ChristenUnie


Bijdrage Cynthia Ortega wetgevingsoverleg fiscaal stelsel BES

Bijdrage Cynthia Ortega wetgevingsoverleg fiscaal stelsel BES

maandag 27 september 2010 10:00

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. Na de behandeling van de aanpassingswetten en de consensusrijkswetten bespreken wij vandaag de fiscale wetgeving voor de BES-eilanden. Het is een heel pakket wetgeving geworden. Straks zal in de praktijk moeten blijken of alles werkt zoals wij het nu verwachten. Juist voor belastingwetgeving is het van groot belang dat de verwachtingen ook uitkomen. Via belastingen komt de overheid immers aan middelen om het nodige voor de burgers te doen. Het is daarom gerechtvaardigd om ook de belastingheffing van de ongeveer 18.000 inwoners op de eilanden nauwkeurig te bezien. Ik dank de minister voor de antwoorden op de schriftelijke vragen in dit verband.

Ik heb nog een aantal vragen over de inhoud en de voortgang van het invoeringstraject van het fiscale stelsel voor de BES-eilanden. De meest prangende vraag betreft de datum van invoering: januari 2011. In de antwoorden op de schriftelijke inbreng van 31 maart sprak de regering uit dat er geen reden is voor zorg. Wij zijn nu een halfjaar verder. Lopen de voorbereidingen nog op schema? Zijn de bevolking en bedrijven voldoende geïnformeerd over het nieuwe belastingstelsel? Hoe wordt dit getoetst en kan ondanks de afwezigheid van bijvoorbeeld de belastingtelefoon voldoende informatie worden gegeven?

In het kader van de gelijke rechten binnen het land Nederland willen wij graag duidelijkheid hebben over de mogelijkheid van aftrekposten voor de belastingen. Er is een flatrate voorgesteld met een vrijgestelde som. De bedragen die daarop betrekking hebben, zijn $9000, $10.250 of $11.500. In het Europese deel van Nederland kennen wij ook een aantal aftrekposten bij de belastingheffing voor zowel ondernemers als burgers. Met deze verschillende aftrekposten beogen wij het behalen van een bepaald doel te stimuleren. Op welke wijze is daarmee rekening gehouden? Zijn er voornemens om dit eventueel gelijk te trekken in een definitieve belastingwetgeving?

Het tarief van 30,4% heeft de schoonheid van de eenvoud, maar in ons land weten wij dat elk tarief wordt opgetuigd met een reeks van regelingen om ervoor te zorgen dat de koopkracht van de verschillende inkomensgroepen er niet op achteruitgaat. De minister stelt dat voor mensen boven de 60 geen premies meer betaald hoeven te worden en dat dit wordt gecompenseerd door een hoger tarief voor belastingen. Vanuit het principe dat wij in Nederland gelijke rechten kennen, is dat niet uit te leggen. Het vervangen van de 10% premies door hetzelfde percentage voor belastingen is ook niet gemotiveerd. Graag hoor ik van de minister alsnog een inhoudelijke motivering.

Mensen in de leeftijdsgroep van 60+ gaan erop achteruit. Dat blijkt althans uit de grafieken in de brief van 17 augustus jongstleden. Zijn er nog mogelijkheden om dit te ondervangen? Het streven is er in Nederland toch op gericht om de gepensioneerden -- en daarover hebben wij het hier -- er in koopkracht niet op achteruit te laten gaan? Graag hoor ik hierop een reactie van de minister.

Bij de belastingheffing voor bedrijven wordt straks gebruikgemaakt van een vestigingsplaatsfictie. Bonaire verwacht een bulk aan aanvragen van bedrijven om onder het BES-regime te vallen. De minister verwacht dat dit wel mee zal vallen omdat de vestigingsplaatsfictie in Noorwegen een effectief middel tegen belastingvlucht is. Kan de minister zeggen wat hij nu precies verwacht? Om welke aantallen bedrijven gaat het? Is het niet tegenstrijdig dat de Belastingdienst nu voorbereidingen treft, terwijl de minister elders erop wijst dat dit criterium effectief is om belastingverplaatsing te voorkomen? Graag hoor ik hierop een toelichting.

De minister van Financiën gaat zeer terecht in op de wijze waarop een akkoord is gesloten met de bestuurders van de eilanden. Juist nu alle burgers in aanraking gaan komen met nieuwe belastingregels, is de instemming van de BES-eilanden essentieel. Ik heb nog wel enkele vragen en opmerkingen over de brief van de minister. Uit de verschillende grafieken in de brief van de minister van Financiën blijkt dat de meeste mensen er door de nieuwe belastingtarieven op vooruitgaan. Dat is voor burgers natuurlijk altijd goed nieuws. Uit tabel 1, de tabel met de bijgestelde raming, blijkt echter dat de totale opbrengst van de loon- en inkomstenbelasting omhooggaat van 12.835 (USD x 1000) naar 15.466 (USD x 1000). Is dat verschil geheel toe te rekenen aan het verschil in het aantal inwoners of kan dit verschil met andere factoren worden verklaard? Hoe werken deze aanpassingen uiteindelijk uit voor de individuele burger? Is voldoende gewaarborgd dat kwetsbare groepen er niet op achteruitgaan?

Verder schreef de minister dat deze wetten naar verloop van tijd zullen worden vervangen door een definitieve wetgeving voor de loon- en inkomstenbelasting. Dat maakt mij wel nieuwsgierig. Dit zijn dus tijdelijke wetten. Welke definitieve wetgeving ligt in het verlengde hiervan op de plank? Over welke termijn spreekt de minister als hij naar verloop van tijd de definitieve loon- en inkomstenbelasting wil gaan invoeren? Wil de minister het belastingplan dan herzien? Waarom niet meteen een definitieve regeling?

Op de eilanden is de situatie op het terrein van de invoer een andere dan in het Europese deel van Nederland. In het Europese deel van Nederland is men immers niet zoals op de BES-eilanden totaal afhankelijk van de import van allerlei goederen.

Een bijzondere regeling voor belastingen op invoer en accijnzen is daarom noodzakelijk en deze onderschrijven wij als ChristenUnie. Hoewel mijn fractie niet heeft meegedaan aan de schriftelijke inbreng, wil ik wel twee onderwerpen aan de orde stellen. De heffing van accijnzen is naar de mening van mijn fractie niet alleen een middel om de schatkist te vullen, maar ook om bepaalde consumptie te ontmoedigen. De Raad van State heeft terecht opgemerkt dat de motivering om geen accijnzen te heffen op Sint-Eustatius en Saba ontoereikend is. In de slotverklaring van de Miniconferentie van 2006 staat dat de mogelijkheid en wenselijkheid van "free port" onderzocht zal worden. Kan de minister kort en krachtig aangeven wat de resultaten waren van dit onderzoek?

De ChristenUnie vindt het economische argument te mager om geen accijnzen in te voeren voor tabak en alcoholische producten. Wat is trouwens de jaarlijkse import daarvan? De consumptie van deze producten is geen noodzaak. Er zijn juist goede redenen om de consumptie van tabak en alcohol te ontmoedigen. Het niet-invoeren van accijnzen voor alcohol en tabak op Saba en Sint-Eustatius is wat dit betreft een gemiste kans. Ziet de minister alsnog mogelijkheden om deze accijnzen, die vaak ook worden ingezet om een gezonde levensstijl te bevorderen, alsnog in te voeren? In hoeverre is er een relatie met het reduceren van de zorgkosten bij het voornemen om geen accijnzen in te voeren? Graag een reactie.

Bij de invoering van accijnzen is het effect op de koopkracht vaak een punt van aandacht. Het is helder dat daar goed naar is gekeken bij het overwegen van invoerrechten. De invoerrechten komen te vervallen en dat wordt deels via de algemene bestedingsbelasting opgevangen. Daarnaast is bij de behandeling van de Belastingwet BES (32189) aangegeven dat er een verschuiving is van directe naar indirecte belastingen. Ik weet eigenlijk niet of wij hier blij mee moeten zijn, want als burger kun je de last aan directe belastingen zelf beïnvloeden en dat is anders bij indirecte belastingen.

Kan de minister in een breder perspectief de verschuivingen laten zien als gevolg van de nieuwe belastingen? Waar komen de lasten te liggen, nu wordt afgezien van invoerrechten en met de algemene bestedingsbelasting toch wordt gewerkt aan een sluitende begroting? Ik zou ook graag een overzicht krijgen van de verschuiving tussen directe en indirecte belastingen. Graag een toezegging.

Er zijn verschillende doelen die met het nieuwe belastingstelsel bereikt moeten worden: eenvoud, overzicht, voldoende opbrengst en daarnaast het scheppen van een gunstig investeringsklimaat voor bedrijven. Om aantrekkelijker te worden voor bedrijven is er geen traditionele vorm van winstbelasting. Om ervoor te zorgen dat er voldoende belastingopbrengsten zijn, zullen voor ondernemingen een heffing op vastgoed en een opbrengstbelasting worden ingevoerd.

Mijn fractie ziet hierbij wat haken en ogen. De grote bedrijven die reële activiteiten ontplooien op de eilanden, kunnen belast worden voor hun vastgoed, omdat zij daar natuurlijk over beschikken. Maar hoe zit het met bedrijven die vanuit een gehuurd object werken? Ook op de eilanden zullen mensen steeds meer vanuit hun huis of een gezamenlijk bedrijfspand een bedrijfje opstarten als zelfstandig ondernemer. Op grond van de criteria voor een vestigingsbeschikking is het volgens mij niet mogelijk dat een zelfstandige ondernemer met heel veel omzet onder deze regeling komt te vallen wanneer hij geen personeel heeft. Als ik dat vergelijk met de mogelijkheden in het Europese deel van Nederland om als zelfstandige ondernemer aan de slag te gaan, zijn er wel wat verschillen. De financiële dienstverlening is uitgezonderd van de regeling om een beschikking te krijgen. Dat is helder. Maar hoe zit het met andere dienstverlenende beroepen die als zelfstandige ondernemer uitgevoerd kunnen worden?

Daarnaast blijkt dat het vastgoed van veel particulieren de waarde van 50.000 dollar niet overstijgt. Dit bedrag is in overleg vastgesteld, maar dat leidt tot de vraag hoe men dan tot een rendabele vastgoedbelasting kan komen. Welke opbrengst wordt ervan verwacht? Ik betrek er de vraag bij hoe het zit met de belasting op de uitkering van winstreserves. Wanneer dergelijke reserves in de toekomst vrijvallen, worden de bedrijfswinsten alsnog belast, zo lees ik in de nota.

Voor het creëren van een gunstig investeringsklimaat dat een bijdrage levert aan de werkgelegenheid, is een prognose daarvan wenselijk. Kan er een inschatting worden gegeven van de verwachte investeringen en de nieuwe vestiging van bedrijven op de BES-eilanden als het nieuwe fiscale stelsel ingevoerd wordt? Hoeveel werkgelegenheid levert dit op? Wat betekent de invoer van dit stelsel trouwens voor de overige Caraïbische eilanden die deel uitmaken van het Koninkrijk? Ik doel op belastingconcurrentie. Zijn er prognoses te geven of bedrijven van deze eilanden naar de BES-eilanden zullen vertrekken? Is het stelsel genoeg afgestemd met de andere autonome landen in het Koninkrijk? Welke reacties worden daar gegeven? Ik wil graag concrete antwoorden op deze vragen.

Ik ga verder met een opmerking over administratieve lasten. De fractie van de ChristenUnie heeft gevraagd om een overzicht van de extra administratieve lasten en kosten die het nieuwe stelsel met zich meebrengt. Helaas is dat overzicht niet beschikbaar, daar er geen nulmeting is. Met het oog op toekomstige wijzigingen in de belastingwetgeving is het aan te bevelen om de kosten van administratieve lasten mee te nemen in de beoordeling van eventuele nieuwe voorstellen. Op welke wijze zorgt de minister ervoor dat, met het oog op eventuele aanpassingen, die administratieve lasten getoetst kunnen worden? Graag de toezegging van de minister dat er na de invoering van het nieuwe stelstel een nulmeting komt.

Tot slot merk ik het volgende op. Voor pensionado's die gebruik maken van de overgangsregeling is een rekenvoorbeeld gegeven van de manier waarop de belastingheffing uitpakt. Daarbij is alleen nog geen rekening gehouden met het feit dat er ook nog wetgeving komt ter voorkoming van dubbele belastingheffing. Wat betekent dit concreet? Mogen de pensionado's rekenen op een gunstiger belastbaar inkomen?

Cynthia Ortega