu? Antwoord 1:
Ja, daar ben ik mee bekend. Ik heb ook kennis genomen van het bericht van de NVBR waarin zij afstand neemt van de vakorganisaties; dat er sprake zou zijn van een gevaarlijke situatie voor brandweermensen. Er kan dus niet gesteld worden dat de brandweer C2000 beu is. Vraag 2
Bent u op de hoogte van het feit dat ten minste vijf brandweerkorpsen, vanwege de slechte kwaliteit van C2000, zijn overgegaan op de 'oude' analoge communicatie via portofoons? Zo ja vindt u dit aanvaardbaar en wat gaat u er aan doen om zo snel mogelijk de veiligheid van brandweerpersoneel te garanderen en een uniforme landelijke werkwijze te herstellen? Antwoord 2:
In deze vraag wordt het functioneren van de digitale portofoons bij een binnenhuisoptreden gelijk gesteld aan het functioneren van C2000 als geheel. Voor de goede orde; bij een binnenhuisoptreden wordt geen gebruik gemaakt van het C20003netwerk maar van Direct Mode Operation (DMO), het zend en ontvangstvermogen van de digitale portofoon zelf. Voor de beantwoording van uw vraag is het wenselijk deze twee onderwerpen te scheiden. Zoals ook in de hoorzitting van de Tweede kamer d.d. 19 november 2009 door velen is benadrukt, werkt het C20003netwerk onder normale omstandigheden naar tevredenheid van de gebruikers. Uit het onderzoek van de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar de Poldercrash blijkt tevens dat het netwerk bij grootschalige incidenten in technisch opzicht goed heeft gefunctioneerd. Uw oordeel over de slechte kwaliteit van C2000 deel ik dan ook niet. Voor wat betreft het gebruik van de analoge portofoons meld ik u het volgende. Ik ben op de hoogte van het feit dat er vijf brandweerkorpsen voor binnenhuiscommunicatie zijn overgegaan op het gebruik van de oude analoge portofoons. Ik vind dit niet aanvaardbaar. Ik deel uw zorg over de veiligheid van het brandweerpersoneel maar ik acht de oplossing van een terugval naar de oude analoge portofoons geen toekomstvaste optie.
Ik heb dan ook in oktober 2009 in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Brandweer en Rampenbestrijding de opdracht gegeven tot onderzoek naar de mogelijkheden om het gebruik van digitale portofoons te verbeteren voor binnenhuisgebruik. Het onderzoek is begeleid door een klankbordgroep samengesteld uit vertegenwoordigers van het veld. In de klankbordgroep waren ook vertegenwoordigers van de korpsen betrokken die problemen hebben ervaren met hun digitale portofoons en over zijn gegaan op analoge portofoons. De Vereniging van Brandweer Vrijwilligers heeft aangegeven niet te willen participeren in het onderzoek omdat zij onvoldoende vertrouwen had in de opzet van het onderzoek.
De eerste fase van het onderzoek is afgerond. Daarin is een aantal belangrijke constateringen gedaan. De belangrijkste constatering is dat de nieuwe generatie digitale portofoons beter functioneert dan de in gebruik zijnde portofoons. Elk korps dat op dit moment dus problemen ervaart met de digitale portofoons bij het binnenhuisoptreden heeft dus nu reeds de mogelijkheid om verbeterde portofoons aan te schaffen.
In de tweede plaats adviseren de onderzoekers de samenwerking tussen de korpsen te intensiveren. Zo zouden de digitale portofoons verder kunnen worden verbeterd indien de brandweerkorpsen gezamenlijk functionele eisen zouden specificeren en als collectief de markt zouden benaderen. De kans dat de leveranciers op de brandweer eisen toegespitste portofoons zal aanbieden neemt daardoor sterk toe. Ten slotte adviseren de onderzoekers een aantal concrete technische en organisatorische verbetermaatregelen om het gebruik van digitale portofoons binnenhuis te verbeteren.
Bij de start van het C20003project is met het veld overeengekomen dat de aanschaf en het beheer van de randapparatuur een verantwoordelijkheid is van het veld. Het is tegen deze achtergrond dat ik naar aanleiding van de bevindingen van de Expertgroep C2000 met het Veiligheidberaad (VB) ben overeengekomen dat het verder verbeteren van de digitale portofoons en intensivering van de samenwerking om tot een uniforme landelijke werkwijze te komen onder regie van het Veiligheidberaad zal plaatsvinden in het kader van het verbeterproject Randapparatuur. Vraag 3
Is u bekend dat bij het destijds ten behoeve van de aanbesteding opgestelde programma van eisen en in het uiteindelijk gesloten contract slechts een eis van 95 procent buitenhuisdekking is opgenomen en geen eis van binnenhuisdekking? Zo ja deelt u de mening dat dit een grove fout is geweest omdat men kennelijk concessies heeft gedaan ten koste van de veiligheid? Zo, nee kunt u dan dit als nog verifiëren en motiveren waarom men destijds tot deze onverantwoorde keuze is gekomen.
Antwoord 3:
Ja, het programma van eisen is mij bekend.
Het programma van eisen is bij de start van het C20003project in goed overleg met het veld opgesteld. De eisen met betrekking tot buitenhuisdekking zijn door het rijk overgenomen en gerealiseerd. De buitenhuisdekking van 95% 'naar tijd en plaats gemeten bij een portofoon op heuphoogte gedragen' vormde een aanzienlijke verbetering ten opzichte van de buitendekking die werd geleverd door de oude analoge netwerken. In de eerste plaats wordt door C2000 niet alleen voorzien in mobilofoondekking maar ook in portofoondekking. In de tweede plaats is het dekkingspercentage van 95% aanzienlijk hoger dan het dekkingspercentage van de oude analoge netwerken. En ten slotte is er voor het eerst sprake van één volledig landelijk dekkend radionetwerk voor zowel brandweer, ambulancezorg, politie als de KMAR. Een dergelijk dekkingspercentage is dus geen grove fout maar een aanzienlijke verbetering van de kwaliteit van de radiocommunicatie.
Overigens is door het bijplaatsen van opstelpunten de buitenhuisdekking van C2000 opgelopen tot 97,4 %. Dit is in een brief gemeld aan de Kamer in februari 2010 (kenmerk 25124 nr. 64). Dit percentage zal in de komende jaren verder toenemen in het kader van het project Wegwerken DIPP3lijst.
C2000 biedt geen garantie ten aanzien van binnenhuisdekking. Dat is bij de aanbesteding van het netwerk in overleg met het parlement ook zo afgesproken. Voor communicatie bij een binnenhuisoptreden zijn er drie opties:
1. C2000 levert door de plaats van de dichtstbijzijnde mast binnenhuisdekking in de in de buurt liggende gebouwen;

2. Bij bepaalde locaties zoals tunnels en voetbalstadions zijn speciale voorzieningen aangebracht zodat er binnenhuisdekking aanwezig is;

3. In alle overige objecten wordt net zoals vroeger bij de oude analoge netwerken gebruik gemaakt van de zend3 en ontvangstmogelijkheden van de portofoons. Volgens onze gegevens zijn in ongeveer 200 gebouwen in Nederland voorzieningen aangebracht om te voorzien in binnenhuisdekking. Onder leiding van het veiligheidsberaad en in overleg met de VNG wordt momenteel gekeken naar aangescherpte criteria voor bepaalde situaties, waarbij de eigenaar van een gebouw verplicht kan worden om te voorzien in binnenhuisdekking. Een landelijk netwerk dat volledige binnenhuisdekking zou moeten garanderen is technisch zeer complex. De totale kosten voor de ontwikkeling en de exploitatie van C2000 zouden sterk toenemen. Deze initiële kosten zijn toen niet gespecificeerd maar worden geschat op een aantal honderden miljoenen. Om die reden is bij de aanbesteding van C2000 besloten om de reeds bestaande werkwijze te continueren en te kiezen voor een buitenhuisdekkend radionetwerk. Met deze beleidslijn ten aanzien van binnenhuisdekking wordt naar mijn oordeel een optimum bereikt tussen wat technisch mogelijk is en financieel haalbaar. Deze beleidslijn is niet uniek maar wordt ook in het buitenland gehanteerd. Er zijn op dit moment meer dan 106 landen met een op de Tetra3standaard gebaseerd radionetwerk zoals C2000. In geen van deze landen wordt voorzien in landelijke binnenhuisdekking. Vraag 4
Deelt u de mening dat het een blunder is geweest, om bij een kapitale investering/ aanbesteding zoals C2000, onvoldoende rekening te houden met de wensen en eisen uit het werkveld. Zo ja, wat gaat u doen om dit soort blunders in de toekomst te voorkomen? Zo neem waarom niet? Antwoord 4:
Ik deel uw mening niet dat er onvoldoende rekening is gehouden met de wensen van gebruikers. Er is in goed overleg met vertegenwoordigers uit het veld gezocht naar wat technisch mogelijk was en ook financieel haalbaar. Daarbij is een aanzienlijke verbetering in de radiocommunicatie voor de diensten binnen de openbare orde en veiligheid bereikt. Vraag 5
Kunt u aangeven hoeveel investeringen er nog nodig zijn is om er op welke termijn u de kwaliteit van C2000 zodanig kunt optimaliseren en garanderen, zodat er geen onveilige situaties meer kunnen ontstaan voor uitvoerend personeel en in ieder geval de binnenhuisdekking geregeld is. Antwoord 5:
Het beleid van het ministerie van BZK is niet gericht op het realiseren van landelijk binnenhuisdekkend netwerk maar op het in samenwerking met het Veiligheidsberaad en alle overige betrokken organisaties verbeteren van de digitale portofoons ten behoeve van het binnenhuisoptreden. Tevens richt BZK zich op het aanscherpen van het zogenaamde SCL3beleid, dat gericht is op de dekking op speciale locaties zoals tunnels en stadions. In mijn aan de Tweede kamer van 10 februari 2010 met kenmerk 25 124, nr. 64 heb ik de projecten uiteengezet die ik voornemens ben te realiseren alsmede de projecten die onder verantwoordelijkheid van het Veiligheidsberaad door het veld zullen worden uitgevoerd. Ik heb het veiligheidsberaad verzocht om bij het indienen van de voorstellen de financiële consequenties in beeld te hebben gebracht. Ik zal u hierover te zijner tijd nader informeren.
Vraag 6
Welke maatregelen heeft u genomen of gaat u nemen om de ambtenaren (incluis de ambtelijke top), die destijds verantwoordelijk waren voor de aanbesteding en contractafspraken, af te rekenen op hun disfunctioneren in deze kwestie.
Antwoord 6:
Uit de beantwoording van de bovenstaande vragen kunt u afleiden dat hier geen sprake is geweest van disfunctioneren van de ambtenaren inclusief hun ambtelijke top. De uitvoering is geheel verlopen conform de politieke beslissingen van de toenmalige bewindslieden. Dit is ook gemeld aan3 en geaccordeerd door3 uw Kamer.
Er is onder hun leiding een aanzienlijke verbetering in de radiocommunicatie ten behoeve van de OOV3sector gerealiseerd. En het is de inzet van alle betrokkenen om in een goede samenwerking verdere verbeteringen te realiseren.
Vraag 7
Kunt u nagaan in hoeverre C2000 voldoet aan de eisen die vanuit de Europese Unie in het kader van de zogenaamde kritieke infrastructuur aan dit soort communicatiemiddelen worden gesteld ten behoeve van harmonisatie, afstemming en Europese samenwerking. Antwoord 7:
In Europees verband is overeengekomen om voor de OOV3radiocommunicatie gebruik te maken van de zogenaamde Tetra3standaard. Daarbij is ook de frequentieband voor de OOV3sector in Europees verband geharmoniseerd (380 - 400 MHz). C2000 is gebaseerd op de tetrastandaard en voldoet aan de eis van de frequentieband.
Tevens wordt in het kader van het verdrag van Schengen voldaan aan de eis dat grensoverschrijdende communicatie tot 10 kilometer over de grens mogelijk is. Ten slotte wordt gewerkt aan de mogelijkheid om de verschillende landelijke netwerken te koppelen. Deze koppeling is in voorbereiding. Voor het overige zijn er geen nadere eisen in Europees verband.
Vraag 8
Kunt u een vergelijkingsonderzoek doen naar digitale systemen die in ons omringende landen door hulpdiensten worden gebruikt en bent u op basis daarvan bereid tot heroverweging of aanpassingen over te gaan.
Antwoord 8:
Uiteraard volg ik de internationale ontwikkelingen op dit domein. In de ons omringende landen België, Duitsland, Engeland wordt de Tetra standaard gebruikt of een landelijk communicatie3 netwerk op basis van de Tetra3standaard (lees C2000) ten behoeve van één of meer hulpverleningsdiensten ingevoerd (Duitsland). In de Oost3Europese landen worden plannen gemaakt in welk tempo zij de Tetra3standaard landelijk zullen invoeren. Hongarije heeft inmiddels een landelijk dekkend Tetra3netwerk uitgerold. Ik ben dan ook niet genegen om tot heroverweging van het gebruik van de Tetra3standaard over te gaan. Te meer daar onze belangrijkst buurlanden en een groot aantal ander landen geheel of gedeeltelijk Tetra gebuiken voor hun hulpverleningsdiensten.