Voedsel en Waren Autoriteit

Bezoekers kinder- en zorgboerderijen beter beschermen tegen gezondheidsrisico's

Aanvullende maatregelen zijn nodig om met name risicogroepen beter te beschermen tegen mogelijke gezondheidsrisico's bij een bezoek aan kinder- en zorgboerderijen. Dit adviseert bureau Risicobeoordeling & onderzoeksprogrammering (BuRO) van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA).

Risico's
Dieren dragen regelmatig bacteriën bij zich waar mensen ziek van kunnen worden (zoönosen). Kinder- en zorgboerderijen vormen hierop geen uitzondering. De meeste ziekteverwekkers worden overgedragen door hand-mond gedrag. Een bepaalde colibacterie de zogenoemde STEC, is bij 1 op de 10 kinderboerderijen op de dieren en in hun directe omgeving aanwezig en vormt het grootste risico. Andere bacteriën worden voornamelijk via de lucht overgedragen. Het bekendste voorbeeld hiervan is de coxiella-bacterie die Q-koorts veroorzaakt. Deze bacterie komt waarschijnlijk eveneens voor bij ongeveer 1op de 10 kinderboerderijen. Vooral bij droog en winderig weer, maar ook door aaien en knuffelen van dieren kan de bacterie in de lucht terechtkomen en, na inademen, tot een infectie leiden.

Risicogroepen
Kinder- en zorgboerderijen worden vaak bezocht door mensen die behoren tot risicogroepen: jonge kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en mensen met een verminderde weerstand. Bij deze mensen verloopt een infectie vaak ernstiger en zijn de risico's daarom groter. De genoemde colibacterie, STEC, vormt met name een risico voor kleine kinderen en ouderen. De coxiella-bacterie is vooral riskant voor zwangere vrouwen en ouderen. BuRO adviseert daarom het voorzorgprincipe toe te passen en in aanvulling op de bestaande regelgeving, extra maatregelen te nemen.

Aanvullende maatregelen
BuRO adviseert als algemene maatregel de 'Code voor hygiëne bij kinderboerderijen' voor alle kinderboerderijen verplicht te stellen. De kinderboerderijen die aan de code voldoen zijn herkenbaar aan het kinderboerderijenkeurmerk. Op termijn zou er een publieksverbod moeten komen voor kinderboerderijen die dit keurmerk niet hebben verworven. De zorgboerderijen zouden eveneens een dergelijke code moeten ontwikkelen in combinatie met een keurmerk. Speciaal voor de beheersing van risico's van Q-koorts adviseert BuRO uit voorzorg de herkauwers bij kinderboerderijen herhaald te testen op de uitscheiding van de coxiella-bacterie. Positieve dieren waren bij de vaccinatie waarschijnlijk al besmet en blijven de bacterie uitscheiden. Deze dieren mogen geen contact hebben met publiek en worden uitgesloten van de fok.

Het bureau Risicobeoordeling & onderzoeksprogrammering van de nVWA oordeelt en adviseert wetenschappelijk onderbouwd over mogelijke bedreigingen van de voedsel- en productveiligheid, diergezondheid en dierenwelzijn. De onafhankelijke uitoefening van deze opdracht is geregeld in de Wet onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit die in 2006 door het parlement is aangenomen. Adviezen in het kader van de wet worden uitgebracht aan de ministers van LNV en VWS.

Ter informatie:

- Advies over gezondheidsrisico's kinder- en zorgboerderijen
- Webdossier kinderboerderijen

- www.qkoortsinnederland.nl

- www.kinderboerderijenkeurmerk.nl

Voor vragen over dit nieuwsbericht kunt u contact opnemen met het team persvoorlichting van de nVWA via (070) 448 46 46

De AID, PD en VWA bouwen aan één nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit