ChristenUnie


Ideologische confrontatie ChristenUnie en linkse oppositie over kinderopvang

donderdag 30 september 2010 11:26 De Tweede Kamer hield deze week haar Financiële Beschouwingen om de begroting van het huidige demissionaire kabinet te bespreken. Tijdens dit debat kwam het tot een ideologische confrontatie tussen Tweede Kamerlid Arie Slob enerzijds en de linkse oppositie, met onder andere Jolande Sap van GroenLinks, anderzijds.

De integrale bijdrage van de ChristenUnie (1e termijn) tijdens Algemene Financiële Beschouwingen.

Voorzitter. Vorige week stelde een van de collega-woordvoerders Financiën de vraag of wij deze week wel de algemene financiële beschouwingen moesten houden. Hij deed dat overigens per twitter en buiten de debatten om. Die vraag is ook aan de orde geweest bij de termijn van de heer Weekers. Ik heb vandaag en vorige week al laten blijken dat het goed is dat wij deze algemene financiële beschouwingen houden ondanks de complexe politieke situatie, waarin wij zitten. Het zou toch raar zijn als wij de Miljoenennota en straks de departementale begrotingen onbesproken laten. Er is gerede verwachting dat wij misschien snel een missionair kabinet hebben maar wij weten het niet. Laten wij daarom gewoon ons werk oppakken. Gezien de inhoud van wat het demissionaire kabinet ons vorige week heeft gepresenteerd, is er alle reden om dat met elkaar te bespreken. Er is in de ogen van mijn fractie, over de gehele linie gesproken, prima werk geleverd. Dat wil niet zeggen dat er her en der niet nog wat zou kunnen en misschien zou moeten veranderen. Ik zal vandaag namens mijn fractie nog wat punten noemen. Ook bij de departementale begrotingsbehandelingen zal dat gebeuren. Laten wij dat debat met elkaar voeren. Mijn fractie vindt -- fijn ook dat andere fracties daar complimenten voor hebben gegeven -- dat deze begroting getuigt van een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor de rijksfinanciën. Die gevoelens zijn ook omgezet in daden. Je kunt zelfs stellen dat deze begroting misschien wel het eerste gelijk aantoont van de crisismaatregelen die eerder door het destijds missionaire kabinet-Balkenende IV zijn genomen. Zeer bewust -- ik heb de heer Weekers in een interruptie daaraan herinnerd -- is er toen niet voor gekozen om direct met forse bezuinigingen te beginnen. Ik herinner mij nog goed de ergernis van de nu beoogde premier de heer Rutte daarover. Maar ik ben er echt van overtuigd dat als we de liberale bezuinigingsreflexen van vorig jaar gevolgd zouden hebben, we nu geen begroting hadden gehad die én de eerste tekenen van economisch herstel én sterk verbeterde overheidsfinanciën laat zien. Het is fijn dat we dat nu met elkaar kunnen constateren.

Het voorzichtige economische herstel klinkt ook door in de werkloosheidscijfers. Iedere werkloze is er nog steeds een te veel, maar het is toch fijn dat we met het huidige aantal van 435.000 werklozen een behoorlijk stuk af zitten van de vorig jaar geprognosticeerde 675.000 werklozen. Dat geldt ook voor het begrotingstekort. Het is nog steeds te groot, maar aanzienlijk kleiner dan vorig jaar werd voorspeld. We zijn er dus nog lang niet, maar dit zijn hoopgevende tekenen. Op onze schouders rust nu de taak om op een verantwoorde wijze te werken aan een verder herstel van de overheidsfinanciën. Ik hoop oprecht dat we dat in de komende jaren als een gezamenlijke verantwoordelijkheid zien, in welke positie we in de Kamer ook terecht zijn gekomen. Verantwoordelijkheid tonen, dat zien we ook terug in de wijze waarop het kabinet invulling heeft gegeven aan de 3,2 mld. aan ombuigingen, die in eerste instantie voortvloeien uit het aanvullend beleidsakkoord. De motie van de heer Koolmees heeft een extra zetje gegeven. Er was natuurlijk enige aarzeling, niet alleen bij het kabinet, maar ook bij de coalitiepartijen, of een demissionair kabinet zulke bedragen zou mogen invullen. Maar de Kamer was vrij duidelijk: doen! Het is dus gebeurd. Het was een redelijk bijzonder moment toen de motie werd ingediend, want op dat moment waren de eerste bewegingen richting onderhandelingen over Paars-plus zichtbaar. Nu zijn heel andere fracties met elkaar aan het onderhandelen. Het is maar goed dat het kabinet het heeft opgepakt. Nu ligt er een invulling. Het is bijzonder dat een groot aantal fracties dat in juni er bij het kabinet er zo sterk op aandrong om het in te vullen, een groot deel van de invullingen van het kabinet min of meer aan de kant schuift. Dat is echter hun goed recht, want zo gaat dat. Je mag altijd tegenvoorstellen doen. Kijkend naar de voorstellen van het kabinet is het alleen niet echt nodig. Neem de kinderopvang, een van de meest heikele punten uit dit pakket. De heer Plasterk had zojuist een prijsvraagje over de toename in de zorg. Ik vraag hem nu met hoeveel procent de kosten van de kinderopvang zijn toegenomen. Ik zal het antwoord zelf maar geven. Het gaat niet om 70%, de toename bij de zorg, maar om 230%, een enorme, explosieve stijging van de kosten van de kinderopvang in de afgelopen jaren. Deze daadwerkelijke kosten overstijgen de geprognosticeerde kosten mijlenver. Daar komt nog bij dat de effecten op participatie mijlenver achterblijven bij de verwachtingen die velen daarbij hebben gehad. Ook al doet het pijn, enige nuchterheid rondom dit onderwerp is wel op haar plaats.

De heer Plasterk (PvdA): Voordat dit helemaal gelijk wordt gesteld, bij de zorg hebben we natuurlijk geen enkele ambitie om meer zorg te gaan toepassen. We gaan ervan uit dat het niveau waarop de zorg wordt gepleegd bij een ongeveer gelijkblijvende bevolking idealiter niet heel veel duurder zou hoeven worden. Bij de kinderopvang was het wel degelijk gericht beleid om te zeggen: we willen stimuleren dat man en vrouw beiden gaan werken; we ondersteunen dat door de kinderopvang beter toegankelijk te maken. Ik zou dit niet helemaal parallel willen leggen. De heer Slob: Daar hebt u gelijk in. Maar de prognose was dat we in dit begrotingsjaar, 2011, ongeveer 1,7 mld. aan kosten zouden maken. U weet dat we op dit moment op 2,9 mld. zitten. Er is dus wel iets gebeurd. Daar mogen we met elkaar ook wel aandacht voor hebben. Ik zei dat er enige nuchterheid rondom dit onderwerp op haar plaats is. Dat zeg ik ook tegen fracties, die op zich het volste recht hebben om hiertegen te ageren, die nu bezwaar maken tegen deze bezuiniging terwijl in hun eigen verkiezingsprogramma's forse bezuinigingen op de kinderbijslag en het kindgebonden budget staan. Bij GroenLinks betreft het bezuinigingen van 1,3 mld., bij D66 1,5 mld. Die bedragen overstijgen vele malen de bezuinigingen op de kinderopvang die nu worden neergezet. Dit moet in perspectief worden gezien. Er zit natuurlijk een bepaalde ideologie achter, namelijk zo veel mogelijk mensen de arbeidsmarkt opdrijven. De fractie van de ChristenUnie staat daar iets anders in. Zij vindt dat er keuzevrijheid moet zijn en wil de mensen niet met het financiële mes op de keel dwingen om de arbeidsmarkt op te gaan. Gelukkig gaan er al steeds meer mensen de arbeidsmarkt op. Dit is misschien zelfs wel een iets liberalere wijze van omgaan met dit onderwerp dan GroenLinks en D66 dat doen.

Mevrouw Sap (GroenLinks): Er zit natuurlijk enige mate van ideologie achter. Dat klopt. Maar er zit ook een nuchtere afweging achter wat deze samenleving in de toekomst nodig heeft. Wij weten allemaal dat de vergrijzing eraan komt, dat er enorme tekorten dreigen in de zorg en in het onderwijs en dat wij iedereen die kan werken, nodig hebben. Dan vinden wij het acceptabel om op de kinderbijslag te bezuinigen, want dat is helemaal niet slecht voor de arbeidsmarktparticipatie. Wij vinden het echt ongelooflijk kortzichtig om op de kinderopvang te bezuinigen. Ik houd de heer Slob voor om met mij die nuchterheid te betrachten en te kijken naar wat wij wel weten over wat bezuinigingen in de kinderopvang doen. Ik verwijs naar het Centraal Planbureau waarnaar de heer Dijkgraaf zojuist ook verwees, maar wat hij niet helemaal compleet citeerde. Het Centraal Planbureau zegt namelijk dat een kleine bezuiniging op de kinderopvang, zoals in 2009, nog wel meevalt wat betreft verlies van werkgelegenheid, maar dat een grote bezuiniging op de kinderopvang -- ongeveer een derde van het budget weghalen vanaf 2011 kan niet anders gekwalificeerd worden dan als een grote -- aanzienlijk negatieve effecten op de werkgelegenheid heeft. Daarom mijn vraag aan de heer Slob: waarom heeft het demissionaire kabinet een keuze gemaakt die zo haaks staat op wat wij voor de toekomst nodig hebben, namelijk grotere participatie? De heer Slob: Wat ik heel mooi vind van dit demissionaire kabinet, is dat het dat voor 2012 en verder niet heeft ingevuld. Het is goed om dat nog eens hardop uit te spreken. Wij moeten met elkaar heel gericht zoeken naar een juiste besteding van het geld. Het is een fors bedrag, dat klopt. Wat ons betreft ontzien wij de lagere inkomens en ontzien wij ook de informele kinderopvang, waarin al genoeg gebeurd is. Als je kijkt naar wat er de afgelopen jaren bij is gekomen, kunnen wij best bij de hogere inkomens nog een en ander weghalen. Ik herinner eraan dat er in 2005 een enorme smak geld bij is gekomen, waar mensen bij wijze van spreken niet eens op zaten te wachten maar wat zij natuurlijk wel in dank aanvaard hebben. Laten wij nog iets anders ook doen. Wij horen natuurlijk enorme verhalen uit bijvoorbeeld de MOgroep, alsof er iets verschrikkelijks gebeurt. Laten wij ook eens kijken hoe de kinderopvangmarkt zelf functioneert. Wat zie je? Men richt zich vaak direct op de maximale uurprijzen die worden gehanteerd. Er zit nauwelijks enige flexibiliteit in. Daar zou nog wel eens iets te halen kunnen zijn. Het zou mooi zijn als wij daar met elkaar ook gericht naar gaan zoeken. Wij hebben daar nog even de tijd voor, maar laten wij dat doen. Mevrouw Sap (GroenLinks): Ik heb waardering voor het feit dat de heer Slob bereid is om te kijken hoe wij die bezuiniging zo kunnen invullen dat zij niet de laagste inkomens het zwaarste treft en niet leidt -- mag ik aannemen dat hij dat ook steunt -- tot verlies van werkgelegenheid van ouders met jonge kinderen. Daar komen wij dan nog op terug. Is het echter niet uiterst merkwaardig dat hij dan nu tekent voor een bezuiniging van bijna een half miljard, waarvan hij nog helemaal niet weet waar die terechtkomt en welke effecten die zal hebben? De heer Slob: Wij moeten natuurlijk wel de boel bij elkaar houden. De Kamer heeft het kabinet gevraagd om die 3,2 mld. in te vullen en dat zal een vervolg moeten krijgen. Als dit kabinet het nu al tot in de details tot 2015 had ingevuld, weet ik wat er gebeurd was. Dan was er een heel ander verhaal gehouden, dan was het kabinet waarschijnlijk gekapitteld vanwege het feit dat het als demissionair kabinet dat zo had gedaan. Ik vind het mooi dat er nu ruimte is. Er is ook ruimte voor tegenvoorstellen. Op onderdelen is het misschien zelfs wel nodig dat wij daar met elkaar eens naar kijken. Laten wij echter met elkaar op een verantwoorde wijze zaken in reële proporties blijven zien en zoeken naar een goede invulling. Ik vond het trouwens wel plezierig om te constateren -- ik heb hem net gekregen -- dat u bij de bezuinigingen voor 2011, een meer dan ik vorige week dacht, een nulletje heeft neergezet. Die is in ieder geval nu geaccepteerd. Dat was natuurlijk eigenlijk al bij de Voorjaarsnota gebeurd. We hebben dus nog een jaar de tijd voor 2012. Laten wij dat dus doen, maar daarbij wel ruimte laten voor ouders om eigen keuzen te maken. Ik ben bang dat wij elkaar daarin niet helemaal vinden, want u bent meer voor staatsdwang dan wij zijn op dit punt. Mevrouw Sap: Wij zijn op dit punt meer voor keuzevrijheid dan de ChristenUnie, maar dat is nu een zijdelings punt . De heer Slob: Dat is toch raar. Mevrouw Sap: Misschien mag ik mijn vraag afmaken. Dan kan de heer Slob zo reageren . De heer Slob: Er is maar één keuze. Dat is de georganiseerde kinderopvang, want anders krijg je van GroenLinks geen geld. Mevrouw Sap: Dat is niet waar. Wat mij aanspreekt en wat de heer Slob zegt, is dat wij gaan zoeken naar dat waar wij gezamenlijk uit kunnen komen. Dat is ook juist waar dit demissionaire kabinet het niet helemaal goed gedaan heeft. Dit demissionaire kabinet heeft niet gezocht naar bezuinigingsopties die op de meest brede steun in deze Kamer kunnen rekenen, maar heeft eigenlijk voorgesorteerd op bezuinigingsopties die in de huidige formatie op de meeste steun kunnen rekenen. Er zijn andere bezuinigingsopties, zoals forse ingrepen in het openbaar bestuur en forse ingrepen in subsidies. Dan had de heer Slob zo ongeveer op alle zetels in deze Kamer kunnen rekenen. Waarom dan kiezen voor een bezuiniging op de kinderopvang, waarbij hij blijkens de verkiezingsprogramma's op hooguit 50, 60 zetels kan rekenen? De heer Slob: Het kabinet zit in vak-K en ik sta hier namens mijn fractie, dus ik ga niet de keuzes van het kabinet verdedigen. Als ik het ChristenUnie-verkiezingsprogramma bij de hand neem, zie ik dat de gemaakte keuze gewoon op onze steun kan rekenen. Wij vinden dat daar best wel iets vanaf kan. Wij moeten nu overschrijdingen binnen een begroting opvangen. Dat is iets waarmee wij te maken hebben. Het kabinet moet kiezen tussen het financieren van die stijgende aantallen leerlingen en studenten en de kinderopvang. Het kabinet kiest ervoor om iets bij de kinderopvang weg te halen. Wat ons betreft is dat een zeer te verantwoorden keuze. Nogmaals, over de invulling zullen wij nader komen te spreken. Wij zijn van harte bereid om dat ook met GroenLinks te doen. Ik ben blij dat onderwijs ontzien is in deze begroting en bij deze bezuinigingen. Ik weerspreek in de richting van de heer Plasterk dat er op onderwijs bezuinigd wordt. Het simpele feit dat een enveloppe niet wordt uitgekeerd, wil niet zeggen dat er sprake is van een bezuiniging. Het gaat om nieuw geld. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat ook de partijen die in het kader van Paars-plus hebben zitten te onderhandelen, naar die enveloppe hebben gekeken en daar voor de komende jaren een bepaalde invulling mee voor ogen hadden. Ik weet het niet, ik zat niet aan tafel, maar het gaat niet om een bezuiniging.

De heer Dijkgraaf (SGP): Is de heer Slob het met mij eens dat het CPB zich baseert op de stijging van de subsidies in de afgelopen vier jaar? Dat is een massieve stijging geweest. Het CPB komt tot de conclusie dat het eigenlijk alleen maar heeft geleid tot een massieve substitutie van informele naar formele zorg. Dat is het enige effect geweest. Op basis van die ontwikkeling concludeert het CPB dat de tegenstanders van de bezuiniging op de kinderopvangsubsidie blij moeten zijn, omdat het arbeidsparticipatie-effect toeneemt als de procentuele betaling van de ouders toeneemt. Is de heer Slob dat met het CPB eens? De heer Slob: Ik heb het rapport van het CPB van februari ook op deze wijze gelezen, dus mijn antwoord is ja.

De heer Koolmees (D66): Ik kom even terug op het onderwijs. U gaf aan dat het inhouden van de enveloppe geen bezuiniging is, maar in het coalitieakkoord staat dat extra geld, bijvoorbeeld voor het bestrijden van vroegtijdig schoolverlaten en voor innovatieprogramma's, beschikbaar zou komen. Nu wordt dat geld ingehouden. In welke zin is dat geen bezuiniging? Dit is toch gewoon het weghalen van geld waarop mensen gerekend hadden? De heer Slob: Er wordt niet in de begroting van OCW gesneden. Natuurlijk had het kabinet ervoor kunnen kiezen om het geld alsnog uit te keren, maar dan zouden wij hetzelfde probleem hebben als bij die bezuiniging van 3,2 mld. Een demissionair kabinet dat enveloppes gaat uitkeren, gedraagt zich in feite als een missionair kabinet. Ik kan niet anders constateren dan dat de Kamer in juni het kabinet heeft opgedragen om te bezuinigen. De Kamer heeft het kabinet niet opgedragen om de enveloppes alsnog uit te keren. Had zij dat gedaan, dan had het kabinet uiteraard de vrijmoedigheid gehad om dat te doen. Mogelijk was er een andere afweging gemaakt; ik zit daar ook niet bij. Nogmaals, ik weerspreek dat het hier om een bezuiniging gaat en dat er dus minder geld naar onderwijs gaat dan in het afgelopen jaar. Daar komt nog iets bij. Het actieplan LeerKracht gaat gewoon door, de Rinnooy Kan-gelden gaan gewoon door -- dat zal de heer Plasterk ook heel veel deugd doen -- en de incidentele loonontwikkeling is beleidsmatig op nul gezet, maar onderwijs en zorg zijn daarvan uitgezonderd. Dat zijn goede dingen, want wij willen wat met het onderwijs. Ik hoop dat wij de komende jaren zelfs extra geld naar onderwijs toe kunnen laten gaan. Maar dit demissionaire kabinet is op dit punt echt niets te verwijten. De heer Koolmees: Scholen hebben plannen gemaakt, bijvoorbeeld om iets tegen het schoolverlaten te doen. Dat zijn meerjarige plannen. Op grond van het coalitieakkoord is allerlei beleid gestart. Nu wordt het geld ingenomen en kan men de plannen niet uitvoeren. In die zin is het gewoon een bezuiniging. Ik begrijp dat het kabinet keuzes moet maken waarop het wel en niet bezuinigt, maar als je geld weghaalt bij het onderwijs, is dat in mijn ogen gewoon een bezuiniging op onderwijs, en dat vind ik onwenselijk. Hoe je het ook wendt of keert, het kabinet bezuinigt gewoon op het onderwijs. De heer Slob: Ik ben het daar niet mee eens, maar ik zal mijn verhaal van net niet herhalen. Ga mij alsjeblieft niet verwijten dat het kabinet gevallen is en dat er nu een demissionair kabinet is. Daarvoor moet je ergens anders wezen. Hadden wij in februari gewoon door kunnen gaan, dan hadden wij enveloppen kunnen uitdelen en dan hadden wij ook allerlei andere dingen kunnen doen die wij helaas de afgelopen maanden niet hebben kunnen doen omdat het kabinet demissionair is. De ChristenUnie is in het kabinet blijven zitten en ik ben er trots op dat wij tot het laatst toe onze verantwoordelijkheid blijven nemen en blijven werken aan een herstel van de overheidsfinanciën. Dat is voluit een punt van de ChristenUnie en dat was hard nodig. Helaas, helaas kun je niet alles doen als het kabinet demissionair is. Dit kabinet heeft, ook als je het vergelijkt met andere demissionaire kabinetten uit het verleden, misschien zelfs een beetje missionair geopereerd, maar wel met steun van de Kamer.

De heer Plasterk (PvdA): Wij moeten natuurlijk niet bezuinigen omdat het kabinet gevallen is. Wij moeten bezuinigen omdat wij een economische crisis hebben gehad en omdat de vergrijzing ons noopt om op de lange termijn op een aantal punten de broekriem aan te halen. De heer Slob sprak mij net aan toen hij zei dat niet bezuinigd is op het onderwijs. Het gaat mij er niet om of dit in technische zin een bezuiniging is ten opzichte van de begroting 2010 of niet. Waar het mij om gaat is dat er sprake was van een effectief programma dat erop is gericht om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen. Daardoor wordt ervoor gezorgd dat meer jongeren met een diploma de school verlaten. In dat programma was voor 2011 een extra schijf in het budget opgenomen. Dat was ook nodig. In het begin is er laaghangend fruit en kun je met weinig geld meer bereiken, maar dat wordt natuurlijk steeds moeilijker. Daarna kom je immers aan de steeds lastiger gevallen toe. Wij zijn hier nu met z'n allen in vergadering bijeen. Het voorstel dat wij met vier partijen hebben gedaan, is om dat onderdeeltje van de enveloppengelden niet onderdeel van de bezuiniging te maken, maar alsnog toe te kennen omdat wij het voorkomen van voortijdig schoolverlaten een prioriteit vinden. Mijn pleidooi aan de heer Slob is dan ook: laten wij voorbijgaan aan de technische discussie. Dit is strikt genomen geen bezuiniging, maar het innemen van extra geld; daar heeft hij wel een punt en dat ben ik met hem eens. Maar wij hebben ook een dekking voor dit voorstel. Op die manier kunnen wij elkaar misschien toch vinden en ervoor zorgen dat dit cruciale programma door kan gaan. De leerlingen die zonder diploma van school gaan, komen terecht in de rottigheid. Zij zijn zichzelf tot last en zijn voor de samenleving uiteindelijk veel duurder dan wanneer wij hen op die school houden. Ik hoop dus toch dat wij steun kunnen vinden om het programma ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten overeind te houden. De heer Slob: Ik dank de heer Plasterk voor zijn ondersteuning van mijn antwoord aan de heer Koolmees over de vraag of het nu wel of niet om een bezuiniging gaat. Nu is het probleem -- en dat is de feitelijke vraag van de heer Plasterk -- dat hij dit onderdeel in een totaalverhaal heeft gestopt. Ik neem aan dat dit morgen allemaal in één motie wordt gestopt. Als dat zo is, kan hij het wat betreft de ChristenUnie direct al schudden, want dat zal de ChristenUnie op deze manier niet steunen. Volgens mij rammelt het verhaal van de tegenbegroting ook nog wat, maar daar kom ik misschien bij de andere indieners nog even op terug. Ieder voorstel dat positief is en deugdelijk is gedekt, zal in onze fractie met een heel positieve blik worden bekeken, en misschien zelfs wel worden gesteund. De heer Plasterk: Ik hoor heel goed dat de heer Slob zegt dat een totaalpakket de Kamer alleen maar de keuze geeft om het hele pakket over te nemen of te verwerpen. Ik denk dan ook dat wij er goed aan doen om dat pakket in de tweede termijn in zulke stukken op te knippen dat het iedere fractie vrij staat om in ieder geval onderdelen daarvan te steunen. Wij zullen de suggestie van de heer Slob dus inderdaad volgen. De heer Slob: Misschien komt de heer Plasterk dan nog wel verder van 65 zetels. Dat zou heel mooi zijn.

Mevrouw de voorzitter. De inburgering is een heikel punt. Ik las in de tegen-A4's dat dit misschien ook wel efficiënter zou kunnen. Mijn fractie heeft in het verkiezingsprogramma vermeld dat wij op termijn een eigen bijdrage van inburgeraars best wel reëel vinden. Dit zag ik ook bij andere fracties, waaronder D66. Het is toch wel goed om een helder beeld te schetsen van hetgeen de afgelopen jaren allemaal is gebeurd. Kan de minister bevestigen dat in de afgelopen jaren een enorme inhaalslag is gemaakt met de inburgeringscursussen? Kan hij ook bevestigen dat er ondanks de bezuinigingen die worden voorgesteld, voor de komende drie jaar nog voldoende financiële middelen over zijn om de cursussen van met name de wettelijk verplichte inburgeraars te bekostigen? Het is goed om dat hier vast te stellen. Wij zullen daar misschien voor de periode na 2014 en verder nog heel gericht met elkaar naar moeten kijken. Mijn fractie vindt in ieder geval dat wij een rijksverantwoordelijkheid blijven houden voor vluchtelingen die naar ons land komen. Wij zullen daar bij de behandeling van de begroting voor WWI nog apart op terugkomen. Het is goed dat heel gericht wordt gekeken naar de EZ-subsidies. In principe gaan wij akkoord met het bedrag dat daarbij wordt genoemd. Ik heb wel een kanttekening, want ook de ontvangers van subsidies voor duurzame-energiehuishoudingen worden hiermee geconfronteerd. Het is bekend dat er eigenlijk extra investeringen nodig zijn om het Europese doel voor hernieuwbare energie in 2020 te halen. Hoe denkt het kabinet deze doelen nog te gaan halen, als de subsidies voor duurzame energiehuishouding gekort worden en er geen alternatief tegenoverstaat? Binnen het innovatiebeleid zijn misschien nog wel slimme stappen te maken als het gaat om efficiency, zonder dat er een rem op innovatieactiviteiten komt te staan. De wirwar van regelingen kan bijvoorbeeld worden teruggebracht. Is de minister het met ons eens dat hier nog wel winst te boeken valt? We komen hier in tweede termijn en misschien ook bij de EZ-begroting op terug. Bij de Voorjaarnota heb ik al een punt gemaakt van de telkens terugkerende forse overschrijdingen bij het Budgettair Kader Zorg, waaraan wij ons ergeren. De minister heeft mij toen toegezegd dat dit als specifiek thema in de Miljoenennota zou terugkomen. Ik dank de minister dat hij woord heeft gehouden, al had ik er eerlijk gezegd toch wel iets meer van verwacht. Als ik het goed begrijp, gaat VWS inzetten op een betere aansluiting tussen de budgettaire cyclus en de informatievoorziening om de uitgaven te beheersen. Is dat het juiste medicijn voor de overschrijdingskwaal, zo vraag ik hem. Hij stelt dat de uitgavengroei in de zorg redelijk te voorspellen is op grond van de loon- en prijsontwikkeling en de demografische component. Hoe verklaart de minister dan dat in het BKZ wordt uitgegaan van een groei van ongeveer 3% per jaar, terwijl de prijsindex personele kosten in 2009 alleen al 3,42% was en daar komt dan nog een volumeontwikkeling overheen? Dan is het BKZ toch niet reëel geraamd? Hoe logisch is het dan om overschrijdingen achteraf terug te halen bij ziekenhuizen, even los van de vraag of dat kan, en door de contracteerruimte bij de AWBZ te beperken? We hebben ook kennisgenomen van het voornemen van het kabinet om per 1 januari 2012 de macronacalculatie af te schaffen. Ik hoor graag een onderbouwing van deze keuze. Worden met de macronacalculatie niet juist de ramingsfouten bij het BKZ gecorrigeerd? Is er niet een grote kans dat afschaffing van de macronacalculatie bij zorgverzekeraars zal leiden tot hogere premies en nog meer concentraties? We zien in Nederland al wat bewegingen in die richting plaatsvinden. Kortom, hoe doordacht is dit voornemen? Wat ons betreft is het laatste woord over de overschrijdingen bij het BKZ nog niet gesproken, en dan spreek ik ook de collega's aan. Ik denk dat het goed zou zijn als de Tweede Kamer dit onderwerp zelf eens stevig zou oppakken. We zijn het eigenlijk een beetje zat om iedere keer met dergelijke forse overschrijdingen geconfronteerd te worden, zeker als we zien hoe de begrotingsproblemen bij VWS worden opgelost. Dit zou een heel mooi thema zijn voor de commissie van Financiën en misschien ook van VWS om op te pakken. Zoals ik al zei is wat ons betreft ook een pijnpunt hoe de begrotingsproblemen worden opgelost, vooral door de ongerichte bezuinigingen op de langdurige zorg in de AWBZ. Deze zijn ook in strijd met de afspraken die de minister met de Tweede Kamer had gemaakt. We zouden geen kaasschaaf meer gebruiken, maar dat gebeurt nu wel. Daar zullen we bij de VWS-begroting nog apart op terugkomen. Dan kom ik op de garantieregelingen. Het kabinet heeft er tijdens de crisis voor gekozen om bepaalde sectoren te ondersteunen door garantieregelingen uit te breiden of op te zetten. We zien nu dat een aantal ervan verlengd worden. Daar is misschien wel iets voor te zeggen, maar het zou goed zijn als het kabinet hier een onderbouwing voor geeft. Wanneer is volgens de minister het moment gekomen dat we die garantieregelingen, zoals de GO, de BMKB en de ophoging van de borgingsgrens van de Nationale Hypotheek Garantie, waar de Kamer bij motie om heeft gevraagd, weer gaan afbouwen, want ze zijn toch bedoeld als tijdelijk? Ik vraag ook aandacht voor de positie van gemeenten, vooral de gemeenten die een actief grondbeleid voeren. Door de huidige malaise in de woningbouw liggen veel projecten stil, maar de rentetikker loopt bij heel veel gemeenten gewoon door, en ook fors. Dat kan echt in enorme bedragen lopen. Ik las dat Breda over 2009 60 mln. bij het Grondbedrijf heeft moeten afboeken. Ik vrees dat meer gemeenten in de problemen zullen komen en dat het aantal artikel 12-gemeenten de komende tijd zal toenemen. Herkent de minister deze ontwikkeling? Welke verantwoordelijkheid ziet hij daarbij voor de rijksoverheid? Tot slot de bankencode. We hebben uiteraard, zoals het hoort, met aandacht naar de troonrede geluisterd. Ik zag een aantal collega's bij dit onderwerp wat opveren, onder andere de heer De Wit en velen met hem. Wij vonden het goede tekst en ik zou zeggen: gewoon doen.

Bijdrage ChristenUnie (2e termijn) tijdens Algemene Financiële Beschouwingen. Mevrouw de voorzitter. Ik dank de minister voor de beantwoording. Ik kom op drie punten terug. Allereerst moet mij van het hart dat de ChristenUnie nog nooit zo vaak voor rechts is uitgemaakt als tijdens deze financiële beschouwingen, onder anderen door mevrouw Sap. Dat is bijzonder omdat ik de afgelopen weken voortdurend in kranten las dat ons werd verweten links te zijn. Misschien komt het wel heel goed uit dat wij helemaal niets met die termen hebben. Het is voor ons verouderde terminologie. Wij staan voor christelijk-sociale politiek en daar valt ook financiële degelijkheid onder. Dat is de reden dat wij heel goed kunnen leven met de invulling van het bedrag van 3,2 mld. waar het grootste deel van de discussie over is gegaan. De invulling daarvan valt voor het overgrote deel samen met ons verkiezingsprogramma, dus dat is voor ons goed te dragen.

Ik heb in eerste termijn een paar kanttekeningen gemaakt. Ik kom op twee kanttekeningen kort terug. Bij de EZ-subsidies gaat het mij niet om het bedrag, maar heb ik de vinger gelegd bij het feit dat er gekort wordt op de duurzame-energiehuishoudingen. Ik heb gewezen op andere, betere mogelijkheden voor slimmere vormgeving van innovatieactiviteiten. Ik heb de schriftelijke antwoorden gelezen en ik begrijp daaruit dat dit ook de bedoeling is. Waarvan akte. Dan de inburgeringscursussen. Dank voor de gegeven aantallen. Het is indrukwekkend wat er de afgelopen jaren op dat punt is gebeurd. Dat is heel veel. Ik ga ervan uit dat er voor de komende jaren nog genoeg geld overblijft om aan onze verplichtingen te voldoen, en dat er financiële middelen overblijven voor met name de asielzoekers. Daartoe zijn we conform internationale verdragen ook verplicht. Ook daarvan neem ik kennis, ook na de minister te hebben gehoord.

Arie Slob