NHM maakt eerste 45 'plaatsen van herinnering' bekend

28/09/2010 14:12

Nationaal Historisch Museum

Nationaal Historisch Museum ontsluit Nederland

Eerste 45 'plaatsen van herinnering' bekendgemaakt

Heel Nederland is een museum. Geschiedenis is overal om ons heen - soms tastbaar, soms niet meer tastbaar, maar altijd aanwezig in het landschap. Het Nationaal Historisch Museum zal elk jaar een serie historische locaties op fysieke en digitale wijze ontsluiten, gekoppeld aan promotionele en educatieve activiteiten. Geleidelijk ontstaat zo een groot netwerk van 'plaatsen van herinnering', verspreid over heel Nederland en delen van het buitenland. Het museum werkt hiervoor samen met lokale instellingen, gemeenten en provincies.

Nederland ontsluiten

Het project Plaatsen in Nederland start in het voorjaar van 2011 op vijfenveertig locaties. Op die plaatsen vindt het publiek historische informatie, fysiek en digitaal ontsloten. Centraal staan de gebeurtenis, de plek en de historische context. Wat is waar en wanneer gebeurd? Waar bevinden zich de zichtbare of tastbare sporen? Het publiek maakt kennis met persoonlijke verhalen van betrokkenen die de geschiedenis hier hebben beleefd en kan ook de eigen geschiedenis van die plek toevoegen aan de informatie. Voor een aantal plekken wordt jaarlijks een nieuwe 'collectie' gemaakt: een gedicht, film of optreden dat extra aandacht vraagt voor de locatie. Een speciaal ontwikkelde website (plaatsen.innl.nl) is het centrale punt waar alle informatie samenkomt.

Vijftig plaatsen per jaar

Elk jaar worden ongeveer vijftig locaties toegevoegd, steeds aan de hand van het thema van de Week van Geschiedenis. Zo komen uiteindelijk alle belangrijke plaatsen in Nederland aan de beurt. Dan zal het netwerk zich uitstrekken over heel Nederland en delen van het buitenland. Het Nationaal Historisch Museum zal ook wandel-, fiets- en autoroutes aanbieden.

Land en water

In 2010-2011 staat de geschiedenis van land en water aan de basis van de selectie. De redactie koos vijfenveertig historische locaties aan de hand van het thema Land en water, een van de zes werelden van het Nationaal Historisch Museum en onderwerp van de Week van de Geschiedenis van 16 tot en met 24 oktober 2010. Het zijn bekende en minder bekende plekken waar de geschiedenis van Nederland zich voltrok. Hier laat de geschiedenis zich voelen: het dichten van het laatste gat in de Afsluitdijk ervaart men het beste en 'opnieuw' bij de Vlieter; het belang van de Grebbeberg spreekt meer tot de verbeelding op de heuvel zelf.


1. Afsluitdijk


2. Pingjumer Gulden Halsband


3. Bartlehiem


4. Stadskanaal


5. Ezinge


6. Zoutkamp


7. Frederiksoord


8. Ane


9. Deventer


10. Vollenhove


11. Nagele


12. Schokland


13. Werkeiland Lelystad


14. De Rijn bij Lobith


15. Slot Loevestein en Munnikenland


16. Pannerdensche kop


17. Brand bierbrouwerij


18. Ceramique


19. Geuldal


20. Biesbosch


21. Binnendieze


22. Turfschip van Breda


23. Fort Rammekens


24. Gat van Ouwerkerk


25. Passegeule


26. Walcherse rede


27. Deltawerken


28. Panorama Mesdag


29. Hotel New York


30. Brittenburg, Katwijk


31. Molengang Kinderdijk


32. Rijnlandshuis Leiden


33. Grebbeberg


34. Kamerik


35. Leidsche Rijn


36. 's-Graveland


37. Muiderslot


38. Fort Pampus


39. Rede van Texel


40. De Cruquius


41. De Rijp


42. Spaarndam


43. Fort Nieuw Amsterdam


44. Mount Scenery


45. Manhattan

Redactie

Een redactie maakt jaarlijks een selectie van historisch belangrijke plaatsen. In de toekomst is het mogelijk om plaatsen bij de redactie voor te dragen. De redactie bestaat uit:


- Wim Blockmans (emeritus hoogleraar middeleeuwse geschiedenis Universiteit Leiden, oud rector Netherlands Institute for Advanced Study)


- Hans Goedkoop (presentator Andere Tijden)


- Maarten Prak (hoogleraar sociale en economische geschiedenis, Universiteit Utrecht)


- Erik Schilp (algemeen directeur Nationaal Historisch Museum)


- Dirk Sijmons (landschapsarchitect, voormalig rijksadviseur voor het landschap)

Nationaal Historisch Museum

Het Nationaal Historisch Museum wil de historische verbeelding stimuleren, enthousiasme voor geschiedenis teweegbrengen en nieuwsgierigheid opwekken. Het museum heeft straks een gebouw, maar het wil ook zonder gebouw bestaan, door in heel Nederland van zich te laten horen.

Het Nationaal Historisch Museum organiseert tentoonstellingen en activiteiten, waarbij het actief samenwerkt met organisaties op het gebied van erfgoed, geschiedenis, onderwijs, wetenschap, media en kunst. Op deze manier ontstaan verrassende en boeiende verbindingen tussen heden en verleden, zoals tijdens de Week van de Geschiedenis van 16 tot en met 14 oktober 2010 en in Plaatsen INNL. De activiteiten van het museum zijn te herkennen aan het INNL logo. De programmering staat op www.innl.nl.


--

BIJLAGE

Plaatsen van herinnering

Vijfenveertig bekende en onbekende plekken, van belang voor de geschiedenis van land en water in Nederland.


1. Afsluitdijk, Friesland

In het midden van de negentiende eeuw werd voor het eerst het plan ontvouwd om de Zuiderzee af te sluiten. In 1886 toonde de jonge ingenieur Cornelis Lely zich een voorstander van afsluiting. Het werd een levenswerk: als minister van waterstaat zorgde hij er in 1913 voor dat de regering tot afsluiting besloot. Hij stuitte op fel verzet van vissers die daarmee hun inkomsten zagen verdwijnen. Toen er drie jaar later echter een grote watersnoodramp plaatsvond, kreeg hij definitief groen licht voor zijn plannen. Die bestonden uit zowel het afsluiten van de Zuiderzee als enkele grootschalige inpolderingen. De aanleg van de Afsluitdijk begon in 1927. Op 28 mei 1932 om 13.02 uur werd de Vlieter, het laatste gat in de Afsluitdijk, gesloten. Lely maakte dit niet meer mee, hij stierf in 1929.


2. Pingjumer Gulden Halsband, Friesland

De Pingjumer Gulden Halsband is een dijk rond het Friese dorp Pingjum. De dijk is grotendeels aangelegd in de tiende eeuw en voltooid rond het jaar 1100. Toen in de nacht van 3 op 4 februari 1825 de Friese zeedijken doorbraken tijdens een vliegende westerstorm, bleef Pingjum dankzij deze middeleeuwse dijk gespaard. Grote delen van de dijk zijn tegenwoordig nog aanwezig. Als relict in het eeuwenoude landschap toont het de langdurige strijd tegen de zee.


3. Bartlehiem, Friesland

Het houten bruggetje in Bartlehiem is bekend geworden door de Elfstedentocht. Hier moedigen feestvierende toeschouwers de schaatsers aan, die tijdens de tocht twee keer onder deze brug doorkomen. De Elfstedentocht voert langs de elf plaatsen in Friesland die ooit stadsrechten kregen. In 1909 reden 23 schaatsers voor het eerst de bijna tweehonderd kilometer lange tocht. Nederlanders schaatsen al eeuwen en ook deze route werd al eerder geschaatst, maar voor 1909 nooit in competitief verband. Inmiddels is de Elfstedentocht vijftien keer verreden, de laatste keer in 1997.


4. Stadskanaal, Groningen

In 1856 werd het stadskanaal - een initiatief van de stad Groningen, vandaar de naam - tussen Bareveld en Ter Apel voltooid. Hierover ging het vervoer van de turf die vrijkwam bij de ontginning van het Oost-Groningse en Drentse veengebied. In de negentiende eeuw was het kanaal een van de drukste vaarroutes van Nederland. De wachttijden bij de sluizen konden oplopen tot enkele uren. Er kwamen cafés en winkels, die de basis vormden voor de plaats Stadskanaal.


5. Ezinge, Groningen

Het dorp Ezinge is gebouwd op een wierde - buiten Groningen meestal terp genoemd. Wierden zijn kunstmatige heuvels die werd opgeworpen als bescherming tegen hoog water. Dat gebeurde vanaf ongeveer 500 v. Chr. tot in de middeleeuwen, toen de dijkenbouw opkwam. Veel terpen zijn in de loop van de tijd weer afgegraven. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw vonden belangrijke opgravingen plaats in Ezinge. Uit de bijzondere vondsten bleek dat deze wierde zo'n 2500 jaar geleden al bewoond werd.


6. Zoutkamp, Groningen

Zoutkamp is het centrum van de garnalenvisserij in Nederland en Europa. De garnalenverwerkende fabriek Heiploeg is de grootste van de Europese Unie. De garnalen worden met de hand gepeld. Vroeger deden de huisvrouwen in Zoutkamp dit werk, maar in 1990 werd een thuispelverbod ingesteld. Tegenwoordig gaan de garnalen vanuit Zoutkamp naar Marokko en na het pellen terug naar Zoutkamp voor verdere verwerking.


7. Frederiksoord, Drenthe

In 1818 richtte generaal Johannes van den Bosch (1780-1844) de Maatschappij van Weldadigheid op. De Maatschappij had als doel de grote armoede in de Nederlandse steden te bestrijden. Van den Bosch kocht daartoe veengebied in Drenthe aan en gaf arme gezinnen uit het westen van het land de kans om deze natte, drassige gebieden geschikt te maken voor landbouw. De eerste 52 gezinnen arriveerden nog datzelfde jaar in de veenkolonie. Deze 100 volwassenen en 230 kinderen waren de eerste bewoners van het dorpje Frederiksoord.


8. Ane, Overijssel

Nabij het dorpje Ane werd in de middeleeuwen een groot ridderleger in de pan gehakt. Het is 28 juli 1227. De bisschop van Utrecht trekt ten strijde tegen de burggraaf van Coevorden, een opstandige leenman. De burggraaf krijgt steun van Drentse boeren. Ongeoefend en lichtbewapend maken zij in het open veld tegen de zwaarbewapende ridders geen schijn van kans. De Drenten lokken het leger daarom naar het moeras tussen Ane en Coevorden, waar de paarden en de ridders met de zware harnassen wegzakken. De Drenten vallen aan met pijlen, speren, messen en knotsen en vele edelen sneuvelen. Ook de bisschop van Utrecht vindt de dood. Zijn opvolger bezorgt de opstandige burggraaf drie jaar later alsnog een gruwelijke dood.


9. Deventer, Overijssel

Deventer is een van de Hanzesteden. De Hanze was een verbond van kooplieden en steden in het Duitse (taal)gebied - Nederland hoorde hier in de middeleeuwen nog bij. Door samenwerking probeerden zij hun handel te beschermen en uit te breiden, met succes. Deventer werd in de late middeleeuwen een bloeiende handelsplaats en een ontmoetingsplaats voor kooplieden uit alle windrichtingen.


10. Vollenhove, Overijssel

In januari 1849 ging de Durgerdammer visser Klaas Bording met zijn zonen Klaas en Jacob het ijs op om een wak te slaan en vis te vangen. Het ijs raakte echter op drift, en twee weken lang dreven zij op een ijsschots door de Zuiderzee. Haringvissers uit Vollenhove redden hen, maar voor vader en zoon Klaas kwam de redding te laat. Zij liggen begraven op het kerkhof van Vollenhove.


11. Nagele, Flevoland

De Noordoostpolder is een monument van de maakbare samenleving. De oorspronkelijke opzet van de polder, zoals die op de tekentafel tot in het kleinste detail werd uitgewerkt, is nog steeds goed zichtbaar. Toonaangevende architecten als Aldo van Eyck, Gerrit Rietveld en Cornelis van Eesteren mochten hier in de jaren vijftig hun ideeën over stedenbouw verwezenlijken. Van Nagele, een van de nieuwe dorpen in de Noordoostpolder, maakten ze een moderne plaats, met een strikte scheiding van de functies wonen, werken en recreëren en platte daken.


12. Schokland, Flevoland

Schokland is een voormalig eiland dat nu deel uitmaakt van de Noordoostpolder. De bewoners van het eiland leefden vooral van de visvangst uit de Zuiderzee. De visserij leverde in de negentiende eeuw weinig op en het eiland werd bedreigd door stormen en landafslag. Bij noodweer overspoelde vrijwel geheel Schokland. In 1859 werd het eiland daarom ontruimd en de gemeente opgeheven. De 650 bewoners vertrokken, het eiland zelf ging in 1942 op in de Noordoostpolder. Sinds 2008 is Schokland weer een officiële plaatsnaam, met een eigen postcode: 8319.


13. Werkeiland Lelystad, Flevoland

In de zomer van 1950 startte de inpoldering van Flevoland vanaf het werkeiland 'Perceel P' in het IJsselmeer. De bewoners van dit werkeiland, dijkwerkers en ander personeel, werden eerst gehuisvest in houten barakken. Later kregen ze bakstenen huisjes. In juni 1957 viel de polder droog. Met de komst van Flevoland telde Nederland voortaan 12 provincies. Het voormalige werkeiland heet nu Lelystad Haven.


14. De Rijn bij Lobith, Gelderland

Lange tijd leerde men op school dat de Batavieren, de mythische oudste bewoners van Nederland, de Rijn afzakten en bij Lobith het land binnenkwamen. Inmiddels is duidelijk dat de Batavieren, een Germaanse stam, niet de eerste Nederlanders waren. Ook komt de Rijn Nederland niet meer binnen bij Lobith. In de afgelopen eeuwen zijn zowel de loop van de Rijn als de grenzen veranderd. Nu komt de rivier het land binnen bij Spijk, enkele kilometers ten oosten van Lobith.


15. Slot Loevestein en Munnikenland, Gelderland

Slot Loevestein is gebouwd op de strategische plek waar de Maas en Waal samenkomen, nabij Gorinchem. In het kasteel werden in de zeventiende eeuw politieke tegenstanders opgesloten. Het is vooral bekend van de ontsnapping van de internationaal beroemde rechtsgeleerde Hugo de Groot. Al vanaf het ontstaan van het slot in de veertiende eeuw is er een strijd tegen het water gevoerd. Het omringende Munnikenland stond nogal eens onder water. Tegenwoordig is het gebied onderdeel van een rivierenbeheersplan dat in tijden van hoog water voorziet in overloopgebieden.


16. Pannerdensche kop, Gelderland

In het Gelderse Pannerden splitst de Rijn zich op in de Waal en de Nederrijn. De Pannerdensche kop verdeelt al meer dan tweehonderd jaar het water over deze takken. Het is een spits toelopende verdeelkraan die ervoor zorgt dat er niet te veel water in de Nederrijn terechtkomt. De waterbouwkundige Christiaan Brunings bedacht het instrument in 1781. De Pannerdensche kop wordt gezien als het startpunt van het moderne rivierbeheer.


17. Brand bierbrouwerij, Limburg

In de middeleeuwen was er over het algemeen weinig schoon drinkwater in de steden. Bier brouwen was een middel om water te conserveren. Het was bovendien voedzaam en bevatte in de middeleeuwen vrij weinig alcohol. Bier was daardoor de drank voor het gewone volk. Aanvankelijk werd het voornamelijk gebrouwen in kloosters, later ontstonden er bierbrouwerijen. Brouwerij Brand in Wijlre is de oudste nog werkende bierbrouwerij in Nederland. Sinds 1340 wordt hier bier gebrouwen.


18. Ceramique, Limburg

De wijk Ceramique in Maastricht ontstond vanaf 1987 op het oude industrieterrein van de aardewerkfabrikant Koninklijke Sphinx aan de Maas, opgericht in 1836 door Petrus Regout. De aanwezigheid van water was essentieel voor de ontwikkeling van industrie. Veel fabrieken lagen dan ook aan een rivier. Het water leverde energie op en diende voor het vervoer van de producten. Tegenwoordig worden de fabrieken gebouwd op of verhuisd naar plekken buiten de steden. Daardoor krijgen oude industriegebieden een woonbestemming.


19. Geuldal, Limburg

Het beekdal van het Limburgse riviertje de Geul is de enige plek in Nederland waar het zinkviooltje groeit. De mijnindustrie vervuilde in de tweede helft van de negentiende eeuw het riviertje met zink, een zwaar metaal. Deze bijzondere plant wist zich aan deze omstandigheden aan te passen, maar wordt nu bedreigd als gevolg van de verdwijning van de mijnindustrie. De laatste Nederlandse mijn, de Oranje-Nassau I in Heerlen, sloot op 31 december 1974 de deuren.


20. Biesbosch, Brabant

De Sint-Elisabethsvloed was een watersnood die plaatsvond op 19 november 1421, de naamdag van Sint-Elisabeth. Vermoedelijk was er sprake van een zeer zware noordwesterstorm, gevolgd door een stormvloed. De dijken braken, dorpen verdwenen onder water en mensen en vee kwamen om. Het water stroomde tot aan het vestingstadje Heusden en zette een groot stuk land onder water. Zo ontstond de Biesbosch, met zijn kenmerkende rietstengels.


21. Binnendieze, Brabant

De Binnendieze is een verzamelnaam voor een aantal stromen in de binnenstad van Den Bosch. Samen zijn ze zo'n 3,5 kilometer lang. Een groot deel van de waterstromen is indertijd door ruimtegebrek overbouwd met huizen. De inwoners van de stad gebruikten het water voor van alles, onder andere als riolering. In 1887 kreeg Den Bosch waterleiding, zoals ook veel andere steden in Nederland rond deze tijd. Waterleidingbedrijven en rioleringsstelsels vervingen het gebruik van het stadswater als riool en schoon drinkwater kwam voorhanden. De Binnendieze heeft nu voornamelijk een esthetische en toeristische waarde.


22. Turfschip van Breda, Brabant

De list met het turfschip in Breda in 1590 is een van de bekendste gebeurtenissen uit de Tachtigjarige Oorlog. Het plan kwam van de schipper Adriaen van Bergen. Hij vervoerde regelmatig turf naar het kasteel van Breda, waar de Spaanse troepen gelegerd waren. Hij stelde voor om met zijn turfschip soldaten het kasteel binnen te smokkelen - een soort 'Paard van Troje'. Het plan kende verscheidene tegenslagen. Zo raakte het schip lek toen het Breda binnenvoer en tegen een ander schip botste. Door hard te pompen werd voorkomen dat het turfschip zonk. Rond middernacht kwamen de zeventig soldaten tevoorschijn uit het ruim, de bezetters werden overrompeld en Breda kon worden ingenomen.


23. Fort Rammekens, Zeeland

Fort Rammekens, gebouwd in 1547, is het oudste nog bestaande zeefort van West-Europa. Het diende om de drukke zeevaartroutes naar Middelburg en Antwerpen te beschermen. In de Tachtigjarige Oorlog is er enkele keren om het fort gevochten.


24. Gat van Ouwerkerk, Zeeland

In de nacht van 31 januari 1953 werd Nederland overvallen door de watersnoodramp. Het water sloeg een enorm gat in de dijk bij het dorpje Ouwerkerk. Het dorp overstroomde en van de 565 inwoners kwamen er 91 om het leven. Het gat van Ouwerkerk was een van de grootste dijkgaten van het hele rampgebied en werd pas na negen maanden als allerlaatste gesloten. Hiervoor werden vier grote bakken, caissons, gebruikt die nog steeds te zien zijn. De watersnoodramp kostte aan 1836 mensen het leven.


25. Passegeule, Zeeland

Het is 1583, de Tachtigjarige Oorlog is in volle gang. De Spanjaarden voeren een offensief uit in Zeeuws-Vlaanderen en hebben het vrijwel geheel veroverd. De grootste obstakels vormen de geulen tussen de eilanden. Aan weerszijden van de grens worden verdedigingswerken gebouwd, die verbonden zijn met dijken. Er wordt fel gestreden om deze verdedigingslinie en beurtelings vallen onderdelen in Spaanse of Staatse handen. De Spaans-Staatse linie is nog in het landschap te herkennen.


26. Walcherse rede, Zeeland

De Walcherse rede groeide in de zeventiende eeuw uit tot een van de belangrijkste markten voor zeeschepen in de Nederlanden. De rede gaf toegang tot de Ooster- en de Westerschelde en was het voorportaal voor zowel Vlaanderen als Brabant. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd de toegang tot de Schelde gesloten nadat Antwerpen in 1585 weer in Spaanse handen kwam. Hierdoor verslechterde de positie van Antwerpen. Dat was een van de oorzaken van de bloei van Amsterdam in deze periode.


27. Deltawerken, Zeeland

De Deltawerken zijn een systeem van sluizen en dammen die de toevoer en uitvoer van zeewater reguleren. Het systeem werd aangelegd na de watersnoodramp van 1953. Met het aanleggen van de dammen en de Oosterscheldekering is de natuur in sommige gebieden danig veranderd, van zoutwatergebied naar zoetwatergebied en andersom. De Deltawerken zijn de laatste stap in een lange traditie van waterbeheer. Internationaal bestaat veel belangstelling voor de waterwerken, bijvoorbeeld vanuit de Verenigde Staten nadat orkaan Katrina delen van New Orleans onder water zette.


28. Panorama Mesdag, Zuid-Holland

De zee geeft en de zee neemt: eeuwenlang typeerde deze uitdrukking de relatie van Nederlanders met de zee. Vanaf de negentiende eeuw vormde de zee niet alleen meer een bron van inkomsten of een bedreiging, maar ook een bron van vermaak en een kuuroord. De visserij maakte steeds meer plaats voor badtoerisme. H.W. Mesdag (1831-1915) schilderde omstreeks 1880 een groot panorama van de zee en de duinen bij Scheveningen. Op het schilderij zijn de eerste hotels en badkoetsjes te zien.


29. Hotel New York, Zuid-Holland

De haven van Rotterdam is de grootste van Europa. Tegenwoordig is vooral de overslag van containers en massagoederen van groot economisch belang. In het verleden vervulde Rotterdam ook een belangrijke rol in de overzeese migratie. De trans-Atlantische verbinding Rotterdam-New York van de Holland Amerika Lijn was destijds gevestigd in het huidige Hotel New York op de Kop van Zuid. De verbinding bracht tussen 1873 en 1978 vele Europeanen naar de Verenigde Staten, op zoek naar een nieuw bestaan. Het hoogtepunt lag tussen 1901 en 1914, toen maar liefst twee miljoen mensen per jaar naar de Verenigde Staten vertrokken.


30. Brittenburg, Katwijk, Zuid-Holland

In zee bij Katwijk liggen de resten van de Romeinse Rijnlinie, de Limes. Het meest westelijke grensfort van de linie heette de Brittenburg. In de zestiende eeuw kwamen de restanten van dit grote fort af en toe boven water of uit het zand tevoorschijn. Op dit moment is de precieze locatie van de verdronken ruïne onbekend, maar de mysterieuze Brittenburg spreekt nog altijd tot de verbeelding.


31. Molengang Kinderdijk, Zuid-Holland

Molens zijn kenmerkend voor Nederland en speelden een cruciale rol in de omgang van Nederland met het water. Ze werden gebruikt voor de inpoldering, maar ook in de industrie. Nergens vind je zo veel molens bij elkaar als bij Kinderdijk, negentien stuks. Ze zorgden voor droge voeten in de Alblasserwaard. De molengang van Kinderdijk staat sinds 1987 op de Werelderfgoedlijst van Unesco.


32. Rijnlandshuis Leiden, Zuid-Holland

In de Leidse Breestraat staat, op nummer 59, een prachtig pand. Het is in het bezit van een van de oudste waterschappen van Nederland, het hoogheemraadschap Rijnland. Rond 1150 kreeg het platteland rond Leiden te maken met wateroverlast. Een aantal plaatselijke bestuurders, heemraden, trof waterbouwkundige ingrepen waardoor het water beter kon worden afgevoerd. De heemraden werden daarop erkend als medebestuurders, verantwoordelijk voor de waterstaat in hun gebied. De waterschappen zijn hier tot op de dag van vandaag verantwoordelijk voor. Het hoogheemraadschap Rijnland kocht het pand in de Breestraat aan in 1578. Waterbeheer neemt in Nederland al eeuwenlang een prominente plaats in.


33. Grebbeberg, Utrecht

De Grebbeberg is het zuidelijkste punt van de Utrechtse Heuvelrug. In de voorlaatste ijstijd vormden gletsjers deze heuvelrug, een stuwwal. Vervolgens zorgde de eroderende werking van het water van de Rijn voor de steile hellingen van de heuvel. Vanwege zijn strategische ligging werd de Grebbeberg een belangrijke verdedigingslinie. In de Tweede Wereldoorlog is hier drie dagen fel gevochten. Daaraan herinnert een militaire begraafplaats.


34. Kamerik, Utrecht

Vanaf ongeveer het jaar 1000 trekken monniken de veengebieden in om deze geschikt te maken voor de landbouw. In Noord-Holland speelt de Abdij van Egmond hierbij een rol. Later nemen ook boeren initiatief. Rond Kamerik, ten noorden van Woerden, zijn de sporen van deze ontwikkeling nog zeer fraai te zien, bijvoorbeeld in de verkavelingen, parallelle sloten en lintbebouwingen.


35. Leidsche Rijn, Utrecht

De Rijn vormde de noordgrens van het Romeinse Rijk. Deze grens, de Limes, loopt door heel Europa. Langs deze grens zijn veel vondsten gedaan, waaronder mijlpalen en de fundamenten van wachttorens. Bij de ontwikkeling van de nieuwe wijk Leidsche Rijn bij Utrecht doken Romeinse scheepswrakken op. Het grootste was ongeveer 35 meter lang. Ze zijn bijzonder goed bewaard gebleven door de zure grond. Behalve het schip zijn er ook voorwerpen en gereedschappen van de bemanning gevonden.


36. 's-Graveland, Noord-Holland

De bloeiende handel, sterke bevolkingsgroei en toegenomen welvaart van de 'gouden' zeventiende eeuw vereisten betrouwbaar interlokaal vervoer. In het waterrijke Holland ontstonden trekvaarten, de eerste tussen Haarlem en Amsterdam in 1634. In 1644 werd de 's-Gravelandsevaart in gebruik genomen. 's-Graveland was in trek bij rijke Amsterdammers, die dankzij de verbindingsroute in mooie panden aan de stadse grachten konden wonen en ook snel bij hun nieuwe landgoederen en buitenplaatsen konden komen. Het trekvaartensysteem werd in de negentiende eeuw verdrongen door de spoorwegen, maar was eeuwenlang zeer effectief.


37. Muiderslot, Noord-Holland

Het Muiderslot werd rond 1280 gebouwd door graaf Floris V. Het middeleeuwse kasteel is gebouwd aan de monding van de Vecht in de Zuiderzee: een strategische plek waar de schepen naar Utrecht langskwamen. De beroemdste bewoner was waarschijnlijk schrijver P.C. Hooft, die hier in de zomerse 'pruimentijd' gasten uit hoge kringen ontving. In de achttiende eeuw raakte het kasteel onbewoond. Voortaan werd het Muiderslot ingezet als onderdeel van de Hollandse Waterlinie. Het kreeg een sluis, waarmee delen van het land ter verdediging onder water konden worden gezet. Daarnaast diende het als opslagplaats.


38. Fort Pampus, Noord-Holland

Fort Pampus aan de monding van het IJ is een militair fort dat onderdeel uitmaakt van de Stelling van Amsterdam. Deze 135 km lange verdedigingslinie rond Amsterdam werd gebouwd tussen 1880 en 1920 en omvat 45 forten. Het systeem was gebaseerd op inundatie: grote delen land konden bij gevaar onder water worden gezet. De forten werden gebouwd op kwetsbare plekken, bijvoorbeeld waar het water diep genoeg was om door te varen. Fort Pampus kwam gereed in 1895 en beschermde Amsterdam tegen aanvallen vanaf de Zuiderzee. Het werd gesloten in 1933, nadat het overbodig was geworden door de aanleg van de Afsluitdijk.


39. Rede van Texel, Noord-Holland

Vanaf de vijftiende eeuw vertrokken handelsschepen vanaf de rede van Texel. Met de komst van meer en grotere schepen in de zeventiende eeuw groeide de rede en werd een poort naar de wereld. De VOC-schepen begonnen hier hun reis naar Indië. De vloot van soms meer dan honderd vaartuigen werd voor de rede geladen en gelost. Texelse loodsschepen en bevoorradingsbootjes voeren af en aan. Op de rede werd ook zoet water ingenomen dat via een kanaal werd aangevoerd uit de duinen van Texel.


40. De Cruquius, Noord-Holland

Het stoomgemaal De Cruquius is een van de drie gemalen die het Haarlemmermeer tussen 1849 en 1852 drooglegden. Droogmaking op basis van stoomkracht was destijds nieuw, wat de onderneming tot een prestigeproject maakte. In 1932 werd het gemaal stilgelegd, het was inmiddels verouderd. De Cruquius is nooit gemoderniseerd en daardoor in oorspronkelijke staat gebleven. In de machinekamer staat 's werelds grootste en best bewaarde stoommachine.


41. De Rijp, Noord-Holland

Het dorp De Rijp ligt op het Schermereiland. De omringende meren Schermer en Beemster werden in de zeventiende eeuw ingepolderd. Tegenwoordig heeft vooral de Beemster een wereldwijde faam als werelderfgoed. De Rijp richtte zich van 1645 tot 1798 op de walvisvaart. Belangrijke producten waren balein - de tanden van de walvis die werd gebruikt voor paraplu's en korsetten - en walvistraan. In de omgeving van De Rijp stonden traankokerijen. De botten van de walvissen werden op het Schermereiland gebruikt om het land op te hogen en de oevers te verstevigen. Aan het raadhuis van De Rijp hing lange tijd een enorm kaakbeen van een walvis.


42. Spaarndam, Noord-Holland

Hans Brinker, zoon van de sluiswachter in Spaarndam, redde een heel dorp door zijn vinger in een dijk te steken. Dit door de Amerikaanse schrijfster Mary Mapes Dodge verzonnen verhaal is een symbool geworden voor de Nederlandse strijd tegen het water. In Spaarndam staat een beeld van Hans Brinker. Het dorp heeft ook sporen van de werkelijke geschiedenis van de omgang met water, zoals sluizen en dijken. Het ontstond in de middeleeuwen, toen er een dam tussen het Spaarne en het IJ werd gelegd waar tol werd geheven.


43. Fort Nieuw Amsterdam, Suriname

Het Fort Nieuw Amsterdam in Suriname staat precies op de plek waar de Commewijnerivier en de Surinamerivier samenvloeien, vlakbij de oceaan. Het fort is tussen 1734 en 1747 gebouwd. Samen met andere forten beschermde de Nederlandse plantages tegen binnenvallende vijandelijke vloten. Als verdedigingswerk heeft het fort een weinig succesvolle historie: tweemaal viel het zonder slag of stoot in de handen van de Engelsen.


44. Mount Scenery, Saba

Mount Scenery is vanaf 10 oktober 2010, als Saba een Nederlandse gemeente wordt, het hoogste punt van Nederland. Met zijn 877 meter verslaat hij de Vaalserberg in Limburg (322,7 meter), die tot dat moment het hoogste punt was. Daarnaast zal Mount Scenery de enige vulkaan van Nederland zijn - weliswaar een slapende (de laatste uitbarsting was in 1640), maar nog steeds potentieel gevaarlijk.


45. Manhattan, Verenigde Staten

In 1609 ging de Engelsman Henry Hudson in dienst van de VOC op zoek naar een noordoostelijke doorvaart naar Indië. Hij voer echter naar het westen. Daar moest volgens zijn vriend Petrus Plancius, een Antwerpse kaartenmaker, de doorgang te vinden zijn. Hij kwam terecht in het huidige New York en stichtte daar op Staten Island (Staaten Eylandt) een Nederlandse handelspost. De eerste bewoning van de kolonie Nieuw Nederland lag op de meest zuidelijke punt van het eiland Manhattan. Daar was de belangrijkste nederzetting Nieuw-Amsterdam gevestigd, die in 1667 officieel aan de Engelsen werd overgedragen.

Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl





http://www.plaatsen.innl.nl


Noot voor de redactie:


Noot voor de redactie (