Politiebond ACP

27 september 2010

Werkbezoek Zaanstreek-Waterland: `Schaalvergroting, werkdruk en nieuwe methoden'

Als waarnemend ACP-secretaris Emile van Velsen en regiobestuurder Martijn Pilon de snelweg A8 via de afslag afrijden, doemt in de verte al het hoofdbureau van de collega's uit de regio Zaanstreek-Waterland op. Het regent en de lucht is grijs. Het officieel nog zomerse werkbezoek kan van start gaan.
De bezoekende ACP'ers gingen tijdens het werkbezoek als vanouds in gesprek met collega's om de problemen en goedlopende zaken in de regio in kaart te brengen.

De bezoekende ACP'ers gingen tijdens het werkbezoek als vanouds in gesprek met collega's om de problemen en goedlopende zaken in de regio in kaart te brengen.

Nadat ook vice-voorzitter Wiep van der Pal is gearriveerd, worden de ACP'ers hartelijk ontvangen door Bas Bakker en Herman van Egdom, de vertegenwoordigers van de ACP in de regio en de ACP-vertegenwoordiging in de ondernemingsraad.

Doelmatigheid
Tegen de gewoonte in wordt de dag gestart met een gesprek met de korpsleiding. Waarnemend korpschef Joop de Schepper heeft zijn agenda aangepast om tijd in te ruimen voor het wisselen van gedachten over de politiesector en de regio Zaanstreek-Waterland in het bijzonder. Bij binnenkomst in zijn kantoor, zien de ACP'ers tussen twee buitenlandse politiepetten in een bordje op de vensterbank staan. Daarop staan de woorden: `Koester het conflict'. Emile van Velsen merkt de tekst op en vraagt naar de achtergrond. De waarnemend korpschef legt uit dat de tekst vooral niet gezien moet worden als een credo om conflicten te zoeken, maar dat conflicten als hulpmiddel dienen in de discussie om op onderwerpen scherp te blijven en met argumenten te overtuigen. Wat volgt is een pittige discussie over de schaalvergroting bij de Nederlandse politie. Joop de Schepper maakt er geen geheim van dat hij, in tegenstelling tot de stellingname van de Raad van Korpschefs, niet per se de overtuiging heeft dat schaalvergroting de oplossing is voor de problemen bij de Nederlandse politie. Vooral op het basisproces, de basispolitiezorg, is volgens hem lokale invulling noodzakelijk. De ACP'ers laten weten dat de nuance op essentiële vlakken gezocht moet worden en dat schaalvergroting niet zonder meer moet worden toegepast. Doelmatigheid moet leidend zijn.

Werkdruk
Het werkbezoek wordt vervolgd met een bezoek aan professionals die de uitvoerende politietaak op zich nemen. Zo wordt een bezoek gebracht aan de collega's van de Forensische Opsporing. Belangrijke reden voor dit bezoek is de samenwerking met Noord-Holland-Noord en Kennemerland op dit gebied. De collega's zijn lovend over de manier waarop hun expertise in Zaanstreek-Waterland is ingericht. Ook zijn ze zeer te spreken over de manier waarop de projectleiding vorm geeft aan de samenwerking. Toch zijn er ook zorgen. De piketdruk neemt grote vormen aan. Dit leidt volgens de collega's niet alleen tot sociaal ongewenste situaties, maar ook tot grote risico's voor het uit te voeren werk. Forensische opsporing legt steeds meer gewicht in zware zaken en het afbreukrisico is hoog. Door de hoge piketdruk voelen collega's zich in een spagaat gedwongen tussen professioneel handelen en collegiaal handelen. Zo komt het voor dat men `toch maar niet belt' naar de collega voor die second opinion, of gaat men toch maar alleen naar een incident waarbij eigenlijk twee rechercheurs benodigd zijn. De andere collega heeft tenslotte daarna weer een paar diensten voor de boeg. Werksituaties die al vaak leiden tot gezondheidsproblemen. Voor de ACP is dit een absoluut ongewenste situatie. Ook worden de gevolgen van de samenwerking voor andere processen besproken. Zo blijken aanrijdtijden veel langer te worden. Dit kan vervolgens weer leiden tot problemen bij de collega's van de basispolitiezorg, die veel meer tijd kwijt zijn aan PD-bewaking. Dit binnen een ook al niet te ruime bezetting.

Nieuwe eenheid
Bureau Waterlandlaan in Purmerend is die dag de volgende stop. De ACP'ers gaan langs bij de Decentrale Opsporingseenheid. Deze afdeling bestaat sinds kort en is bedoeld om meer sturing en continuïteit te geven aan de opsporingsprocessen. Collega's worden uit de basispolitiezorg gehaald en werken drie maanden lang zaken weg. Niet iedere collega is even enthousiast. Mede omdat vanuit de eenheid ook receptiediensten moeten worden gedraaid. Nu heeft men daar niet zoveel op tegen, maar wel tegen de verschraling van de eigen werkzaamheden. Zo mag men geen `aangiftes bekende dader' meer opnemen, want dan is de balie onbemand. Ook het inleveren van de onregelmatigheid en het werk op straat, waar ze bewust voor hebben gekozen, valt tegen.

Terug naar één bureau
Zorgelijk is ook het gebrek aan ruimte in het bureau. In de toekomst moeten drie teams onderdak gaan krijgen in het pand aan de Waterlandlaan. Door een bezuinigingsoperatie zijn de andere bureaus in de stad inmiddels al gesloten. Het bureau aan de Waterlandlaan wordt daarom verbouwd, maar is nog niet klaar. Met verbazing werd door de ACP-delegatie kennis genomen van de hoeveelheid collega's die nu in het gebouw moeten werken. Een concreet vooruitzicht wanneer de situatie verbetert, bleek nog niet in zicht.

Aan het einde van het werkbezoek wordt nog kort op de binnenplaats met collega's van gedachten gewisseld. Ook hier komt naar voren dat met te weinig mensen te veel moet worden gedaan. Toezicht houden op een grote kermis in de binnenstad met zes politiemensen kan volgens de collega's niet leiden tot slagvaardig optreden als dat nodig zou zijn. Toch gaat men er voor... Bij vertrek prikt het zonnetje speels door de grijze wolken.

---