Ministerie van Defensie
Inleiding
Op 24 juni 2010 heeft de Kamer de vorige brief over de stand van zaken van de
Nederlandse bijdrage aan ISAF in Afghanistan ontvangen (Tweede Kamer,
vergaderjaar 2009-2010, Kamerstuk 27925 nr. 398). Op 1 augustus 2010 droeg
Nederland na vier jaar lead nation in Uruzgan te zijn geweest deze
verantwoordelijkheid over aan het Combined Team Uruzgan (CTU). Deze stand
van zakenbrief gaat vooral in op de overdracht van taken van de Task Force
Uruzgan (TFU) aan het CTU en de voortgang van de redeployment. Tevens is een
korte appreciatie opgenomen van de situatie in Afghanistan op politiek, humanitair
en veiligheidsgebied en wordt in het kader van het transitieproces kort ingegaan
op de Nederlandse inzet in EUPOL en EGF-verband, alsmede op de voortgang van
de inventarisatie die in het kader van de motie-Peters/Pechtold door de regering is
uitgevoerd Aan uw aanvullende verzoek van 24 september 2010 inzake
voortgangsrapportage Afghanistan (2010Z13491) zal spoedigst separaat worden
voldaan.
De afgelopen jaren zijn 24 Nederlandse militairen in Afghanistan gesneuveld.
Begin september organiseerde het ministerie van Defensie een reis naar
Afghanistan voor de nabestaanden. Zij kregen de mogelijkheid om de diverse
bases te bezoeken waar hun dierbaren verbleven en werkten. De nabestaanden
van zeventien gesneuvelden hebben aan de reis deelgenomen. De regering hoopt
dat deze reis de nabestaanden steun biedt bij het dragen van hun grote verlies.
Begin september heeft de minister van Defensie tijdens een bezoek aan
Afghanistan gesproken met President Karzai, de commandant van ISAF generaal
Petraeus en de Afghaanse Minister van Defensie Wardak. Aan de laatste heeft de
minister het Ereteken van Verdienste uitgereikt voor zijn bijdrage aan een
stabieler, veiliger en welvarender Afghanistan. Alle gesprekspartners spraken met
lof over de inspanningen van Nederland de afgelopen jaren en moedigden een
nieuwe Nederlandse bijdrage aan. Generaal Petraeus verklaarde te hopen op een
substantiële bijdrage van Nederland aan de trainingscapaciteit die de NAVO nog
steeds nodig heeft in Afghanistan. De minister heeft de politieke situatie in
Nederland toegelicht en gemeld dat een besluit hierover door een volgend kabinet
zal worden genomen. De minister bracht daarnaast een bezoek aan de mannen en
vrouwen van de Redeployment Task Force (RDTF) en ondersteunende eenheden
op Tarin Kowt en Kandahar Airfield. Hij heeft namens de regering grote
waardering uitgesproken voor het werk dat daar onder moeilijke omstandigheden
wordt verricht.
Op basis van het Toetsingskader 2009 wordt de Nederlandse bijdrage aan ISAF
van 2006 tot 2010, inclusief de redeployment, geëvalueerd. Deze evaluatie zal in
de zomer van 2011 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Daarnaast zal
binnenkort een rapport van de Afghaanse NGO The Liaison Office aan de Tweede
Kamer worden aangeboden. In dit rapport wordt teruggekeken op vier jaar
Nederlandse aanwezigheid in Uruzgan.
Overdracht
TFU-CTU
De overdracht van taken, verantwoordelijkheden en kennis van de TFU aan het
CTU is voorspoedig en in goede samenwerking verlopen. Veel tijd is gestoken in
de overdacht van onze kennis over en ervaring in Uruzgan. Een belangrijk
onderdeel hiervan was het ter plekke introduceren van onze opvolgers in het
uitgebreide netwerk van lokale bestuurders, tribale leiders, religieuze leiders en
Pagina 3 van 9
Directie Veiligheidsbeleid
Error! Unknown document
property name.
DVB/CV-282/10
hulporganisaties dat Nederland in de provincie heeft opgebouwd. Daarnaast is
veel aandacht besteed aan de uitwisseling van informatie over de tribale
verhoudingen in de provincie, de veiligheidssituatie en de Nederlandse werkwijze.
Om de kennisoverdracht op bijvoorbeeld het terrein van key leader engagement
lokaal verder te ondersteunen en de infrastructurele ontwikkelingsprojecten te
begeleiden blijven nog twee medewerkers van het ministerie van Buitenlandse
Zaken op verzoek van de ISAF partners in Uruzgan werkzaam. De afgelopen
maanden is er ook intensief contact geweest met de Verenigde Staten en Australië
over hun ondersteuning van belangrijke projecten, zoals de aanleg van de weg
van Tarin Kowt naar Chora en de civiele terminal bij het vliegveld van Tarin Kowt.
Ook een aantal Nederlandse militairen blijft nog enige tijd in Uruzgan beschikbaar
voor kennisoverdracht, begeleiding en advies.
ISAF hecht eveneens aan een goede overdracht en heeft ervoor gezorgd dat CTU-
eenheden en een multinationaal Provincial Reconstruction Team (PRT) al begin juli
in Uruzgan ontplooid waren. De TFU en het daarbij horende PRT hebben daardoor
ruim de tijd gehad om de opvolgers in te werken. Het huidige multinationale PRT
zal al in november worden afgelost door een nieuw PRT dat langduriger zal
worden ingezet.
Om de overdracht aan de opvolgers in Uruzgan te bestendigen zijn tussen 28
augustus en 10 september de voormalig civiele PRT directeur en enkele militaire
leden van het laatste Nederlandse PRT naar de Verenigde Staten gereisd om hun
kennis en ervaringen te delen met het nieuwe PRT dat vanaf 1 november a.s. in
Uruzgan actief zal zijn. Hierbij is onder meer aandacht besteed aan de recente
geschiedenis en politieke ontwikkelingen in en rondom Uruzgan en aan de tribale
samenstelling van de bevolking. De samenstelling en het functioneren van het
provinciale bestuur en de relaties tussen de diverse bevolkingsgroepen kwamen
daarbij uitvoerig aan de orde. Het nieuwe Amerikaanse PRT zal vanaf november
onder civiele leiding van een Australische diplomaat de lopende werkzaamheden
kunnen voortzetten.
OS inspanningen
Afghanistan is een van de grootste partnerlanden van Nederland op het gebied
van ontwikkelingssamenwerking met een programma dat zowel een nationale
dimensie heeft als een omvangrijke projectenportefeuille in Uruzgan. De
Nederlandse inspanningen op dit gebied hebben een solide basis in Uruzgan
gelegd. Een basis waarop de Afghanen met behulp van onze opvolgers verder
kunnen bouwen. Nederland blijft ook na het vertrek van de Nederlandse militairen
in het kader van lopende contractuele verplichtingen en continuïteit tot in ieder
geval 2013 in Uruzgan hulpprogramma's op het gebied van onder meer onderwijs,
plattelands- en economische ontwikkeling steunen. Deze programma's worden
uitgevoerd samen met de partners waarmee vanaf 2006 een nauwe
samenwerkingsrelatie bestaat. Een aantal van deze partners werkt samen onder
de noemer Dutch Consortium Uruzgan (DCU). Deze groep van Nederlandse
hulporganisaties was al vóór 2006 actief in Afghanistan en beoogt ook na de
beëindiging van de Nederlandse militaire aanwezigheid actief te blijven in
Uruzgan.
Redeployment
Uitvoering redeployment
Pagina 4 van 9
Directie Veiligheidsbeleid
Error! Unknown document
property name.
DVB/CV-282/10
De redeployment verloopt voorspoedig. Het beheer van de bases bij Tarin Kowt en
Deh Rawod is inmiddels overgedragen aan andere ISAF-partners. Een groot deel
van de infrastructuur en het materieel is verkocht en een kleiner deel geschonken,
vooral aan Australië en de Verenigde Staten. Zo nemen onze opvolgers de
waterzuiveringsinstallatie, de elektriciteitsvoorziening en een groot deel van de
legering op Tarin Kowt en Deh Rawod over.
Het merendeel van het materieel wordt getransporteerd over de weg en over zee.
Ander materieel wordt uit veiligheidsoverwegingen of vanwege de gevoelige aard
van het materieel gedeeltelijk of geheel per luchttransport vervoerd. De
veiligheidssituatie rond de gebruikte routes voor de redeployment is over het
geheel genomen stabiel. De routes worden nauwlettend in de gaten gehouden. Er
hebben zich tot op heden op deze routes geen significante incidenten voorgedaan
waar RDTF-personeel bij betrokken was. Wel kan de veiligheidssituatie op
onderdelen van de route of de aard van het te vervoeren materieel leiden tot
aanpassing van het transport. Zo is besloten een groter deel van het materieel
dan eerder was voorzien gedeeltelijk door de lucht te verplaatsen teneinde de
risico's die bij transport over de weg bestaan te voorkomen. Als gevolg hiervan is
de behoefte aan luchttransportcapaciteit toegenomen.
Omvang Redeployment Task Force
Veel Nederlandse militairen zijn inmiddels teruggekeerd naar Nederland. Zo zijn
de militairen van de TFU en van Task Force 55 inmiddels allen uit Afghanistan
vertrokken. Tot 1 mei 2011 is de RDTF in Afghanistan aanwezig. Op dit moment is
de RDTF vooral actief op de multinationale basis bij Tarin Kowt. Een klein deel is
op Kandahar Air Field werkzaam. De omvang van de RDTF fluctueert, maar de
maximale omvang bedraagt ongeveer 700 militairen. Aan het einde van dit jaar
zal de omvang nog verder zijn gedaald. De omvang van de RDTF is vooralsnog
kleiner dan eerder was voorzien. Dit komt onder meer door de goede
samenwerking met het CTU, het combineren van konvooien van het CTU en van
de RDTF, en de vroege ontplooiing van de CTU-eenheden. Hierdoor is de behoefte
aan force protection binnen de RDTF afgenomen. Bijkomend voordeel van de
kleinere omvang van de RDTF is dat iedereen op de multinationale basis in Tarin
Kowt onder pantser gelegerd is.
Air Task Force
De Air Task Force zal de komende periode aanwezig blijven met vier F-16
gevechtsvliegtuigen op Kandahar Air Field. Deze beschikken onder meer over
unieke counter-IED capaciteiten. Door deze aanwezigheid en de internationale
afspraken over de steunverlening is luchtsteun voor de redeployment
gegarandeerd. Omdat kan worden gebruikgemaakt van bescherming door
eenheden van ISAF kan de inzet van de Nederlandse Apache gevechtshelikopters
medio oktober worden beëindigd. Verder zijn Nederlandse transporthelikopters
van de Air Task Force ter ondersteuning van de redeployment actief tot 1 oktober.
Gevangenen en monitoring
De RDTF behoudt gedurende de redeployment de beschikking over de tijdelijke
detentiefaciliteit op de multinationale basis Tarin Kowt. Het is echter
onwaarschijnlijk dat de RDTF hiervan gebruik zal moeten maken; tot op heden is
dit nog niet gebeurd. Het Memorandum of Understanding met de Afghaanse
autoriteiten inzake de overdracht en monitoring van gevangenen blijft
onverminderd van kracht. Op basis van dit MoU behoudt Nederland toegang tot
overgedragen gevangenen. Tot het einde van de redeployment zal het huidige
Pagina 5 van 9
Directie Veiligheidsbeleid
Error! Unknown document
property name.
DVB/CV-282/10
monitoringsregime, waarbij medewerkers van de Nederlandse ambassade alle
overgedragen gevangenen bezoeken, worden gehandhaafd. Daarna zullen de
resterende overgedragen gevangenen bezocht worden totdat deze in eerste
aanleg zijn veroordeeld dan wel vrijgesproken.
Staf- en ondersteunende bijdragen
Om de Nederlandse redeployment voldoende te kunnen ondersteunen zullen de
facilitaire, commando- en logistieke eenheden voorlopig actief blijven. Daarbij
gaat het om het Nederlandse contingentscommando en het National Support
Element (NSE) op Kandahar Air Field voor de facilitaire ondersteuning van de
Nederlandse eenheden, en om het Forward Support Element als logistiek
steunpunt op de vliegbasis Minhad in de Verenigde Arabische Emiraten. De totale
omvang van deze eenheden bedraagt momenteel ongeveer 160 militairen.
Ter ondersteuning van de Nederlandse bijdrage aan ISAF zijn in de afgelopen
periode Nederlandse militairen op de diverse internationale hoofdkwartieren
ingezet. Hieraan zal ook in de komende periode in het kader van de redeployment
een beperkte bijdrage worden geleverd. Deze bijdrage bedraagt voorlopig nog 124
militairen. Dit aantal functies zal in de loop van 2011 worden verminderd tot 60,
te weten zeven functies bij het hoofdkwartier van ISAF, vier functies bij het
Intermediate Joint Command, acht functies bij het hoofdkwartier van de NATO
Training Mission - Afghanistan, tien functies in de staf van de commandant van
Kandahar Air Field, achttien functies in het hoofdkwartier van Regional Command
South en dertien functies in het Role 3 hospitaal op Kandahar Air Field. Het
precieze aantal functies en de verdeling over de staven fluctueren en hangen af
van internationale afspraken en de organisatie van de staven. Binnen ISAF
worden dergelijke staffuncties voor een jaar aan een land toegewezen. De
aanwezigheid van Nederlandse militairen op deze posities zal daarom tot 1
november 2011 voortduren. Daarnaast zijn Nederlandse militairen in staande
internationale staven en hoofdkwartieren van de NAVO geplaatst en zullen zij in
die hoedanigheid in 2011 worden ingezet in organisaties in Afghanistan. Het gaat
hierbij om 37 personen.
Op dit moment zijn in totaal ongeveer 1.100 militairen uitgezonden in het kader
van ISAF en de redeployment. Dit aantal zal aan het einde van het jaar sterk zijn
afgenomen.
Financiën
In de stand van zakenbrief van 26 maart 2010 (Kamerstuk 27 925, nr. 388) is
gemeld dat de raming voor de inzet van de RDTF, het transport van personen en
materieel en het herstel van materieel ongeveer ¤ 229 miljoen bedroeg. In de
brief van 13 april 2010 (Kamerstuk 27 925, nr. 390) is de Kamer aanvullende
informatie verstrekt over de redeployment met daarin een verdeling van de
additionele uitgaven. Op basis van de meest recente gegevens en uitgangspunten
is deze raming bijgesteld naar ¤ 211 miljoen, een verlaging met ¤ 18 miljoen.
Deze verlaging is enerzijds het gevolg van de gereduceerde omvang van de RDTF
en anderzijds van de verhoogde transportkosten doordat meer materieel door de
lucht wordt vervoerd.
Pagina 6 van 9
Directie Veiligheidsbeleid
Error! Unknown document
property name.
DVB/CV-282/10
Tabel ramingen redeployment
Raming april
2010
Raming
september 2010
Inzet Redeployment Taskforce ¤ 95 ¤ 69
Transportkosten voor land-, zee,- en
luchttransport
¤ 57 ¤ 68
Onderhoud en herstel van het ingezette
materieel
¤ 77 ¤ 74
Totaal ¤ 229 ¤ 211
In miljoenen euro's
De uitgaven voor de inzet van het F-16 detachement ten behoeve van de redeployment zijn verdisconteerd in de post
"Inzet Redeployment Taskforce".
Met de verkoop van materieel aan partnerlanden zal naar verwachting tussen de ¤
20 miljoen en ¤ 30 miljoen zijn gemoeid. Nog niet alle onderhandelingen over de
verkoop van materieel zijn voltooid. Zodra dit het geval is en de financiën zijn
afgewikkeld zal de Kamer hierover worden geïnformeerd. Van deze opbrengsten
zal naar verwachting het grootste deel terugvloeien naar het reguliere deel van de
defensiebegroting en een kleiner deel naar het budget van de Homogene Groep
Internationale Samenwerking (HGIS).
De additionele uitgaven voor de inzet van de Nederlandse militairen op de diverse
internationale staven en hoofdkwartieren en ten behoeve van de logistieke,
commando- en facilitaire ondersteuning, worden voor 2010 geraamd op ¤ 8,5
miljoen. In de loop van 2011 zal deze inzet afnemen.
Deze additionele uitgaven komen ten laste van de structurele voorziening
'uitvoeren crisisbeheersingsoperaties' van de HGIS op de defensiebegroting.
De situatie in Afghanistan
Veiligheid
In het noorden, westen en zuiden van Afghanistan is sprake van een toename van
het aantal geweldsincidenten. De veiligheidssituatie in Kabul is betrekkelijk
stabiel. Niettemin blijft de mogelijkheid bestaan dat opstandelingen uit Taliban- of
Haqqani netwerken aanslagen in Kabul of elders zullen plegen.
De stijging van het aantal incidenten is mede het gevolg van de toename van het
aantal internationale troepen en Afghan National Security Forces (ANSF) die
tevens opereren in gebieden die de Taliban voorheen als uitvalsbasis gebruikten.
Hierdoor is de activiteit van de Taliban ook toegenomen. Zo hebben de operatie
Moshtarak in Helmand en daarna de operatie Hamkari rondom de stad Kandahar
gezorgd voor een toename van incidenten in beide provincies. Ten tijde van de
Ramadan was sprake van verminderde activiteit aan de kant van de
opstandelingen. In de periode na de Ramadan en direct voor de
parlementsverkiezingen zijn de activiteiten van de Taliban opnieuw toegenomen.
Politiek
Kabulconferentie
De Afghaanse regering is doende follow-up te geven aan de Kabulconferentie van
20 juli jl. Deze succesvol verlopen internationale bijeenkomst markeerde het begin
Pagina 7 van 9
Directie Veiligheidsbeleid
Error! Unknown document
property name.
DVB/CV-282/10
van het 'Kabulproces' waarin de uitvoering van de gepresenteerde beleidsplannen
ter hand wordt genomen. Voor veel van de gepresenteerde plannen zijn
benchmarks opgesteld met tijdschema's variërend van zes maanden tot drie jaar.
Vooral op het gebied van de transitie en de versterking van openbaar bestuur, de
rechtstaat, de bescherming van mensenrechten en bestrijding van corruptie,
zullen de komende maanden stappen moeten worden gezet. Het is van belang dat
de regering Karzai nu de noodzakelijke politieke daadkracht toont om de
beleidsvoornemens om te zetten in concrete acties en resultaten.
Parlementsverkiezingen
Op 18 september jl. zijn in Afghanistan de parlementsverkiezingen gehouden. Dit
waren de tweede parlementsverkiezingen sinds 2001 en het was de eerste keer
dat de organisatie volledig in handen was van de Afghanen. Zeker gezien de
moeilijke omstandigheden is het een prestatie dat de voorbereidingen van de
verkiezingen grotendeels volgens schema zijn verlopen. Tijdens de
campagneperiode bleek door de fragiele veiligheidssituatie het voeren van een
verkiezingscampagne voor veel kandidaten slechts beperkt mogelijk, zeker voor
vrouwelijke kandidaten. Vrouwelijke deelname stuit niet zelden op cultureel
onbegrip. In de weken voorafgaand aan de verkiezingen namen het geweld tegen
en de intimidatie van kandidaten en verkiezingsmedewerkers toe. Veiligheid was
dan ook een van de voornaamste zorgpunten.
De Taliban hebben ook op de verkiezingsdag geprobeerd met geweld het
verkiezingsproces te verstoren. De regering betuigt haar medeleven met de
families van de slachtoffers die hierdoor zijn gevallen en prijst de kandidaten, de
verkiezingsmedewerkers en de velen die zijn gaan stemmen, voor hun moed en
vertrouwen in het democratische proces in hun land, ondanks de aanzienlijke
risico's.
De Afghaanse Onafhankelijke Kiescommissie heeft in voorbereiding op de
verkiezingen een aantal maatregelen genomen om onregelmatigheden te
voorkomen en transparantie te vergroten. Toch zijn er berichten vernomen van
malversaties, fraude en onregelmatigheden. Het is te vroeg om hierover een
oordeel te kunnen vellen. Het is nu aan de Onafhankelijke Kiescommissie en de
Electorale Klachtencommissie om deze aantijgingen op transparante en
onpartijdige wijze te onderzoeken. De internationale gemeenschap zal dit proces
af moeten wachten, alvorens tot een finale conclusie te kunnen komen over deze
parlementsverkiezingen.
Humanitaire situatie
De eerste helft van 2010 hebben zich vooral in het noorden, noordoosten en
noordwesten van Afghanistan overstromingen voorgedaan. Ook was er sprake van
een aardbeving in de provincie Samangan in het noorden van Afghanistan en twee
aardbevingen in de provincie Nangarhar in het oosten van Afghanistan. Sinds eind
juli is er sprake geweest van zware overstromingen in het centrum van
Afghanistan en de oostelijke provincies als gevolg van de moessonregens. In
totaal kwamen hierdoor ongeveer 200 Afghanen om het leven en werden naar
schatting 6.500 families getroffen. Duizenden huizen zijn verwoest als gevolg van
het natuurgeweld.
Transitieproces en Nederlandse bijdrage
In het kader van het transitieproces blijven de Afghaanse regering en ISAF de
nadruk leggen op de versterking van het Afghaanse leger en de politie. Ondanks
Pagina 8 van 9
Directie Veiligheidsbeleid
Error! Unknown document
property name.
DVB/CV-282/10
de vooruitgang die al op dit gebied is geboekt blijft er voorlopig grote behoefte
bestaan aan extra bijdragen van de internationale partners voor de training en
mentoring van het leger en de politie.
Nederland blijft ook na het vertrek uit Uruzgan betrokken bij de training van
Afghaanse politieagenten en bevordert op deze wijze de capaciteitsopbouw van de
Afghaanse overheid, zodat deze op termijn de verantwoordelijkheid voor de
veiligheid in het land van ISAF over kan nemen.
Dit gebeurt bijvoorbeeld door middel van de Nederlandse deelneming aan de
European Gendarmerie Force (EGF). De EGF levert een bijdrage aan de NATO
Training Mission - Afghanistan (NTM-A) op het gebied van de training van de
Afghaanse gendarmerie. Nederland zet sinds februari 2010 als lid van de EGF
twee marechaussees in voor het NTM-A trainingscentrum in Mazar-e-Sharif en één
marechaussee voor de staf van NTM-A in Kabul. Deze bijdrage zal in 2011 worden
voortgezet en worden uitgebreid tot vijf marechaussees, zoals de Kamer is gemeld
in de brief over de Nederlandse bijdrage aan de EGF in Afghanistan (2009-2010,
27925, nr. 376).
Ook de bijdrage aan EUPOL zal worden voortgezet. EUPOLs activiteiten ter
versterking van de politie en de justitiële sector zijn van groot belang voor het op
termijn overdragen van verantwoordelijkheden voor de veiligheid aan de
Afghanen. De Nederlandse bijdrage aan de EUPOL politiemissie bestaat
momenteel uit zeventien civiele politieagenten, vier marechaussees en drie civiele
deskundigen. Zij worden ingezet in Kabul, Kandahar en Uruzgan. De bijdrage in
Uruzgan bestaat uit vier politieagenten en drie marechaussees. EUPOL heeft
onlangs besloten de locatie op Kandahar op te heffen, waarmee ook de functie
van een marechaussee komt te vervallen.
Motie-Peters/Pechtold
De afgelopen maanden is verder gewerkt aan de voorbereiding van een eventuele
Nederlandse politietrainingsmissie naar aanleiding van de motie-Peters/Pechtold.
Daarbij is op ambtelijk niveau vanuit de ministeries van Binnenlandse Zaken,
Defensie en Buitenlandse Zaken gewerkt op basis van informatie zoals verkregen
uit verkennende gesprekken met betrokken partners, waaronder de Afghaanse
autoriteiten, EUPOL en ISAF. Deze gesprekken zijn zowel in Afghanistan als in
Brussel gevoerd. De Kamer is hierover eerder per brief geïnformeerd (Kamerstuk
27925, nr. 399). Uitgangspunt is daarbij steeds geweest dat een Nederlandse
missie gericht op politietraining gestoeld moet zijn op de reële behoeften die in
Afghanistan op dit gebied bestaan, en moet gebruikmaken van de meerwaarde die
Nederland op basis van kennis en ervaring kan inbrengen.
De behoefte aan extra capaciteit voor de training van de Afghaanse
veiligheidstroepen is nog altijd groot. Om op verantwoorde wijze de
verantwoordelijkheid voor de veiligheid aan de Afghaanse autoriteiten in 2014
over te kunnen dragen, zal er de komende jaren nog veel moeten worden
geïnvesteerd in verdere capaciteitsopbouw. De verzoeken om een substantiële
Nederlandse bijdrage aan de trainingscapaciteit worden door zowel Afghaanse
autoriteiten als internationale partners steevast herhaald. Hierbij wordt telkens
gewezen op de bondgenootschappelijke solidariteit, de hoge kwaliteit van de
Nederlandse inzet en de succesvolle Nederlandse geïntegreerde aanpak.
De behoefte aan politietraining is zorgvuldig bezien. Het verder onderzoeken van
Pagina 9 van 9
Directie Veiligheidsbeleid
Error! Unknown document
property name.
DVB/CV-282/10
mogelijkheden voor een Nederlandse bijdrage vergt verdergaande intensieve
contacten, bespreking en afstemming met Afghaanse, Europese en ISAF-partners.
Hiertoe is nadere besluitvorming door een nieuw kabinet nodig.