Rijksoverheid
Datum 23 september 2010
Betreft opzet incidentonderzoek IGZ
Geachte voorzitter,
In het Algemeen Overleg Medische Zorg Asielzoekers op 9 september 2010 heb ik
toegezegd uw Kamer te informeren over de opzet van het onderzoek dat de
Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is gestart naar de dood van een
zwangere Somalische vrouw in het asielzoekerscentrum (AZC) van Leersum. In
deze brief zet ik de opzet van het onderzoek naar dit incident uiteen.
De inspectie acht het van belang dat helder wordt wat er gebeurd is in het AZC
van Leersum mede in relatie tot de kwaliteit van de gezondheidszorg aldaar. De
inspectie beschouwt de melding als een calamiteit zoals genoemd
in de Kwaliteitswet Zorginstellingen en doet onderzoek conform de 'Leidraad
Meldingen'. In deze leidraad, welke als bijlage is bijgevoegd, worden de
onderzoeksmogelijkheden van de IGZ beschreven.
Het IGZ:onderzoek naar het incident loopt op dit moment. Aan alle bij het
incident betrokken partijen is gevraagd om onderzoek te doen naar wat gebeurd is
inclusief een analyse, conclusies en te nemen maatregelen. Allen rapporteren
aan de inspectie hierover. De inspectie betrekt in haar onderzoek ook de rol
van de COA:medewerkers (niet:medische gidsfunctie) hoewel zij daar strikt
genomen geen toezicht op heeft. Het COA zal op dezelfde wijze onderzoek doen
en aan de inspectie rapporteren. De inspectie zal eveneens de echtgenoot van de
overleden Somalische vrouw horen.
Op basis van de informatie die de inspectie op deze wijze van alle betrokken
partijen krijgt kan de inspectie beslissen tot aanvullende vragen, tot het verrichten
van eigen onderzoek of kan gekomen worden tot een eindrapport met conclusies
en aanbevelingen. Inmiddels heeft de inspectie de rapportages van de betrokken
partijen ontvangen. Naar aanleiding van deze informatie heeft de inspectie
besloten eigen aanvullend onderzoek te doen.
Het rapport van de inspectie wordt in het najaar verwacht. Uw Kamer heeft mij
gevraagd specifieker aan te geven op welke termijn de resultaten bekend zijn.
Omdat het nu nog niet duidelijk is wat het aanvullend onderzoek door de IGZ
oplevert, kan ik u hierop geen concreet antwoord geven.
Ik vertrouw erop dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink