MKB-Nederland

Bedrijfsleven moet meer betrokken zijn bij innovatieprogramma EU

30 september 2010
Bedrijfsleven moet meer betrokken zijn bij innovatieprogramma EU

Het innovatieprogramma van de Europese Unie moet meer doen om het Europese concurrentievermogen te bevorderen, vinden MKB-Nederland en VNO-NCW. Deelname van het bedrijfsleven bij onderzoek en innovatie is, vooral in het mkb, sinds 1997 gehalveerd. Nu gaat het budget van het `Zevende kaderprogramma' grotendeels naar universiteiten en publieke onderzoeksinstituten.

Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen hebben tijdens de eerste drie jaar van het Zevende Kaderprogramma (KP7) van de Europese Commissie 1 miljard euro ontvangen voor innovatie en onderzoek. Nederland staat daarmee in de top 5 van Europese landen die de meeste middelen ontvangen, achter Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië.

Hoewel de positie van Nederland in het huidige kaderprogramma positief lijkt, is duidelijk dat de deelname van het bedrijfsleven fors is afgenomen. In 1997 ging 40 procent van de innovatie- en onderzoekssubsidies nog naar het bedrijfsleven, tegen 20 procent nu. De deelname van het MKB zit zelfs onder het EU gemiddelde. Oorzaken zijn de complexiteit en de bureaucratie van het programma. In totaal lopen nu bijna tienduizend projecten binnen KP7, dat nog loopt tot 2013. Bij 20 procent is een Nederlandse partij betrokken.