Ingezonden persbericht

PERSBERICHT

Utrecht, 23 september 2010

Wet Tijdelijk Huisverbod moet eerder geëvalueerd worden

MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening (W&MD) pleit voor een beter vervolgtraject binnen de Wet Tijdelijk Huisverbod en een eerdere evaluatie. Die evaluatie staat nu gepland voor 2014. De Wet Tijdelijk Huisverbod heeft effect omdat het huiselijk geweld in een crisissituatie acuut stopgezet wordt. Bij huiselijk geweld kan de burgemeester een time-out afdwingen en de pleger tien dagen de toegang tot zijn of haar huis ontzeggen. In die afkoelingsperiode wordt hulpverlening opgestart. Maar in de vervolghulp na de tien dagen van het Tijdelijk Huisverbod gaat nog te veel mis. Politie en hulpverlening zien de knelpunten en vinden dat de kosten en moeite wel moeten resulteren in blijvend effect.

Eerdere evaluatie Wet Tijdelijk Huisverbod
MOgroep W&MD pleit voor eerdere evaluatie van de Wet Tijdelijk Huisverbod, dan pas in 2014 zoals nu is voorzien. De Wet heeft effect, maar kost veel extra mankracht. Het is daarom des te belangrijker dat een ingezet traject uiteindelijk ook echt structureel resultaat heeft. Anders blijft het duur dweilen met de kraan open. De kosten moeten immers wel baten opleveren op de lange termijn.

Tijdelijk Huisverbod werkt in de eerste tien dagen
Tussen de invoering van het Tijdelijk Huisverbod in januari 2009 en juli 2010, is het Tijdelijk Huisverbod 3414 keer toegepast. Politie en hulpverlening werken beter samen en de samenwerking tussen politie en Advies & Steunpunten Huiselijk Geweld (ASHG's) is sterk geïntensiveerd. Het vermindert de herhaling van huiselijk geweld. Wel ervaren zowel politie als de hulpverleningsinstellingen toegenomen werkdruk.

Maatschappelijk Werk en opvang, Jeugdzorg, GGZ en verslavingszorg: ze moeten bij een tijdelijk huisverbod snel inspringen terwijl er al wachtlijsten zijn. Het blijkt wel echt effectief om in een crisissituatie het huiselijk geweld te stoppen. Het ASHG coördineert de hulpverlening na een tijdelijk huisverbod, maar constateert dan dat het vervolgtraject na die eerste tien dagen vaak stokt. Dat is frustrerend. Dat meldt ook de politie.

Knelpunten daarna
MOgroep W&MD constateert de volgende knelpunten:
. plegers zijn niet verplicht hulp te accepteren, tenzij ze strafrechterlijk vervolgd zijn, en houden zich na die tien dagen vaak niet aan de afspraken;
. een systeemgerichte aanpak, waarbij alle leden van het gezin betrokken zijn, juist ook de kinderen en niet alleen pleger en slachtoffer, ontbreekt nog. Deze aanpak kan preventief werken en voorkomt uiteindelijk dat de kinderen zelf slachtoffer of pleger worden. Goede aansluiting van vervolghulp is echt noodzakelijk;
. het ASHG heeft de tien dagen gecoördineerd, maar daarna moet de aangewezen vervolghulp op gang komen. Slachtoffers en plegers krijgen dan te maken met wachttijden en bureaucratische drempels. De coördinatie van de hulpverlening zou ook na die tien dagen door één organisatie gedaan moeten worden. Bijvoorbeeld het ASHG, zodat het ingezette dure traject Tijdelijk Huisverbod wel structureel resultaat krijgt en echt afgemaakt wordt;
. de coördinatie van de hulp en de afstemming tussen politie en de ASHG's verschilt per regio en is sterk afhankelijk van persoonlijke contacten. MOgroep W&MD wil meer uniformiteit en landelijke afspraken;
. er is nog geen goed zicht op de effecten van de Wet. Stopt deze ook op termijn het geweld en heeft de lengte van de periode waarover een huisverbod wordt opgelegd voldoende effect?
. hulpverleners krijgen te weinig steun en mogelijkheden voor trainingen en scholing op gebied van toepassing van hulpverlening bij het tijdelijk huisverbod. Een slechte zaak omdat kwaliteit van de hulpverlening essentieel is voor het succes ervan. De Commissie Opstelten heeft minister Rouvoet nog gewezen op de noodzaak van goede scholing van de hulpverleners.

Zie ook het nieuwsbericht op Sociaal Totaal: www.sociaaltotaal.nl/nieuws/veel-knelpunten-in-wet-tijdelijk-huisverbod.4497.lynkx?thema=Home