VU medisch centrum
Hoogleraar orale pathologie Isaäc van der Waal:
Je hebt elkaar nodig om tot resultaat te komen
24 september 2010
Kom niet bij hem voor een ingewikkelde kaakoperatie. 'Er zijn mensen
die tien keer beter zijn.' Een schier eindeloze lijst aan publicaties.
Maakt hem dat tot een groot onderzoeker? 'Nee hoor, ik haal geen
miljoenen binnen aan projecten.' Prof. Isaäc van der Waal, hoofd van de
afdeling mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie overziet ruim
veertig jaar aan ontwikkelingen.
Onder het mompelen van 'ijdeltuit der
ijdeltuiten' haalt hij een liber amoricum uit de kast. Verschenen bij
zijn 65ste verjaardag, toen iedereen dacht dat hij afscheid zou nemen,
gevuld met lovende bijdragen van vakgenoten over de hele wereld. 'Ach.
Eigenlijk ben je gek om voor een lezing van een half uur op en neer te
reizen naar Tokio. Maar de volgende keer zeg ik toch weer ja tegen een
dergelijke uitnodiging.' Van der Waal was bestuurslid van nationale en
internationale beroepsverenigingen, ontving een eredoctoraat in
Boedapest, een lintje van Hare Majesteit, was tien jaar hoofdredacteur
van het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde , leidde tientallen
jonge collega's op. Hij komt tot volle wasdom in de breedte van het
vak. Daar waar hij patiëntenzorg, onderzoek, opleiding en onderwijs kan
verbinden. Waar hij samenwerkingsverbanden tot stand brengt, iets wat
hij als geen ander kan. 'We moeten ook wel, met een relatief kleine
afdeling', luidt het nuchtere commentaar.
Kunstneus
De aandoeningen waar het vakgebied zich op richt, variëren van
onschuldige wratjes in de mond tot mondkanker. De afdeling is altijd
sterk bij oncologie betrokken geweest, zegt Van der Waal. Zijn eigen
interesse en expertise liggen vooral bij de met het blote oog vaak
zichtbare voorstadia van mondkanker. Kun je voorkomen dat dergelijke
laesies daadwerkelijk in mondkanker overgaan?
Mondkanker is een relatief zeldzame kanker en vraagt om een
multidisciplinaire aanpak van kno-arts, kaakchirurg, plastisch chirurg,
radiotherapeut, internist-oncoloog, patholoog, radioloog,
gespecialiseerde tandarts, mondhygiënist, verpleegkundige,
maatschappelijk werker en nog vele anderen. Vandaar dat de behandeling
in een beperkt aantal centra in Nederland is geconcentreerd, waar men
in teamverband werkt. Een van die centra is VUmc. 'Kanker in je mond of
in je gezicht kan heel ingrijpend zijn. Soms is het nodig een hele neus
te amputeren. Dan gaat het team aan de slag om de neus te
reconstrueren, bijvoorbeeld door een kunstneus te maken die aan een
bril wordt vastgezet.' Er is winst geboekt in bestralingstechnieken en
nieuwe chemotherapie, maar een grote doorbraak is tot op heden
uitgebleven. 'De vijfjaarsoverlevingskans is niet heel veel beter dan
veertig jaar geleden.' Van der Waal wijt dit aan de late herkenning van
mondkanker. 'We doen wat we kunnen met specifieke nascholing aan
huisartsen en tandartsen, maar kennelijk vallen juist risicogroepen
buiten deze circuits.'
Orale pathologie
De specifieke expertise van Isaäc van der Waal ligt bij de orale
pathologie. Tot op de dag van vandaag heeft hij een kleine subafdeling
in het ziekenhuis met een eigen laborant en een secretaresse. Als zich
ergens in het land en soms zelfs daarbuiten iets ingewikkelds voordoet
op het gebied van afwijkingen in het mondgebied, gaat men ten rade bij
Van der Waal. De unieke combinatie van een brede klinische ervaring en
toegespitste expertise van microscopie heeft in de loop der jaren tot
een eigen patiëntenstroom geleid.
Spreken en kauwen
Een onderdeel dat wel een enorme ontwikkeling laat zien, ligt in de
reconstructieve sfeer. Eind jaren tachtig werd vol ongeloof gereageerd
op de eerste patiënt met een implantaat. De man was in Spanje
behandeld. "We spraken er schande van. Het was in strijd met alle
wetten van de biologie om iets kunstmatigs in te brengen in een kaak.
Nu is het een goed gecontroleerde behandeling met grote kans van
slagen, die door honderden tandartsen en kaakchirurgen wordt
uitgevoerd. Op de afdeling passen we de technieken vooral toe op
oncologiepatiënten.' Een patiënt bij wie een deel van de kaak moet
worden weggehaald, krijgt in dezelfde operatie een stuk bot uit zijn
onderbeen ingezet en daar worden in tweede instantie implantaten
ingebracht. Voor de patiënt betekent zo'n ingreep dat hij weer kan
spreken en kauwen.' Vaak leidt zo'n implantaat tot spierveranderingen.
Onderzoeksinstituut MOVE, dat gespecialiseerd is in bewegen, komt dan
in beeld als samenwerkingspartner, net als bij onderzoek naar
botvervangende middelen.
'Eind jaren tachtig werd vol ongeloof gereageerd
op de eerste patiënt met een implantaat'
Een derde speerpunt is kaakosteotomie: chirurgische correcties aan de
kaak. Bij mensen met standafwijkingen van onder- of bovenkaak, wordt
deze naar voren of achteren gezet. Een ingreep die de kwaliteit van
leven aanmerkelijk doet toenemen. Onderzoek wordt aan deze drie
zwaartepunten in de patiëntenzorg gekoppeld.
'We verzorgen specifieke nascholing over herkenning
van mondkanker aan huisartsen en tandartsen'
ACTA
Begin jaren tachtig dreigde een overschot aan tandartsen, de minister
kondigde de sluiting aan van enkele faculteiten. Om de dans te
ontspringen, besloten de twee Amsterdamse faculteiten samen te gaan. En
zo ontstond ACTA, één tandheelkundige faculteit bestuurd door twee
Colleges van Bestuur. 'Europees gezien is het een faculteit die er toe
doet', meent Van der Waal. Verschillende afdelingen van VUmc verzorgen
samen met ACTA en het AMC onderwijs en verrichten onderzoek. Deze maand
is het spiksplinternieuwe ACTA-gebouw naast de polikliniek VUmc
geopend.
bron: Synaps